Ik heb weinig meer te schrijven. Mijn hoofd loopt wat over. Niet alleen van het studiejaar dat weer begonnen is en een aankomende verhuizing en verbouwing, maar vooral van alles wat er in de wereld gebeurt. Israël heeft Qatar beschoten, Rusland vliegt met drones over Roemenië en Polen en landen van de NAVO zijn Polen te hulpen geschoten om de drones uit de lucht te schieten. Ondertussen is in Amerika de extreemrechtse, of enorm conservatieve, spreker Charlie Kirk doodgeschoten. En dat alles in één week.
Van dat laatste kreeg eerst ‘links’ de schuld, maar nu blijkt de schutter toch een aanhanger van Trump te zijn en uit een conservatief Republikeins gezin te komen. In de eerste reacties schreeuwde rechts Amerika om de doodstraf, maar nu de dader uit de eigen geledingen blijkt te komen willen de conservatieven voor de schutter bidden en is het verder wat stil. Er is alleen nog wat onrust, omdat linkse mensen blij zouden zijn met de dood van Kirk. Dat is volgens rechts ongepast en daar ben ik het wel mee eens. Iedereen moet kunnen zeggen wat hij of zij wil en schieten en slaan is geen antwoord. Hoe haatdragend, ongevoelig, ongenuanceerd, stigmatiserend, paternalistisch en irritant autoritair de uitspraken ook zijn, geweld blijft altijd een slecht tegenargument. In discussies zeggen mensen dan wel eens dat het goed was geweest als iemand in de jaren dertig van de vorige eeuw Hitler had doodschoten. Dat is wellicht waar, maar tegenwoordig is er altijd iemand een Hitler voor iemand anders. Zo kunnen we blijven schieten, zonder dat we weten of daarmee echt een oorlog of holocaust voorkomen. Dat lijkt me geen goede zaak. Bovendien leven we in zulke verwarrende tijden dat zowel links als rechts elkaar voor nazi’s en fascisten uitmaakt.
Zo was er zaterdag een concert in Paradiso waarbij de artiest riep om de dood van het Israëlische leger en de moord op Kirk een verdiend loon noemde. Daardoor staat het land in brand. Mensen roepen op tot een boycot en rechtse politici willen dat de artiest Bob Vylan het land wordt uitgezet. Rechtse stemmers steunen dit en zeggen dat er te veel met twee maten wordt gemeten. Links zou alles mogen zeggen en rechts krijgt steeds de zwarte piet toegespeeld. In mijn beleving is dat andersom.
“Lul toch niet,” zette ik dan ook onder zo’n bericht op sociale media. “De Palestijnse chirurg Abu-Sittah, de Palestijnse activist Mohammed Khatib en zelfs de Speciaal Rapporteur voor de mensenrechten van de VN, Francesca Albanese, mochten hier niet spreken van ons kabinet. Dat is pas censuur. Rechts snoert andersdenkenden de mond. Iets te verbergen? Is onze regering misschien bang dat we horen hoe Israël echt tekeergaat op Palestijns grondgebied? Persoonlijk heb ik liever aangiftes achteraf, dan censuur vooraf. Laten we de waarheid en de vrijheid van meningsuiting geen geweld aandoen onder de noemer van conflictvermijding.”
Iemand anders zette onder het bericht over het concert in Paradiso dat de Hitlergroet niet ver meer is. Blijkbaar verwacht deze schrijver die groet van pro-Palestijnse activisten. “Dit kabinet wakkert de nazi-groet aan,” reageer ik. “De onverdraagzaamheid wordt groter en groter en in oktober lijkt dit land weer massaal voor moslimhaat, discriminatie, tweedeling, ongelijkheid en onbarmhartigheid te kiezen. De nazi-groet zal niet komen van de mensen die hier tegenin gaan verwacht ik.”
Ik weet inmiddels dat dit soort dingen geen zin heeft. Het wakkert de polarisatie alleen maar aan. De groep haters wordt steeds groter. Of misschien wordt de groep niet per se groter, maar wel steeds luider. Het land raakt steeds meer verdeeld. Over alles. Over asielzoekers, stikstof, het songfestival, Heemskerk en Beverwijk, over wonen, lonen, belastingen, voetbal, de vrijheid van meningsuiting, over wat politiek is en wat niet, over protesten, religie in het algemeen en de islam in het bijzonder, over wetenschap, rechtspraak, het nut van onderwijs en ga maar door. Ik word er moedeloos van. Overal is discussie en vrijwel nergens is een grond om samen op te bouwen. Ik weet niet meer hoe ik ermee om moet gaan. Erover schrijven heeft geen zin, erover spreken heeft geen zin en ook bij met mijn studenten bespeur ik een onverschilligheid. “Politici kletsen veel en er gebeurt niets,” zei een student vorige week. “Het heeft totaal geen zin je met de problemen in de wereld bezig te houden. Je kunt hier of thuis discussiëren wat je wilt, maar de mensen die erover gaan trekken toch hun eigen plan.”
Ik herken dat. Ik hoor te veel mensen in nette kleren op toppen en bij andere bijeenkomsten interessant praten en niets bereiken. De kansloosheid en machteloosheid straalt eraf. Het is een grote geldverslindende poppenkast. Rode lijnen zeggen niets, demonstraties hebben geen effect, uitspraken van rechters worden niet opgevolgd en ondanks de NAVO, de VN en een Internationaal Gerechtshof trekt iedere lidstaat haar eigen plan. Er moet meer geld naar defensie en meer geld naar veiligheid en ondertussen viert Poetin een feestje met Xi Jinping en Kim Jong-un en vallen zogenaamde bondgenoten als Trump en Netanyahu aan wie ze willen.
Een grotere kloof tussen bestuurders en bevolking, en tussen bevolkingsgroepen onderling, heb ik nog niet meegemaakt. Het bezorgt me een buikpijn waar ik amper nog woorden voor vind. We kunnen ons ook nergens meer aan vasthouden en niets is nog voorspelbaar en zeker. Ik mis een visie, ik mis samenhang tussen verschillende plannen en ambities, ik mis een duidelijke koers en ik mis standvastigheid. Overal zijn leugens en overal zijn die leugens even waar als feiten. Zelfs wetenschappelijke uitspraken worden weggezet alsof het willekeurige meningen zijn. Zo is er niets meer zeker. We kletsen in het luchtledige en proberen fundamenten te slaan in drijfzand.
De komende tijd ga ik met mijn studenten eens terug naar de tekentafel. Terug naar af door samen na te denken over wat voor land of samenleving we willen zijn, wat daarvoor nodig is, wie welke stappen kan zetten en hoe we dat gaan betalen. Misschien kunnen meer mensen die puzzel eens leggen. De politici voorop. Even terug naar af en met een volledig, integraal plan komen waar alle incongruenties uit zijn. Met zo’n tekening kunnen we wellicht iets bouwen. Nu kunnen we niets. Niets anders dan vanuit frustratie boos op elkaar worden, elkaar de maat nemen en de mond snoeren. Dat zal niet lang goed blijven gaan. Met wat rustig en reflectie kan de lont misschien nog uit het kruitvat, maar als ik eerlijk ben denk dat ik die lont al lang aan het ontbranden is.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.