Stel je bent aangesteld voor de nobele taak van minister van Vreemdelingenzaken. Je doel als nieuwe minister is een beetje vaag. Je moet de instroom van asielzoekers “significant” verminderen. Lekker niet SMART gedefinieerd zodat je altijd succes kunt claimen om een of andere vage reden. Geen enkele ervaren projectmanager zou zijn of haar vingers aan deze opdracht branden. Die zou doorvragen om met een duidelijke opdracht te komen.
Voorbeelden van te stellen vragen: Hoeveel procent minder is significant? Maakt het uit welke vluchtelingen uit Nederland worden weggehouden? Zijn artsen en lassers wel welkom? Moeten degenen die overblijven vaker een baan hebben dan nu? Willen we vooral schone jonkvrouwen toelaten? Of vooral jonge vrijgezelle macho’s met six packs en een gouden linkerbeen? Of jonge kinderen die nog leerzaam zijn (vraag maar aan Poetin waarom dat handig is)? Moeten ze Europees zijn? Of Oost-Aziatisch? Maakt het wel echt uit of het vluchtelingen zijn? Of is een flinke beurs genoeg? Is het doel kosten voor ons land verlagen of mag er meer uitgegeven worden als de aantallen maar teruglopen? Mogen ze woke of links zijn, of zijn wat racistische trekjes ook prima? En geldt dat ook als de racistische vluchteling een Palestijnse moslim is? Mogen we uitgaven voor opvang als kosten bij de asielzoeker in rekening brengen en ze tot arbeid verplichten (zoals Trump bij Oekraïne doet). Stel een naburig land besluit om een gebied met 2 miljoen inwoners tot gort te bombarderen, mag het aantal vluchtelingen dan ook toenemen? Of zijn die niet vluchteling genoeg omdat de bombardementen “ter verdediging” waren?
De PVV heeft een weinig ervaren manager het veld ingestuurd die blijkbaar geen vragen heeft gesteld. Waarschijnlijk wist ze trouwens precies wat het doel was en dat was niet het doel waar “de overgrote meerderheid van de Nederlanders voor gekozen heeft”. Daarom is nu zelfs het onthouden van lintjes aan Nederlanders die al toegelaten vluchtelingen onbetaald taalles geven plotseling een ding. Waarschijnlijk hadden de taalmaatjes wel kans gehad als ze gesubsidieerd een vrijwillige taalwacht hadden gevormd om te kijken of de vluchtelingen de G wel goed uitspraken?
Joop noemt minister Faber de minister van vreemdelingenhaat. In het debat woensdag gaf Wilders toe dat het doel is om minder aantrekkelijk te zijn dan de andere Europese landen. Het gaat niet om de vluchteling en om wie of wat ze zijn, het gaat er gewoon om dat de vluchteling, zonder aanziens des persoons of de mate van nood, niet naar Nederland komt. Het doel van de minister is om afkeer uit te stralen. Des te meer afkeer, des te beter ze haar taak vervult. Maar als andere EU landen meer afkeer uitstralen dan Nederland, moet Nederland dat weer overtroeven. Nu is afkeuren van taalles nog voldoende om streng te zijn.Maar waarschijnlijk komt er een tijd dat onbetaald taalles geven leidt tot kritische vragen van de wijkagent. Het vluchtelingenverdrag wordt een parodie op zichzelf.
Voor deze minister maakt het niet uit of iemand een vluchtende oorlogsmisdadiger is of een bijna heilige die van de wereld een betere plek wil maken. Een tegengehouden vluchteling is een streepje op het scorebord. En pas als de laatste vluchteling terug is gestuurd is het echte doel bereikt.
Het vluchtelingenverdrag kwam er ooit mede als reactie op de vooroorlogse Nederlandse praktijk om Joden aan de grens terug naar Duitsland te sturen waar de nazi’s ze oppakten en afvoerden naar vernietigingskampen. Ik zal niet zeggen dat het vluchtelingenverdrag perfect is, maar als het huidige beleid het beste is wat Nederland deze kwetsbare mensen te bieden heeft, worden we langzaam een schim van de belofte op een betere wereld waar we ooit mee opgroeiden. Misschien moeten we dan juist wel op zoek naar vluchtelingen die van de wereld een beter plek willen maken omdat we die vaardigheid zelf niet meer hebben.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.