Het interview van Sigrid Kaag bij Nieuwsuur was allesbehalve een lichtgewicht mediapresentatie. Rustig, scherp en weloverwogen nam ze de tijd om vragen uit te diepen, niet om te ontwijken. Het was een optreden dat deed denken aan de klassieke betekenis van politiek leiderschap: iemand die met kennis van zaken, internationale ervaring en analytisch vermogen antwoord geeft, ook op ongemakkelijke vragen.
Juist zo’n erudiet optreden zet het contrast pijnlijk scherp neer. Want het dominante beeld van Kaag in een groot deel van het publieke debat heeft daar weinig tot niets mee te maken. De afgelopen jaren is ze doelwit geweest van een intensieve online en offline campagne waarin niet haar beleid centraal stond, maar haar persoon. Van suggestieve knip-en-plakfragmenten tot seksistische opmerkingen, van complottheorieën tot haatmemes, het frame moest blijven hangen: Kaag als ‘globalist’, ‘elite’ of erger.
Critici wijzen soms op incidenten zoals het dansmoment of de montage van haar campagnefilm als bewijs dat ‘ze het zelf uitlokt’. Maar zulke momenten worden onder een onevenredig vergrootglas gelegd, terwijl inhoudelijke prestaties nauwelijks door datzelfde filter komen. Dat geldt ook voor andere vrouwelijke politici: Yesilgöz werd bespot om haar stem, Faber om haar kleding, kritiek die mannen zelden treft.
Het Nieuwsuur-optreden liet zien wat er gebeurt als je het narratief even van de ruis ontdoet: er blijft een politica over die kan denken, duiden en verbinden. Het is precies dát beeld waar de campagne tegen Kaag niet mee uit de voeten kan.
Het zou goed zijn als we die stilte na de haat eens langer laten duren, en kijken wie er dan werkelijk voor ons zit.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.