Netanyahu heeft, net zoals Poetin, geen redenen meer nodig, enkel nog voorwendselen.
De aanvallen van de Israëlische krijgsmacht op de post van de VN-vredesmacht Unifil in de afgelopen week roepen een van de donkerste bladzijden uit de Nederlandse naoorlogse geschiedenis op. Srebrenica was het moment waarop wij, als voorhoede van de internationale gemeenschap, niet in staat bleken de principes van mensenrechten en internationaal recht in stand te houden tegen de bloeddorst van het etnisch nationalisme. “Waar was de wereld?”, dat blijft, zo zei voormalig premier Rutte twee jaar geleden, dé grote vraag van het bloedbad van Srebrenica.
Een vraag die zich vandaag met de dag sterker aandoet in het Midden-Oosten. Na de misdadige Hamas-aanval van 7 oktober is de Israëlische regering van Netanyahu een onverbiddelijke vergeldingsoorlog begonnen. Zijn regering, vergeven van extremisten, laat zich volledig leiden door hun slechtste neigingen. Zij hebben het officiële doel van de vrijlating van de gijzelaars, wat iedere redelijke persoon steunt, grotendeels opgegeven om hun eigen etnisch nationalistische visie na te streven. Steeds weer laten zij dit zien, bijvoorbeeld door het besluit om de oorlog door te zetten na de dood van Hamas-leider Sinwar in plaats van ook maar te pogen deze aan te grijpen om de vrijlating van de gijzelaars te realiseren.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er al vanaf dag één de redelijke verwachting was dat de Israëlische reactie op 7 oktober het internationaal recht te buiten zou gaan. De andere twee officiële oorlogsdoelen – Hamas vernietigen en verzekeren dat ‘Gaza geen bedreiging meer vormt’ – werden vergezeld door een reeks uitspraken van Netanyahu zelf, zijn ministers en Knessetleden die liepen van wraakzucht tot oproepen tot pure etnische zuivering en massamoord. Velen in Nederland waarschuwden daarom voor het geven van onvoorwaardelijke steun aan Israël. Vanuit de goegemeente werden zulke oproepen tot voorzichtigheid aanvankelijk schandalig verklaard. Ondertussen, een jaar later, na een nog steeds groeiend aantal rapportages uit Gaza, is het ontegensprekelijk dat de ergste vooruitzichten werkelijkheid zijn geworden. En de vraag doet zich aan: “Waar was de wereld?”
Nu is Israël Libanon binnen gevallen. Het lijkt, in tegenstelling tot een jaar geleden, veel minder interesse te hebben om de buitenwereld te vertellen over de aanleiding voor deze nieuwe wending. Nochtans heeft het een legitieme zorg: tienduizenden Israëlische burgers zijn geëvacueerd uit de grensregio met Libanon vanwege aanhoudende raketaanvallen door Hezbollah. Waarom dan dit gebrek? De eenvoudigste verklaring is dat de Netanyahu-regering volledig is losgeslagen. De decennialange onderdrukking van de Palestijnen heeft de Israëlische samenleving diep gecorrumpeerd. Haar onrecht is enkel vol te houden door een ideologische waanbeeld na te streven waarin principes zoals mensenrechten en internationaal recht niet passen. Netanyahu heeft, net zoals Poetin, geen redenen meer nodig, enkel nog voorwendselen. Uitleg is daarmee onbelangrijk geworden.
Al volgde er in de afgelopen maanden uiteindelijk wel enige mate van kritiek vanuit het Westen op Israël's wandaden in Gaza, is het land het afgelopen jaar geen strobreed in de weg gelegd om deze te blijven begaan. Sterker nog, de VS blijft maand na maand nieuwe miljardenpakketten aan militaire steun voor Israël goedkeuren. De les die haar regering logischerwijs trekt is dat zij ongestraft haar gang kan gaan.
En wat was voor hen de les van 7 oktober? Dat je niet zij aan zij kan leven met een vijand. Maar wie is de vijand voor Netanyahu en zijn partners? Waar zij tegen de internationale gemeenschap de mond vol hebben over het gevaar van Hamas, is binnenlands het gebruik van de term “terrorist” als synoniem voor “Palestijn” volledig ingeburgerd. Neem bijvoorbeeld Knessetlid Amit Halevi voor Likoed, partijgenoot van Netanyahu, die het eerder dit jaar had over “terroristen” die op de kraamafdeling van het ondertussen grotendeels verwoeste Al Shifa-ziekenhuis in Gaza geboren werden. De ontmenselijking van de Palestijnen begon niet op 8 oktober. Er is geen minister of partijprominent te vinden in de huidige Israëlische coalitie waarvan geen soortgelijke uitspraken gevonden kunnen worden uit het verleden.
Het huidige militaire handelen tegen Libanon ligt in het verlengde van die radicalisering van de Israëlische politiek en samenleving. Na de ontheemding van vrijwel de volledige Gazaanse bevolking en, in recente weken, de volledige ontvolking van Noord-Gaza is het Israëlische leger aan een soortgelijke onderneming begonnen in zuidelijk Libanon. Wat de Israëlische staat daar niet bij kan gebruiken, zijn pottenkijkers, oftewel, de VN-vredesmacht Unifil.
“Het antwoord blijft schrijnend en snoeihard. De wereld liet het op een verschrikkelijke manier afweten.” Zo concludeerde Rutte over Srebrenica zevenentwintig jaar na de genocide. In Gaza is het dodental inmiddels tenminste 40.000 en waarschijnlijk meer dan 120.000 – 5.4% van de bevolking. Dat laatste is meer dan alle burgers die in drieënhalf jaar gedood werden tijdens de oorlog in Bosnië.
De herhaling van de geschiedenis hoeft zich echter niet volledig te voltooien. Al kan de Nederlandse regering deze oorlog niet zomaar stoppen kan het wel leiderschap gaan tonen door zich in te zetten om de Israëlische schendingen van mensenrechten en internationaal recht een halt toe te roepen. Een eerste stap zou een publieke herbevestiging van steun zijn voor het in Nederland gezetelde Internationaal Strafhof, dat in mei een arrestatiebevel afgevaardigde voor Netanyahu, de hedendaagse Radovan Karadžić. Recent heeft the Guardian onthuld dat Israëlische inlichtingendiensten een jarenlange campagne voerden tegen dat hof om onderzoeken naar mogelijke Israëlische oorlogsmisdaden te laten mislukken.
Nederland kan daarnaast besluiten iedere vorm van militaire samenwerking, steun of commercie met Israël direct te beëindigen en internationaal pleiten voor een militair embargo tegen Israël. Het kan sancties opleggen aan Israëlische politici zoals ministers Ben-Gvir en Smotrich. Nederland is een van Israël’s grootste handelspartners en is handel met de EU essentieel voor de Israëlische economie. De regering kan zich aansluiten bij Ierland en Spanje en binnen de EU pleiten voor een directe opschorting van het EU-Israël associatieverdrag en daarmee alle handelsvoordelen voor het land beëindigen. Het kan alle handel met de illegale Israëlische nederzettingen permanent beëindigen en zich inzetten voor een Europees verbod.
Dat zal ingaan tegen de wensen van Geert Wilders, wiens sympathie voor Israël en afkeer van internationaal recht bekend is, maar dat is dan ook de betekenis van leiderschap. Het alternatief is het opnieuw weer laten afweten, opnieuw weer Srebrenica, opnieuw weer “nooit meer”, steeds weer “nooit meer”, nu door Netanyahu, dan door anderen. Het alternatief is de gruwel voorbij.