Alles heeft simpelweg een prijs.
Het was 24 juni 2013. Rafael Nadal werd uitgeschakeld in de eerste ronde van Wimbledon. Het Witte Huis was woedend op de regering van Hong Kong omdat het Edward Snowden niet tegenhield toen hij een vlucht naar Moskou zou nemen. O, en Berlusconi werd veroordeeld tot zeven jaar cel. Het was kortom een dag vol ingrijpende gebeurtenissen, maar toch was er in de Verenigde Staten maar één nieuwsbericht waar iedereen het over had. De Amerikaanse inspecteur-generaal van sociale zekerheid was die dag met het nieuws gekomen dat er per ongeluk een bedrag van 31 miljoen dollar was uitgekeerd aan 1.546 Amerikanen die daar geen recht op hadden.
Amerikaanse burgers spraken van schande, en stelden dat ze deze 31 miljoen nooit meer terug zouden krijgen. De Amerikaanse Staat was daarentegen echter heel stellig dat dit wél zou gebeuren. Waarom die hier zo stellig in was, dat had alleen niet zo’n fijne reden: er was namelijk nog iets ergers gebeurd. De mensen die onterecht een uitkering hadden ontvangen, stonden namelijk allemaal in de overheidsdatabase gemarkeerd met een overlijdensakte. Dit was dan ook de reden dat de Amerikaanse Staat zeker wist dat deze mensen niet met het geld zouden vertrekken: al deze 1.546 mensen waren immers dood. Het was een politieke blunder die zijn weerga niet kende en in Amerika ongekend veel aandacht zou krijgen. Wij vonden dit ontzettend grappig, maar in Nederland was er iets soortgelijks aan de hand.
In 2013 kwam het nieuwsprogramma Brandpunt erachter dat Bulgaren erin waren geslaagd om onterecht subsidies vanuit Nederland te ontvangen, een politiek debacle dat later ook wel de ‘Bulgarenfraude’ werd genoemd. Hoe deze Bulgaren dit voor elkaar kregen was heel simpel. Ze schreven zich in als inwoner van Nederland, stuurden neppe arbeids- en huurcontracten, openden een Nederlandse bankrekening, en ontvingen vervolgens duizenden euro’s aan Nederlandse toeslagen voor onder andere zorg en huur.
Tussen deze gebeurtenis in Nederland en in Amerika zaten veel gelijkenissen. In beide gevallen werden er miljoenen aan belastinggeld verslonden. In beide gevallen ging het om een gigantische politieke blunder. En in beide gevallen vroeg iedereen zich af hoe dit in hemelsnaam kon. Ook de reactie vanuit de politiek was in beide gevallen hetzelfde. Het was iets wat nooit had mogen plaatsvinden, zou de overheid stellen, en ze zouden er alles aan doen om te voorkomen dat dit nóg een keer zou gebeuren. In zowel Amerika als Nederland werd deze reactie met gejuich ontvangen, maar vanuit economisch oogpunt was dit het domste dat de overheden konden doen. Waarom? Dat is wat we van de wereldberoemde uitspraak van George Stigler kunnen leren. ‘Je brengt veel te veel tijd door op luchthavens, wanneer je nog nooit je vlucht hebt gemist.’
Even terug naar de zomer van 2013. In de Verenigde Staten werd er nog altijd schande gesproken. Het uitkeren van 31 miljoen dollar belastinggeld aan overleden mensen was niet goed te praten. Men vond dat de Amerikaanse inspecteur-generaal af moest treden. Dit zou echter allemaal veranderen door één man. Nicholas Beaudrot, een onbekende man die dol was op wiskunde en cijfers, was benieuwd hoeveel schade er nou eigenlijk was geleden. 31 miljoen dollar leek een krankzinnig bedrag om verkeerd uit te keren, maar uit zijn berekening bleek dat dit neerkwam op slechts 0,004 procent van alle uitkeringen die dat jaar waren gedaan.
Geld uitkeren aan overleden mensen had natuurlijk nooit mogen gebeuren, maar als er zo verschrikkelijk veel heisa gemaakt werd om zo’n minuscuul foutje, dan kon je eigenlijk niet anders dan concluderen dat het bureau van sociale zekerheid haar werk waanzinnig goed deed. In Nederland zou men tot dezelfde conclusie komen. Onderzoek wees uit dat tussen 2007 en 2013 zo’n 805 Bulgaren in totaal vier miljoen euro onterecht aan uitkeringen hadden ontvangen, maar aangezien de Nederlandse staat in deze periode 68 miljard euro aan toeslagen uitkeerde, kwam dit neer op slechts 0,006 procent. Dit zou alles in perspectief plaatsen. Want terwijl men eerst nog sprak van een gigantische politieke blunder, vond men het nu niet meer zo’n probleem. Toch was er één ding dat niemand zich leek te realiseren. Het was niet alleen geen probleem dat deze ‘blunders’ hadden plaatsgevonden. Nee, het was zelfs goed dat dit was gebeurd.
Dat het maken van (politieke) blunders enorm veel geld kost is voor iedereen duidelijk. Er is alleen één ding dat mensen zich niet realiseren: ook het voorkomen van blunders kost ontzettend veel geld. Als samenleving betalen wij een prijs voor drugshandel, maar ook voor de aanpak ervan. Door fraude met subsidies kunnen we miljoenen verliezen, maar ook de opsporing en het voorkomen ervan kost ontzettend veel geld. En het overmaken van toeslagen naar overleden mensen zorgt voor enorme kosten, maar hetzelfde geldt voor honderd procent zeker zijn dat alles perfect gebeurt. Alles heeft simpelweg een prijs. Niet alleen de fouten die je maakt, maar ook dat wat je doet om het te voorkomen. Niet alleen wat je doet, maar ook wat je besluit na te laten. Niet alleen het begaan van blunders, maar ook de afwending ervan. Dat is de wijze les die we van George Stigler kunnen leren. Als je nog nooit je vlucht hebt gemist, dan breng je te veel tijd door op luchthavens. Als er nooit een onschuldig persoon in de gevangenis belandt, dan veroordeel je te weinig schuldigen. En als de overheid nooit blunders begaat, dan spendeert die veel te veel geld om alles perfect te regelen. De ultieme vorm van overheidsverspilling is tenslotte niet het maken van blunders, maar juist het ontbreken ervan.
Jona van Loenen is econoom, columnist en schrijver. Zijn boek ‘Waarom de laagsteprijsgarantie ervoor zorgt dat je te veel betaalt’ is zojuist uitgekomen.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.