Stil blijven? Dat kunnen wij ons niet meer veroorloven.
Mijn hemel… twaalfjarigen die al zo cynisch zijn dat ze denken dat racisme een vaststaand feit is, alsof het een natuurwet is en geen probleem dat we kunnen oplossen. Wat voor wereld bouwen we eigenlijk voor hen? We leren ze wel rekenen en schrijven, maar blijkbaar ook hoe ze hun hoop moeten begraven. En dan verbaasd zijn dat ze dat cynisme ontwikkelen. Misschien wordt het tijd dat niet de kinderen, maar wij, de volwassenen, eens naar onszelf kijken. Want wie faalt hier écht?
Het rapport van kinderombudsman Annemarie Tuzgöl-Broekhoven leest als een misdaadverslag. Een donkere jongen die door zijn zwemmeester ‘zwarte banaan’ wordt genoemd. Een meisje met een hoofddoek dat op het schoolplein te horen krijgt dat ze “niet thuishoort in Nederland.” Dit is geen jeugdliteratuur uit de jaren vijftig, dit is Amsterdam, 2024.
En hoe reageren wij? Met een collectief schouderophalen. “Ach, kinderen zijn nou eenmaal hard.” Ja, tuurlijk. Net als dat volwassenen blijkbaar gewoon wegkijken, alsof die kinderen dit gedrag in een vacuüm hebben geleerd. Zeg, wanneer is wegkijken eigenlijk een Olympische sport geworden? Wij zijn erin gespecialiseerd. Geef ons een gouden plak voor onze onverschilligheid.
Laten we eerlijk zijn: we hebben een systeem gecreëerd waarin racisme en discriminatie gewoon met de paplepel worden ingegoten. Van racistische grappen tijdens verjaardagen tot algoritmes die je sollicitatiebrief weggooien omdat je naam niet “Niels” of “Sanne” is. En als je er iets van zegt, ben je meteen “te gevoelig” of “woke.” Nou, laat mij dan maar lekker wakker zijn, want dit soort narigheid laat me niet slapen.
Het meest tragische? Die kinderen weten het. Ze voelen het. Twaalfjarige kinderen die al geleerd hebben dat het toch nooit beter wordt. “Cynisme,” noemt Tuzgöl-Broekhoven het. Cynisme? Dit is geen cynisme, dit is een overlevingsstrategie. Het is de bittere wijsheid van een generatie die al vroeg leert dat je beter stil kunt zijn, anders val je nog meer op.
Maar stil blijven? Dat kunnen wij ons niet meer veroorloven. Dit probleem lossen we niet op met een ‘week van respect’ of een PowerPoint over inclusiviteit. Het begint bij de ouders die hun kinderen leren dat grapjes over “zwarte bananen” niet grappig zijn. Bij leraren die racisme niet afdoen als “jongens, niet zo flauw.” Bij politici die niet klagen over woke, maar beleid maken tegen discriminatie.
Dus ja, wij moeten veranderen. Niet voor onszelf, maar voor die twaalfjarige kinderen die nu al denken dat hoop een luxe is die ze zich niet kunnen permitteren. Want als wij dat niet doen, zullen ze opgroeien in een wereld waarin cynisme hun enige houvast is. En dan, lieve mensen, zijn niet zij, maar wij écht de weg kwijt.