Ik heb, misschien in tegenstelling tot sommige van mijn lezers, wel VVD’ers, NSC’ers en zelfs BBB’ers in mijn bubbel. Die diversiteit aan stemmen brengt me regelmatig aan het denken. Bijvoorbeeld na mijn laatste column over hoe de VVD onze democratie subtieler ondermijnt dan Wilders ooit zou kunnen. De reacties stroomden binnen—niet alleen op Joop.nl, maar ook vanuit mijn omgeving. Sommige vrienden vonden dat ik te scherp was, anderen dat ik precies de vinger op de zere plek legde.
Die gesprekken brachten me bij een ongemakkelijke waarheid: als linkse partijen zoals D66 ooit weer de macht willen grijpen zonder te eindigen in waterige compromissen met het CDA en de VVD, dan moeten ze stoppen met vissen in hun eigen vijver. De toekomst van links ligt niet bij de overtuigde GL-PvdA-stemmers, maar juist aan de rechterzijde van het midden—bij liberale VVD’ers en groene CDA’ers.
De mythe van de linkse meerderheid
Het klinkt misschien zuur, maar het idee van een linkse meerderheid is al decennia een illusie. Zelfs met de huidige puinhoop van dit kabinet—met een radicaal-rechts signatuur—staat links in de Peilingwijzer op slechts 59 zetels. En dat is inclusief D66, GroenLinks-PvdA, SP, de ChristenUnie, Denk, PvdD én Volt.
Een monstercoalitie met álle progressieve partijen zou nog steeds tekortkomen om zelfstandig te regeren. Het probleem is niet alleen dat er te weinig linkse stemmen zijn, maar ook dat het politieke midden verschuift en versnipperd raakt. Zelfs een brede middencoalitie van VVD, CDA, D66 en GL-PvdA heeft geen meerderheid. Dat is geen politieke pech, dat is structureel.
Het lek bij D66: waarom het midden verlaten een doodlopende weg is
De cijfers uit 2023 laten zien waar de pijn zit. Van de 24 zetels die D66 in 2021 behaalde, verloor de partij in 2023:
31% aan GL-PvdA (vooral idealisten die nog linkser willen),
12% aan NSC,
6% aan de VVD,
5% aan de PVV,
2% aan BBB,
1% aan het CDA.
Hieruit blijkt dat D66 kiezers kwijtraakt aan zowel links als rechts. De les? Wil D66 zich herpakken, dan moet het ophouden met louter links te denken en meer inzetten op het politieke midden. En ja, dat betekent ook: durven schuren met je eigen achterban.
Concreet: hoe D66 het midden kan terugwinnen
Met een paar concrete koerswijzigingen kan D66 zich beter richten op het politieke midden. D66 kan humane opvang verdedigen zonder naïef over te komen. Dit betekent inzetten op opvangcapaciteit met strikte voorwaarden voor integratie, zoals taalbeheersing en arbeidsparticipatie. (Europese) grenscontroles moeten serieus worden genomen—niet als symboolmaatregel, maar om het maatschappelijke draagvlak te behouden.
Het politieke rechts claimt de veiligheid als thema, maar D66 moet duidelijk maken dat preventie en repressie hand in hand gaan. Investeer in politiecapaciteit, maar maak het zichtbaar: meer wijkagenten, een scherpe aanpak van georganiseerde misdaad en tastbare resultaten.
De bouw van sociale huurwoningen blijft belangrijk, maar ook middenklassehuurders verdienen betaalbare opties. Simpelweg méér bouwen is niet genoeg: procedures moeten sneller en financieringsopties aantrekkelijker voor gemeenten en projectontwikkelaars.
Verduurzaming moet je niet verkopen als een verplichting, maar als een economische kans. Stimuleer innovatieprogramma’s en maak subsidies toegankelijk voor kleinere bedrijven. Het stimuleren van duurzame energie moet bijdragen aan economische groei, zonder huishoudens op te zadelen met torenhoge lasten.
In plaats van vaag te blijven over arbeidsmigratie, moet D66 benoemen in welke sectoren we écht buitenlandse werknemers nodig hebben. Tegelijkertijd moet de focus liggen op het opleiden van eigen werknemers. Dit kan door scholen nauwer te laten samenwerken met bedrijven om vakgerichte opleidingen aantrekkelijker te maken.
We willen allemaal minder files en schoner vervoer, maar dat betekent niet dat we blindelings álle wegverbredingen moeten blokkeren. D66 kan zich profileren door op specifieke knelpunten in te zetten op slimme verbredingen, terwijl het ook duurzame alternatieven zoals betere treinverbindingen stimuleert.
Moed is niet naar rechts schreeuwen, maar naar binnen kijken
Het is verleidelijk om vanuit een moreel verheven positie kritiek te leveren op partijen als de VVD en NSC. Maar echte moed ligt niet in modder gooien naar rechts. Moed betekent de confrontatie aangaan met je eigen blinde vlekken, je eigen idealen onder de loep nemen en misschien zelfs je eigen nest bevuilen.
We houden graag vast aan het idee dat het electorale probleem bij ‘de ander’ ligt: bij de boze boer, de PVV-stemmer of de sceptische middenklasser. Maar zolang D66 zichzelf blijft opsluiten in de linkse hoek, zal het nooit opnieuw een verbindende kracht worden.
De realiteit is simpel: de Nederlander is niet inherent links, en de meeste kiezers willen niet alleen gehoord worden, maar ook praktisch geholpen. Ze willen verandering zonder chaos. Hervormingen zonder offers die onverklaard blijven. Ze willen leiders die kunnen zeggen: “Dit is ons plan, en dit is wat het jou oplevert.”
Progressief, maar niet naïef
Het jaar 2024 heeft laten zien dat harde retoriek populair blijft, maar dat daadkrachtige uitvoering ontbreekt. Symboolpolitiek is uitgekauwd. Het is tijd voor partijen als D66 om progressieve idealen te koppelen aan pragmatische uitvoering.
Wil je echt moed tonen? Gooi dan niet alleen modder naar rechts, maar stel jezelf de vraag: durven wij te veranderen om vooruit te komen? Durven wij te hervormen zonder onze principes te verliezen? Moed is niet aardig zijn voor gelijkgestemden. Moed is het lef hebben om te zeggen: misschien hadden we het mis.
Het lef om te winnen
De toekomst van links ligt niet in het versterken van de comfortzone, maar in het overtuigen van twijfelaars. In een tijd waarin iedereen voor zijn eigen achterban spreekt, ligt de kracht in het doorbreken van je eigen bubbel. Niet om waterige compromissen te sluiten, maar om te bouwen aan bruggen die wél standhouden.
Of, zoals een VVD-stemmer me laatst zei: “Ik wil best progressief stemmen, maar dan zonder dat ik meteen een schuldgevoel aangesmeerd krijg.” Precies dát is de les. Moed is niet alleen weten waar je tegen bent, maar vooral: durven overtuigen van waar je vóór bent.