Maandag werd Marine Le Pen veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf wegens het achteroverdrukken van ruim 4 miljoen euro aan gemeenschapsgeld. De bewijzen tegen haar waren overweldigend, inclusief mails van medewerkers die waarschuwden dat wat ze wilde strafbaar was. Ze deed het toch.
De straf is in de praktijk minder hard dan het klinkt. Ze hoeft niet met meerdere criminelen op een cel, ze mag de straf thuis uitzitten met een enkelband. Wel kan ze zich vijf jaar lang niet meer kandidaat stellen voor een publieke functie. Wereldwijd spreekt extreemrechts daar schande van, waaronder Wilders, maar Le Pen heeft zelf voor de wet gestemd die veroordeelde politici ‘hard aanpakt’. Het is het bekende verhaal van fascisten: ‘er moet hard opgetreden worden, maar niet tegen mij’.
Opvallend is hoe Le Pen de berichtgeving in haar voordeel weet te draaien door moord en brand te schreeuwen. Ze slaagt er zo in de leugen in de berichtgeving te injecteren dat het ‘een politiek proces’ is. Iedereen weet dat het niet waar is maar de journalistiek heeft zichzelf de laatste jaren in een ‘both sides’ hoek geschilderd. Zelfs voormalig verzetsblad Vrij Nederland kopt ‘Het proces Le Pen: rechterlijke coup of rechtsstaat in actie?’
Het is natuurlijk het laatste maar door de andere mogelijkheid op gelijke voet te plaatsen wordt met dit soort berichtgeving de twijfel gezaaid, een strategie die is uitgevonden door de tabaksindustrie om een verbod te voorkomen voor hun dodelijke maar zeer lucratieve handel. Niemand kopt: de rechtsstaat zegeviert, corrupte Le Pen veroordeeld. Terwijl dat toch het geval is. Want daar is de rechtsstaat voor. Zoals deze week in de nieuwsbrief Joop NL werd geconstateerd:
“Het gaat er (in de media) minder over dat de rechtsstaat ons ook moet beschermen tegen extreemrechts. Niet zozeer vanwege hun politiek, maar vanwege hun praktijken. Niet alleen Wilders die veroordeeld werd wegens discriminatie maar ook de gevallen van fraude, geweld, wapenbezit en wat al niet meer in zijn partij.”
Iedereen die een beetje geschiedenis heeft geleerd weet dat fascisten corrupt, gewelddadig, enzovoorts zijn. Dat is waarom je hen moet vrezen, niet omdat ze hun haar blonderen of in het parlement staan te schreeuwen. Het fascisme begint als de rechtsstaat niet meer durft op te treden uit angst voor de mogelijke politieke gevolgen.
Een dag na het Franse vonnis stond PVV-minister Faber in de Kamer waar ze uitleg moest geven over haar besluit om vijf burgers die medemensen helpen geen lintje te geven. Dat deed ze niet. Ze herhaalde eindeloos een nietszeggende verklaring, die haar waarschijnlijk was toegeschoven door Wilders. Iedereen weet dat ze de onderscheidingen niet wil toekennen omdat het hulp betreft aan vluchtelingen. Die mogen van haar niet geholpen worden. Terecht was daar veel verontwaardiging over. Maar vergeet niet dat het de VVD was die een aantal jaren geleden voorstelde om vrijwilligers die op zee vluchtelingen van de verdrinkingsdood redden in de gevangenis te gooien.
Extreemrechts is immuun voor negatieve publiciteit. Faber zelf bijvoorbeeld kwam vaker in opspraak. Ze schoof haar eigen zoon opdrachten toe, ze loog openlijk over voorvallen. Iedere politicus van een gewone partij levert dat schade op maar bij fascisten is dat anders. Als het om henzelf gaat is het nooit erg. Het AD meldt dat Faber een tweede huis in Florida heeft. Niemand die er om maalt.
Deze week las ik ‘Aspecten van het nieuwe rechts-radicalisme’, een lezing die de Duitse filosoof Theodor Adorno (1903-1969) in 1967 hield in Wenen. Aanleiding was het plotselinge Duitse stembussucces van de extreemrechtse NPD, dat toen overigens maar een paar procent besloeg. Maar omdat de nazi-verschrikkingen nog vers in het geheugen zaten was iedereen zich rotgeschrokken.
De lezing was te moeilijke kost voor me, ik ben niet bekend met begrippen als concretisme, maar daar liet ik me niet door afschrikken. Wat me wel schrik bezorgde was hoe actueel zijn analyses bleken. Het gedrag van Faber in de Kamer bijvoorbeeld past er naadloos in. Het is een bekende werkwijze van fascisten, schrijft Adorno. Ze weigert in discussie te gaan omdat ze weet dat ze die verliest. Fascisme is niet gebaseerd op kennis of argumenten maar op gevoel. Het gaat hen niet om wat waar is of wat klopt maar om het verkrijgen van macht. "Ik ben het beleid."
Adorno wijst er op dat fascisme vooral bestaat uit propaganda. Dat is eveneens van toepassing. Kijk naar het voortdurende getwitter van Wilders die alleen maar bezig is met campagne te voeren in plaats van het land te besturen.
Ook voor de rest zijn schrikbarend veel van de door Adorno genoemde aspecten van toepassing op de PVV, van het ontbreken van interne partijdemocratie tot het voortdurende geklaag over ‘wat je niet mag zeggen’. Het is allemaal niet nieuw maar onderdeel van het oude recept. Als je het leest vraag je je af waarom de PVV niet al heel lang als fascistisch gezien wordt. Al kan ik je dat wel vertellen: iedereen die dat de afgelopen jaren deed werd verketterd. Niet alleen door de fascisten maar vooral ook door mensen die dachten dat het fascisme iets van vroeger was, dat het definitief voorbij was en nu slechts een term die gebruikt werd om tegenstanders het zwijgen op te leggen. Dat was hen geleerd door, je raadt het nooit, de fascisten. Zoals dat nu weer gaat met de zogenaamd verpolitiseerde rechtsstaat en de veroordeling Le Pen. In naam van de zogenaamde redelijkheid wordt het gif vrijwillig ingenomen.
Adorno stelt dat je fascisten niet moet bestrijden met hun eigen middelen. “Niet leugen met leugen beantwoorden, niet proberen even sluw te zijn als zij, maar ze echt met de overtuigingskracht van de rede, met de werkelijk onideologische waarheid weerwerk bieden”. Ook dit kun je vertalen naar het heden. Wie probeerde even sluw te zijn, net zo hard te liegen om er politiek voordeel uit te halen? Nou bijvoorbeeld VVD-leider Dilan Yesilgöz met haar ‘nareis op nareis’-leugen waarmee haar vleugel in de partij het kabinet liet vallen, om vervolgens met Wilders in zee te gaan. Daardoor zitten we in deze shit.
Woensdagavond luisterde ik in de Haagse sociëteit De Witte naar de Kerdijklezing, vernoemd naar de 19e eeuwse liberaal Arnold Kerdijk. Die werd deze keer gegeven door niemand minder dan CDA-leider Henri Bontenbal. Hij zette in grote lijnen en met veel overtuigingskracht zijn politieke visie uiteen. Je kunt die hier nalezen of bekijken. Ik vond het een bemoedigende poging de christendemocratische gedachte nieuw leven in te blazen. Wat me trof in het licht van de ontwikkelingen van deze week is hoe duidelijk Bontenbal zich uitsprak tegen de samenwerking met extreemrechts en zijn veroordeling van rechtse partijen die dat wel doen. “Dit is geen tijd om te experimenteren met de rechtsstaat.”
We demonstreren - terecht - tegen de PVV maar de pijlen zouden wel wat meer gericht mogen worden op de collaborateurs. Fascisten krijgen uit zichzelf niet de meerderheid, ze worden er aan geholpen door mensen die denken dat ze slimmer zijn. Het is het domste dat je kunt doen.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.