Het had zo gaaf kunnen zijn: oud-premier Mark Rutte fulltime als leraar voor de klas. Het zou tevens een prachtig statement zijn geweest, wanneer de voorheen belangrijkste man van ons land na zijn jarenlange behuizing van het comfortabele Torentje - met fantastisch mooi uitzicht over de Haagse Hofvijver - nu zou kiezen voor een iets minder geoutilleerd klaslokaal met uitzicht op het betegelde schoolterrein. Een ruimte waarin hij vijfentwintig lesuren per week pubers zou mogen vertellen over zijn opgedane ervaringen en zijn brede kennis zou mogen delen. Misschien zou hij zelfs wel geregeld van lokaal moeten wisselen, zoals dat geldt voor veel leraren, of in de rij moeten staan voor de koffieautomaat.
“Voor 150 Kamerleden spreken lastig? Vrijdag het achtste uur is ook topsport”, zei hij vorig jaar juli nog tijdens een interview met EenVandaag. Een paar dagen daarvoor had hij bekendgemaakt dat hij de politiek zou gaan verlaten. Meteen daarna volgde het grote speculeren: zou hij na zijn politieke carrière daadwerkelijk voor een fulltime baan in het onderwijs kiezen? Hij had daar immers eind 2022 op gezinspeeld. En met zijn twintig jaar ervaring voor de klas, als gastdocent op een Haagse Scholengemeenschap, zou het niet eens ondenkbaar hoeven zijn.
Volgens oud-rector Kars Veling is hij een heel vaardige docent. “Als leerlingen het niet met hem eens waren, leidde dat nooit tot frictie. Hij ging dan juist het gesprek aan.” Laat dat nu net een goede eigenschap van een leraar zijn, om op die manier een sterke en constructieve band op te bouwen met zijn leerlingen.
Maar het mocht dus niet zo zijn. In de aanloop naar de Nationale Onderwijsweek en de daarbij behorende Dag van de Leraar werd Rutte op 1 oktober geïnstalleerd als nieuwe secretaris-generaal van de NAVO. Hij nam het leiderschapsstokje over van Jens Stoltenberg, die tien jaar lang de chef was van de internationale militaire organisatie. Tijdens zijn eerste werkdag benoemde de oud-premier onder andere het belang om een miljard inwoners uit de NAVO-landen veilig te houden. Op de site van de NOS viel verder te lezen dat Stoltenberg Rutte ziet als de ideale opvolger ‘omdat hij de perfecte achtergrond en ervaring heeft.’
Een bekende uitspraak van de schilder Edvard Munch is: “Ik schilder niet wat ik zie, maar wat ik zag!” Hij prefereerde tijdens zijn actieve schildersleven niet de oppervlakkige schijn, maar juist wat er werkelijk gebeurt of was gebeurd. Ik moest hier aan denken naar aanleiding van de uitspraken van respectievelijk de oud-rector van de school waar Mark Rutte lesgaf en de lovende woorden van Stoltenberg, als oud-chef van de NAVO. Beiden spreken ze vol lof over de aanpak van Rutte en de ervaringen die hij in de decennia hiervoor heeft opgedaan. Ervaring is een waardevol bezit, dat bestaat uit een cumulatief geheel van levenswijsheid, doorzettingsvermogen, geluk en tegenslag. Onlosmakelijk kenmerken die ook in het onderwijs van belang zijn om jongeren de weg te wijzen richting volwassenheid.
Teleurstellend is het feit dat Mark Rutte juist de ‘oppervlakkige schijn’ een tijdje ophield, door te refereren aan zijn werk als toekomstig fulltime leraar. Multinationals hoefden niet op hem te rekenen, dat maakte hij hier en daar geregeld duidelijk. Waarschijnlijk een politiek trucje, dat hij met zijn ervaring als vooraanstaand politicus heeft ingezet. Onderwijs was met name tijdens de jaren dat Rutte actief was in de politiek immers een ondergeschoven leerling, met als gevolg dat de huidige lerarentekorten groter zijn dan ooit.
Het onderwijs schreeuwt dan ook al jarenlang om rolmodellen die bewust en zonder eerdergenoemde oppervlakkige schijn of dubbele (school)agenda’s kiezen voor een baan als leraar. Vooralsnog veelal tevergeefs. Het beroemdste schilderij van Edvard Munch (De Schreeuw) kan wellicht symbool staan voor deze onderwijscrisis, als roepende in een leeg klaslokaal.