Sywerts Miljoenen, het spraakmakende boek van Follow The Money-journalisten Jan-Hein Strop en Stefan Vermeulen over de mondkapjesaffaire, is net zo snel en meeslepend geschreven als de hoofdpersonen graag willen zijn. Sywert van Lienden, Bernd Damme, Camille van Gestel, namen om nooit te vergeten. Al lezende kwam ik er achter dat ik al een paar keer eerder geld aan ze had uitgegeven.
Jaren geleden in een Rotterdamse winkel zag ik een mooi sjaaltje met een apart motief. 75 euro kostte het, maar dat was een koopje verzekerde de verkoper me en hij begon het aan te prijzen. Niet alleen hoe bijzonder dat sjaaltje was maar ook hoe uitzonderlijk het bedrijf waar het vandaan kwam. Rotterdams, innovatief, speciaal opgericht om stropdassen van een bijzondere soort te maken. Met heel veel succes. Dit sjaaltje was een unicum. Etcetera. Ik trok mijn bankpas. Het was een mooi sjaaltje maar ik betaalde ook voor het verhaal, zoals wel vaker bij te duur geprijsde producten.
Ik kwam het bedrijf onverwacht tegen in Sywerts Miljoenen. Het sjaaltje blijkt een van de mislukte successen van Bernd Damme. De media liepen weg met zijn ondernemersverhaal dat stoelde op smakelijke ingrediënten als lef, toonaangevend, wereldveroverend, verfrissend. Matthijs van Nieuwkerk, indertijd nationaal kennelhouder van jonge honden à la Bernd, droeg zo’n stropdas op tv. Quote en Elsevier prezen de jonge ondernemer, die ook nog eens actief was binnen het CDA. Het verhaal mocht overtuigen, de werkelijkheid was anders: de stropdassen verkochten niet en het bedrijf bleek een strop van de andere soort. Ik was misschien wel de enige tevreden klant, realiseer ik me tijdens het lezen en vraag me af of ik het sjaaltje ooit nog zal dragen. Want dat is een onmiskenbaar resultaat van oplichters: ze maken wat mooi is smerig.
Het gebeurde nog een keer. Jaren geleden liep ik mee met de Nacht van de Vluchteling. Tegen het einde van die 40 kilometer lange tocht was de batterij van mijn mobiele telefoon, waarmee ik al lopende sponsors binnenhaalde, leeg. Een vrolijke jongen die lopers aansprak bij de pleisterplaats had een oplossing: een powerbank met een zonnecel waarmee deze zichzelf op kan laden. Ook nog voorzien van een energiezuinige lamp die veel licht geeft en ontworpen voor mensen in Afrika waar elektriciteit niet voorhanden is. Innovatief, handig, nieuw. Precies wat ik nodig had. Kostte dat? 75 euro. Dat was veel geld. Ja maar voor elk verkocht apparaat wordt er een gratis weggegeven aan een powerbank-behoevende in Afrika, verzekerde hij me. Wat een mooi verhaal en gebaar. Ik trok m’n bankpas. Veel later hoorde ik iemand vertellen dat het verzonnen was, dat er nooit zo’n powerbank in Afrika terecht is gekomen. Ik beken, ik verdrong dat een beetje. Het was immers zo’n mooi idee. Ook al had ik inmiddels gemerkt dat de zonnecel helemaal niet krachtig genoeg was om de batterij in een dag volle zon op te laden. De powerbank belandde bij mij al snel ongebruikt in m’n kast, te groot, te onhandig en de duurste die ik ooit gehad heb. Maar wel een mooi verhaal.
Nu kwam ik de powerbank weer tegen in Sywerts Miljoenen. Het bleek een initiatief van Camille van Gestel, die met aanstekelijke praatjes iedereen enthousiast wist te krijgen. Hij haalde tonnen binnen met crowdfunding maar in Afrika is nooit zo’n lampje aangegaan en na een paar jaar geld verslinden ging definitief het licht uit.
De voorbeelden maken nog eens duidelijk wat in het boek aangetoond wordt: het inmiddels beruchte trio achter de Hulptroepen Alliantie was zeer bedreven in verkooppraatjes. Dat geldt ook voor hoofdverdachte Sywert. Het boek verhaalt dat hij al van jongs af aan bedreven is in list en bedrog. Het deed me denken aan een periode die ik zelf heb meegemaakt tijdens de eerste dotcom-boom, zo'n periode waarin iedereen elkaar gek maakte in de jacht op succes en geld. Ik ging in zee met een soortgelijk type die gouden bergen beloofde maar kwam erachter dat hij wel een heel dubieuze manier van opereren had en de keizer geen kleren droeg. Dat openbaren bleek echter onbegonnen werk. Journalisten vielen als een blok voor de praatjes van mijn inmiddels voormalig compagnon, kritiek werd afgedaan als rancuneus en zuur. Jaren later werd de persoon in kwestie door de rechter veroordeeld tot 10 maanden cel, waarvan de helft voorwaardelijk, wegens oplichting van de overheid. De zaak was amper nieuws, dovende lampen schijnen nu eenmaal niet.
Het even smakelijke als verbijsterende boek gaat over hoe een trio zich in crisistijd op schandalige wijze meester maakt van miljoenen aan gemeenschapsgeld maar het is ook een verhaal over de kracht van beeldvorming. Sywert kon stemming maken door bij een gretig publiek het wantrouwen tegen de overheid aan te wakkeren, het idee te voeden dat ambtenaren klungels zijn en dat alleen ondernemers verstand van zaken hebben. Praatjes die het goed doen aan de borreltafels en daar kun je sinds een paar jaar ook de tafels van de talkshows toe rekenen, sinds journalistiek daar plaats heeft gemaakt voor de jacht op de gast.
De drie konden hun slag slaan omdat de verantwoordelijke politici ook verslaafd zijn aan beeldvorming, in het geval van Hugo de Jonge zelfs letterlijk. Hij heeft nog net geen persoonlijke cameraploeg die hem de hele dag volgt. Beeldvorming, of zoals mediamakers graag zeggen ‘de publieke opinie’, was ook bepalend voor het coronabeleid, zo maakt het boek duidelijk. Nu kun je daar makkelijk schande van spreken maar zo eenvoudig werkt het niet. Ik bedoel: zet een politicus op het podium die luidkeels verkondigt dat hij of zij schijt heeft aan beeldvorming en de kans is groot dat de publieke opinie er mee wegloopt. Beeldvorming is een spiegelpaleis waaruit het lastig ontsnappen is.
De praatjes van Sywert en kornuiten waren zo aantrekkelijk dat grote groepen mensen ze graag geloofden. Wie er kritiek op had was al snel een zeur. In het boek zijn dat de ambtenaren, die precies doorhebben dat er iets niet klopt en het trio buiten de deur trachten te houden. Tevergeefs, want wie wil er nou naar van die saaie, zeurende ambtenaren luisteren?