Keti-Koti-reportage op Radio 1. Obligate praatjes met allemaal dezelfde strekking: er moet na excuses van de regering iets meer gebeuren. Wat dan
Wat moet een mens met al die obligate retoriek doen? Tegen de radio gillen dat ze moet ophouden met dat gezever? Of als een strenge Surinaamse schooljuf, voor een ouderwets groen schoolbord met een wit krijtje in de hand, een aantal zaken op een rijtje zetten, in de hoop dat iemand “er in hemelsnaam iets van gesnopen heeft”?
VRAAG 1
Wat moet er nog meer gebeuren in het kader van het slavernijverleden? (Let op: meerdere antwoorden mogelijk.)
a. Financiële compensatie voor de nazaten van tot slaaf gemaakte mensen?
b. Meer kansengelijkheid voor de gemarginaliseerde zwarte Nederlanders?
c. Of moet er meer duidelijkheid over de effecten van de slavernij tot vandaag?
Het goede antwoord is C.
Het gebrek aan kennis over de effecten van de slavernij op het heden en de toekomst is fnuikend en zorgt ervoor dat de vooroordelen blijven voortwoekeren. Het is toch van de zotte dat er op geen enkele Nederlandse universiteit onderzoek wordt gedaan naar de effecten van deze periode. Ik praat dan niet over de halfbakken onderzoeken waar orale vertellingen en de Caribische literatuur gebruikt worden om serieuze kwesties zoals economische en sociaal-maatschappelijke achterstelling te beschrijven. Het probleem is dat het beschrijven van dit soort situaties zonder duidelijke wetenschappelijke onderbouwing geen enkele waarde heeft. Integendeel.
Want wat men feitelijk doet is het pushen van anekdotes en narratieven die de achterstelling en de koloniale mindset nog meer in stand houdt.
In 1950 kwam Rudolf van Lier tot de conclusie dat de Surinaamse bevolking reeds lang voor de periode van 1863 zijn economische zelfstandigheid had verloren (1971, p. 140). Van Lier schrijft verder dat er vanaf die periode sprake is geweest van een zekere drang naar zelfstandigheid. Er kwam grotere politieke vrijheid, maar die werd teniet gedaan door de financiële afhankelijkheid ten opzichte van het moederland. De opkomst van het liberalisme bracht nieuwe perspectieven, maar omdat het beleid inzake de koloniën door Den Haag werd bepaald kwam men in Suriname geen stap verder.
Een andere onderbelichte kwestie zijn de neveneffecten van het Staatstoezicht. Over die periode is er sinds 1950, na het onderzoek van Van Lier, amper iets geschreven. De periode van het Staatstoezicht duurde van 1863-1873 en een de facto voortzetting van de slavernij.
De periode van het staatstoezicht was ingesteld om dat immense gat tussen slaaf en vrijgemaakte mens te overbruggen. Mensen, zo was de redenering van de Nederlandse en de koloniale autoriteiten, zouden in die 10 jaar leren om een godvruchtig, vroom en spaarzaam leven te lijden. In 1876, 24 jaar voor Nederland, werd de leerplichtwet ingesteld voor kinderen van vrijgemaakten en niet lang daarna kwamen er wetten bedoelt om de zwarte vrijgemaakte mens te vernederlandsen. Sranan-tongo spreken werd verboden, net als het organiseren van winti-bijeenkomsten.
Behalve door Van Lier, is er verder weinig geschreven over deze periode in Suriname. Over de Anglo Caribbean is er wel meer bekend. Gad Heuman schrijft sinds 2000 over deze vorm van verkapte slavernij. In 2023 schrijft hij dat “apprenticeship [in Suriname] was an ambiguous intuition (…) [it was difficult to make apprentices comprehend] that they were compelled to work a greater part of their time for the same masters without adequate wages”
Er zijn een aantal opvallende zaken die ik in dit kader wil benoemen en onderstrepen: de slaven, specifiek de plantageslaven waren niet vrij na 1863; ze waren slechts vrijgemaakt en duidelijk niet geëmancipeerd. De mensen waren niet vrij om te gaan en te staan waar ze wilden, ze waren verplicht om op de plantages te blijven en daar werkzaamheden te verrichten tegen een hongerloon.
VRAAG 2
Waarom moeten wij meer weten over deze periode?
a. Om meer te weten over onze eigen Nederlandse geschiedenis.
b. Omdat het hedendaags racisme zijn oorsprong heeft in de periode na de slavernij.
c. Omdat het staatstoezicht in de Nederlandse canon moet worden opgenomen.
d. a. b. en c. zijn alle drie correct.
Het goede antwoord is D.
Ja de periode van het Staatstoezicht moet in de Nederlandse Canon worden opgenomen.
Deze sterk onderbelichte periode uit de Surinaamse en de Nederlandse geschiedenis verdient meer en beter onderzoek. Dat geen enkele Nederlandse universiteit daar werk van heeft gemaakt: hoe bizar!
Maar wetenschappelijk onderzoek wordt door velen niet gezien als een vorm van compensatie. Want compensatie, zoals sommigen apologeten uit de Zwarte gemeenschap steeds roepen, dat is gewoon keiharde doekoe. Monie!
Maar is de periode van de slavernij niet breder dan geld alleen?
Deze donkere periode is toch ook niet het eigendom van een specifieke groep mensen die zich steeds opwerpen als mouthpieces? Het is toch ook niet het exclusieve terrein van een zwarte elite die via het slavernijplatform zijn politieke en sociaal-maatschappelijke invloed wil vergroten? Want laten we wel wezen: wat hebben die bereikt behalve excuses? De rechtse meerderheid in de Kamer stemde onlangs unaniem voor een motie van Joost Eerdmans met zijn eenmansfractie, om Woke de nek om te draaien.
Het racisme zoals dat door Eerdmans, Baudet en vele anderen wordt gepropageerd is niet iets van vandaag. Het heeft zijn oorsprong in de tijd van het Staatstoezicht, toen veel planters woedend waren dat de slavernij en de daarmee gepaard gaande status quo een klap voorbij was. Ook vonden ze de compensatieregeling te mager. Anderen hadden moeite met het feit dat de vrijgemaakten niet meer zo vreselijk hard wilden werken. Dat mensen moe waren, soms oud en dat ze wilden uitrusten. Of dat ze moesten wennen aan hun nieuwe bestaan in verkapte katibo. Vooroordelen uit die dagen zoals “luie negers” en “spilziek zwart volk dat alleen maar willen dansen en uitgeven” zijn vandaag nog steeds alive en kicking.
Nogmaals, er is weinig bekend over de toestand in Suriname tussen 1863-1873. Over de situatie op Jamaica is er gelukkig meer onderzoek gedaan. En een deel van de informatie kun je extrapoleren naar de situatie in Suriname. Het vermoeden is dat planters in Suriname, net als op Jamaica, de vrijgemaakten bij het minste en geringste lieten opsluiten als er niet hard genoeg gewerkt werd (het was verboden maar het gebeurde toch). Ook ga ik ervan uit dat er ook na de afschaffing van de slavernij nog steeds zware lijfstraffen zoals “zwepen” en de “Spaanse bok” werden uitgedeeld (ook verboden maar gebeurde toch).
In de Anglo Caribbean heeft men vanwege vele protesten van de vrijgemaakten en druk vanuit Groot Brittannië deze periode vroegtijdig moeten beëindigen. In Suriname was dat anders. Daar duurde het staatstoezicht precies 10 jaar. Waarom waren de vrijgemaakten in Suriname minder geneigd om te protesteren tegen de affreuze en zeer onmenselijke behandeling door de planters? Waarom kwam men niet in opstand tegen het systeem zoals op Jamaica en in Guyana?
Er zijn aanwijzingen dat de periode van het Staatstoezicht een negatieve impact heeft gehad op de economische en sociaal-maatschappelijke ontwikkeling van Suriname in het algemeen en de zwarte mensen in het bijzonder. Toen en vandaag. Zoals Heuman (p. 235) schrijft: de vrijgemaakten waren uitstekend in staat om voor zichzelf te zorgen, er was geen staatstoezicht nodig. Menig slaaf beschikte over een kostgrondje. Anderen hadden winkeltjes en weer anderen verkochten kippen en honing. Na 1873 toen het staatstoezicht voorbij was werden ze afgedankt en verbannen naar de stad. En in de stad konden ze amper het hoofd boven water houden. Er is over die periode relatief veel bekend. Oversterfte. Veel (besmettelijke) ziektes, en na de Eerste Wereldoorlog grote hongersnood en diepe armoede.
Het is verbazingwekkend dat er mensen zijn die de vrijgemaakten bleven blamen voor hun deplorabele situatie. Ik noem in dit kader Anton de Kom, Edgar Cairo en anderen, die het frame van die “luie zwarte neger die weigert iets te doen aan zijn situatie” levend hielden, terwijl ze in dezelfde adem het kolonialisme verketteren. Hoe schizofreen! Maar ja! Mentale slavernij is en blijft een lastig ding, gesnopen!?
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.