Nu de verkiezingen er weer aankomen worden er veel gesprekken gevoerd over politiek en samenleving. Lijsttrekkers strooien met mooie zinnen als ‘meer geld naar de hardwerkende Nederlander’, minder belastingen, meer veiligheid, minder asielzoekers, meer geld naar defensie en minder Antifa, minder woke, minder demonstraties en ga zo maar door. Op sociale media reageren mensen daar veelal op door te schrijven dat ze vrijwel alle problemen waar politici op wijzen onzin vinden, dat ze hun land niet meer herkennen, dat ze alles veel te duur vinden en liever geen belasting betalen.
Ik vraag me wel eens af wat deze mensen eigenlijk van politiek weten. Ik spreek veel studenten en zij weten aan het begin van een collegereeks filosofie, sociologie of burgerschap amper waar de politiek over gaat, wat een coalitie is en wat een oppositie is en hoe de scheiding der machten werkt. Ze kennen zowel de inhoud als de regels niet. De meeste studenten interesseert het niet wat er in de buitenwereld gebeurt en een ander deel roept van alles zonder dat ze goed weet waarover ze praat en wat ze aan de problemen zouden kunnen of willen doen. En dan zitten zij op het HBO. Ik vraag me af hoe dit met de rest van de bevolking is. Ik vrees het ergste. Ik denk dat het onderwijs en ouders zich dit mogen aantrekken. We voeden en leiden mensen op die totaal niet geschikt zijn om te functioneren in een democratie. Ze stemmen wel, maar weten totaal niet waar ze voor kiezen en wat er met hun stem gebeurt. Begrippen als volksvertegenwoordiging en compromissen sluiten zijn hen onbekend en ze snappen daardoor niet dat de politiek niet precies doet - of kan doen - wat ze willen. Deze onwetendheid is een bron voor teleurstelling, frustratie en de vaak benoemde kloof tussen overheid en burger.
Wat me verder opvalt is dat zowel de politiek als de kiezers zelden met een samenhangend plan komen voor wat voor samenleving ze willen, wie of wat daarvoor nodig is en wie dan wat doet en wie dat betaalt. Ook hoor ik zelden discussies over welke maatschappelijke thema’s eigenlijk voor de politiek zijn en welke niet. Linkse partijen vinden vrijwel alles een verantwoordelijkheid van de overheid en willen van de wieg tot het graf alles regelen en rechtse partijen hebben het vaak over een ‘teruggetrokken overheid’, maar maken onvoldoende duidelijk waar ze dan wel of niet een hand in willen hebben.
Ik verdenk de rechtste partijen ervan dat ze expres onduidelijk zijn omdat ze de overheid alleen willen inzetten als het hen uitkomt. Met een integraal plan en een helder plan over de haalbaarheid en betaalbaarheid komen ze dan ook niet. Een goed voorbeeld daarvan is het inkomen. Ooit was de beloning van werknemers - toen nog arbeiders genoemd - geen politiek thema. Eind negentiende en begin twintigste eeuw bemoeide de overheid zich nog niet met hoe kapitalisten met hun werknemers omgingen en toen was het een drama. Arbeiders hadden lange werkdagen, kregen zo weinig betaald dat ze in krotten woonden en amper eten konden kopen en als ze door ziekte niet konden werken kregen ze helemaal niets. Na wat opstanden en stakingen heeft de overheid ingegrepen en zijn er sociale correcties op dit wilde kapitalisme gekomen. Er kwam gaandeweg een minimumloon, er werd een werktijdenwet ingevoerd, kinderarbeid werd verboden en de werkomstandigheden werden flink verbeterd.
Sommige kapitalisten vonden deze correcties maar moeilijk en verhuisden hun hele productielijn naar landen waar deze beschermende maatregelen voor personeel en milieu niet gelden. We zien deze neiging tot uitbuiting trouwens ook terug in hoe hier in Nederland in verschillende sectoren wordt omgegaan met seizoenarbeiders. Als de inspectie even niet oplet stoppen boeren en aannemers hun personeel nog altijd in te kleine huizen en trekken ze daarvoor flinke bedragen van hun toch al schamele loon af.
Een neiging tot uitbuiting en winstmaximalisatie ten koste van personeel is er dus nog steeds, maar inmiddels zijn werk en inkomen wel thema’s waar de politiek bovenop zit. Tot een goed en eerlijk integraal plan komen de kapitalisten - rechtse partijen - echter nog altijd niet. Ook dit lijkt opzet. Zo hebben de werkgevers het voor elkaar gekregen dat ze hun personeel zo weinig betalen dat de overheid het inkomen moet aanvullen met allerhande toeslagen. Zonder deze zorg-, huur- en/of energietoeslag komen de mensen die voor hen werken simpelweg niet rond. Het geld voor deze toeslagen wordt betaald uit onze belastingpot, maar als je deze ‘kapitalisten’ vraagt iets in die pot te gooien geven ze niet thuis. Het zou bijvoorbeeld logisch zijn dat het tekort dat zij aan loon betalen, wordt afgeroomd van de winst die ze maken. Maar hier houden de rechtse partijen zich weer van de domme waardoor deze logica niet opgaat. Rechtse partijen willen dan ineens weer een kleine overheid die weinig belasting heft. Ze willen wel subsidies voor zichzelf en de compensatie het lage loon dat ze betalen aan hun werknemers, maar ze willen ook een lage winstbelasting, geen dividendbelasting, geen afschaffing van de hypotheekrenteaftrek, geen rekeningrijden, geen vliegtax, geen erfbelasting en geen andere belastingen om iets bij te dragen aan de subsidies en toeslagen waar ze (al dan niet indirect) van profiteren. De kapitalisten willen optimaal profiteren van de overheid en niets bijdragen aan de eerdergenoemde toeslagen en andere maatschappelijke kosten. Zo krijgen de kapitalisten al jaren alle ruimte om asociaal te zijn.
In debatten en discussies hoor ik dit zelden terug. Veel Nederlanders willen hun land terug, zonder dat ze goed kunnen benoemen wat ze zijn verloren. Ze roepen dat Timmermans en zijn linkse kerk een gevaar zijn voor het land, terwijl ze amper weten wat de standpunten van links zijn en wat ze zelf zouden willen of nodig hebben. Ze klagen over hoge kosten zonder dat ze inzien hoe en door wie dit gecompenseerd zou kunnen worden en laten daardoor veel belastinginkomsten voor de staat liggen.
Veel mensen laten zich verblinden door mooie praatjes over minder belasting, minder asielzoekers en meer veiligheid en zien niet in dat ze de rekening daarvoor zelf betalen. Ze klagen over lange wachtlijsten in de zorg, dure zorgverzekeringen, dure treinkaartjes, hoge prijzen in winkels, ellende op de huizenmarkt en het groeiend aantal daklozen en willen niet begrijpen dat ze hier zelf voor gekozen hebben door te stemmen op partijen die alles aan de markt willen overlaten en niet willen investeren in klimaat, zorg en onderwijs. Hierdoor wordt de natuur verziekt, krijgen vervuilers ruim baan en worden zorg en onderwijs steeds duurder zonder dat de kwaliteit toeneemt. Veel kiezers stemmen zichzelf dus de put in.
Het is onbegrijpelijk dat het niet meer over dit soort dingen gaat. Dat er geen fundamentele gesprekken worden gevoerd over hoe de politiek werkt, over wat maatschappelijke en politieke thema’s zijn, wat we voor land willen, wat we daarvoor moeten doen en wie dat betaalt. Het lijkt zo simpel om samen zo’n routekaart te leggen, maar in plaats van samen een koers te bepalen gaan we ruzie maken over flarden en roepen we dingen die niet passen of kunnen. Steeds meer mensen hebben hierdoor geen overzicht meer en raken boos en gefrustreerd. We zagen dat gisteren bij de rellen in Den Haag en we horen het bij politici die een tegengeluid steeds vaker aan banden willen leggen of zelfs willen verbieden. Hierdoor staat de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van expressie en het demonstratierecht onder druk en ligt censuur op de loer.
Mensen weten dus niet (meer) waar ze het over hebben, stemmen tegen hun belang in en komen in opstand als hun leven een puinhoop wordt of blijft. Het is een dikke ellende. De gewone man is op drift en de kapitalisten profiteren daarvan. Kapitalisten voelen zich niet verantwoordelijk voor de problemen die ze veroorzaken, willen niet meebetalen aan oplossingen en willen alleen investeren in veiligheid zodat de politie kan optreden tegen mensen die in opstand komen. Dat is in de ogen van rechtse partijen blijkbaar een kleine overheid, maar in feite is het enorm egoïstisch en asociaal. Het is eigenlijk net als honderd jaar geleden. En het treurige is dat dit asociale beleid mede mogelijk wordt gemaakt door mensen die eigenlijk wel wat steun van de overheid zouden kunnen gebruiken.
We hebben nog vier weken tot de verkiezingen. Ik hoop dat er tussen nu en dan nog veel discussies en gesprekken over politiek en samenleving volgen. Maar dan opbouwende gesprekken over een duidelijke koers, met heldere actoren en logische financiële plaatjes. Welke koers dat is maakt me niet eens heel veel uit. Als mensen maar weten waarover ze het hebben en hoe het spel gespeeld wordt. Nu is alles los zand en zakken we door onwetendheid langzaam weg in frustratie en opstand. Dit kan leiden tot anarchie, fascisme of zelfs een dictatuur waarbij de scheiding der machten verdwijnt. In Amerika gebeurt dit al langzaam maar zeker. Het is allemaal niet best. We kunnen nu nog op het pad in het midden te blijven. De weg van de vrije democratie. Dit pad staat helaas meer en meer op het spel. Aan ons de keuze!
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.