Bijna alles waar in De Wereld Draait Door geen tijd voor was.
In de Willem Duys special die De Wereld Draait Door op 17 mei verzorgde was ook Bob Rooyens te gast, de man die als jonge tv-maker de eerste aflevering van Voor de Vuist Weg regisseerde. In onderstaande bijdrage haalt hij herinneringen op aan het tv-fenomeen Duys.
1963
Ger Lugtenburg, geniale programmaleider van de Avro kwam terug van een reisje Amerika en was enthousiast over de Tonight Show. Geknipt programmaconcept voor Willem. Oster en ik waren in zijn ogen ’t ideale vehikel om ’t programma te maken.
Tonight Show? We hadden geen idee. Nederland had 1 net. Buitenland kon je niet ontvangen dus de Tonight Show zei ons niks. Ger legde ’t uit. Een man zit aan een bureau en ontvangt gasten voor een gezellig gesprekje. Tussendoor zingt iemand af en toe een liedje en dat is het… Oja, en dan is er ook nog een ‘second banana’. Wat is dat? Iemand die de hele show aanwezig is en af en toe iets zegt of flink meelacht om een zwakke grap. (Tegenwoordig noemen we zo iemand sidekick, tafelheer of tafeldame.) Die leek me bij Willem nogal overbodig en is dus ook nooit ter sprake gekomen.
Oster en ik deden samen redactie en samenstelling. Fred bekommerde zich meer om de productionele consequenties en ik om de regie. ‘t Idee was weinig spectaculair. Nogal basic eigenlijk. Dus ik dacht een simpele formule, geen ingewikkeld decor. Ach weet je wat….eigenlijk maar helemaal geen decor. Dus begon het programma op een kale bühne met alleen een tafel en een paar stoelen. Kranten, kan water, kan jus d’orange, flesje wijn onder de tafel en klaar. De rekwisiteur vond ’t wel wat mager en ongezellig dus die zei wat denk je van een schemerlamp? Dat vond ‘k toch wel iets te oubollig. Goudvissenkom dan? Hebben we toch iets huiselijks? Leek me ook nogal truttig, maar ja ‘k dacht ‘ach misschien zit er nog wel een leuk shot in die kom’. Dus zet maar neer.
Facilitair had ik 3 camera’s ter beschikking. Zoomlenzen bestonden niet. Camera’s hadden aan de voorkant turrets met daarop 5 verschillende lenzen. Lang voor de close-up, kort voor het totaalshot. Dollies waren niet meer dan rijdende statieven. Dat gaf veel beperkingen ten aanzien van bijzondere shots en uitsneden. Een vissenkom waardoor via de cameralens een fisheye-effect bereikt kon worden leek me daarom wel aantrekkelijk.
Ook in die tijd zag je een recycling van dezelfde koppen op televisie, dus Oster en ik vonden het interessant om naast de BN’ers uit die tijd, ook mensen te zoeken die niet bekend waren, maar wel bijzonder.
Uit de eerste aflevering herinner ik mij nog Dutmar de aardappelboer uit Haarlem. Hij schreef in zijn vrije tijd toneelstukken over eigenheimers en pappenheimers. Hij kon er niet alleen heel gedreven over praten maar hij kon zijn gedachten heerlijk relativeren met een aanstekelijke harde lach. Dutmar schreef stukken zoals Permeke zijn schilderijen penseelde. Stevig en aards met af en toe dialogen, zwierig als de bloemetjesjurken van Laura Ashley.
Willem was verrukt. Hij meende dat er een nieuwe Heijermans was opgestaan… en dat was knap want hij had niks van de man gelezen. Willem bereidde zich liever voor met een potje tennis en een paar uur voor de uitzending een briefing tijdens een rijsttafeltje bij Deli. (Een Indonesisch restaurant dat zich op loopafstand bevond van ’t theater Concordia in Bussum. De studio van waaruit we live uitzonden.)
Eerste uitzending stond gepland tot een uur of 10 ’s avonds maar liep uit tot voorbij middernacht. Misschien hadden Oster en ik ’t een beetje overgeproduceerd, maar ’t lag toch voornamelijk aan Willem. Als hij ’t gesprek leuk vond, ging hij gewoon nog een halfuurtje door.
We wilden het live-karakter van het programma benadrukken door af en toe Willen een live telefoongesprek te laten voeren. Satellieten waren er niet. Straalverbindingen veel te kostbaar, dus zochten we naar alternatieven. De telefoon! In de eerste uitzending planden we een telefoongesprek met Jean Smits, een sportproducer bij de Avro die in Zweden was voor een internationaal ijshockeytournooi. Die avond zou de loting plaatsvinden. Niet al te spectaculair, maar onze ambitie om te laten zien dat we live waren gaf de doorslag.
Een telefoontje dat gepland was voor anderhalve minuut, ontwikkelde zich bij Willem tot een gesprek zonder eind. Ik riep tegen Oster ‘pak een schaar en knip de telefoondraad door’. Maar dat ging ‘m toen kennelijk nog iets te ver, want hij deed ’t niet. ‘t Gesprek duurde langer dan 20 minuten.
Tot slot van de uitzending zou Willem een tv-recensent bellen, om van hem te horen wat hij van de uitzending had gevonden. Misschien wel omdat de uitzending uren was uitgelopen, liet Willem dat maar schieten en belde hij met z’n moeder. Nou die oordeelde niet onverdeeld gunstig. Ze was kritisch prees ‘m ook, maar vond wel dat ‘t nou lang genoeg had geduurd en dat ’t tijd werd om te gaan slapen. Ontroerend slot van een gedenkwaardig begin.
’t Wilhelmus. Carel Briels organiseerde en regisseerde grote historische spektakelstukken. Over een nieuw project van hem was heibel ontstaan omdat, de toen denk ik linkse regering er geen subsidie voor wilde uittrekken. Dat vond Willem schandalig. Willem bemoeide zich eigenlijk nooit met de samenstelling van de Vuist, maar hij wilde nu wel dat er een plekje werd ingeruimd voor Briels.
Omdat ik nogal uitgesproken ben en duidelijk laat weten wat ik ergens van vind, vond Willem ’t verstandig om mij niet te informeren over een opzetje dat hij met Briels en Oster (hoewel Oster het ontkent) bedacht had.
Uit onvrede over het weigeren van subsidie voor het Oranje- project, zou de zoon van Briels, (uiteraard niet als zodanig bekend bij het publiek) tijdens het interview opstaan en ‘spontaan’ ’t Wilhelmus inzetten. De zoon durfde niet of, hoe dan ook, deed ’t niet. Willem keek tijdens zijn gesprek met Briels verlangend naar diens opstanding. Briels bleef zitten… en toen, voor mij vanuit een misplaatst gevoel van patriottisme, stond Willem zelf op en begon het Wilhelmus te zingen. Ik was verbijsterd. Ruud Bos, de muzikale leider van het begeleidende combo, begon te tune van “Zo is het toevallig ook nog eens een keer’ te spelen en Willem zong unverfroren het volkslied. Nederland stond op z’n kop. De Telegraaf bejubelde de held. De banden van Willem z’n auto waren doorgesneden. Veel commotie.
BBC ‘k Was producent van de Kraaykampshows. Met Rijk de Gooijer, die de teksteditor van de show was, ging ik naar Londen om tekstbijdragen te bespreken met Johnny Speight. (De schrijver van o.a. All in the family.) We spraken af voor een lunch in de White Elephant. Speight was in het gezelschap van Dennis Main Wilson, head of comedy bij de BBC. Dat was niet toevallig. Main Wilson had veel van mijn werk gezien op het Gouden Roos Festival in Montreux en bovendien had de BBC, 4 programma’s van mijn WDR-programma’s uitgezonden in de serie “Aquarius”, over vernieuwende televisie. Hij wilde mij wel eens ontmoeten.
Het was een interessante lunch. Naast ons aan een tafeltje knorden en kibbelden en fluisterden luid, Liz Taylor en Richard Burton. Dat leidde mij wel wat af. Tijdens ons gebabbel informeerde Main Wilson naar de bijzonderheden van de Nederlandse televisie. Daar moest ik even over nadenken en toen vertelde ik hem over Willem Duys. Rare man, voert net zo makkelijk gesprekken over high culture als low culture, vecht net zo makkelijk een robbertje met krokodillen als dat hij dol van woede roept dat hij een kinderverkrachter hartstikke dood zou maken…. Bovendien heeft hij ook nog een keer Johnny Carson vervangen in de Tonight Show. Wow, zei Main Wilson, dat is een interessante man, die wil ik wel eens ontmoeten.
Terug in Holland vertel ik Willem van mijn gesprek en spreek af, dat we Main Wilson langzaam vertrouwd gaan maken met wie Willem is. Ja hoor, zei Willem dat is goed. Een uur later zat ‘ie al in het vliegtuig naar London en nog ’s een uur later stond hij voor de portiersloge van het BBC centre en riep: ‘tell Mr Main Wilson, that Bill from Holland has arrived’. Leuk idee maar de overval werkte niet. Ze hebben later nog wel contact met elkaar gehad. Main Wilson is ook in Nederland bij Willem op bezoek geweest, maar ’t is nooit iets geworden.