Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Hoger of lager?

  •  
25-02-2025
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
1334 keer bekeken
  •  
ministeries

Momenteel woedt er een debat of het MBO nog ‘lager onderwijs’ moet heten. Daarbij hoort de vraag of de waardering voor HBO en universiteit als ‘hoger onderwijs’ onterecht ook hoger is. Waardering qua aanzien en beloning. Er gaan stemmen op om te spreken van theoretisch en praktisch opgeleiden. Mede omdat veel leerlingen om de verkeerde redenen kiezen voor een theoretische opleiding terwijl ons land juist zit te springen om praktisch opgeleiden. Minder administratief medewerkers (of consultants!) en meer loodgietsters en verplegers. Minder advocaten en meer elektrotechnici. Het zou zelfs gaan om dé nieuwe scheidslijn in dit land. Dit trappetje van hoog naar laag werkt op vele manieren door.

Om een duit in het zakje te doen: ik denk regelmatig dat ik veel beter het meer praktische HBO had kunnen gaan doen in plaats van de wetenschappelijke universiteit. Of er in elk geval mee had kunnen beginnen, hoewel dat onderscheid met het huidige bachelor/master stelsel minder lijkt te zijn geworden. Maar ja, HBO dat dééd je gewoon niet na het gymnasium. En niemand vroeg waarom dat zo was. En er werd echt wel behoorlijk op neergekeken in academische kringen, zeker de studentikoze bubbel waar ik toen in zat.

Dus kwam ik eerst terecht in een oceaan van anonieme collegezalen om te eindigen in de poeltjes van wetenschappelijk onderzoek. Ondertussen had ik de bestuurskundige vakken afgeschud want tsja, wat was dat hoog over. Complete theorie in een perfecte bubbel, nul aansluiting met de praktijk. En mijn brein lijkt eigenlijk helemaal niet gemaakt om grote hoeveelheden wetenschappelijke data te verwerken in onleesbare teksten. Want dat is wat je tijdens een studie rechten leert: onleesbare teksten lezen en onleesbare teksten produceren. Een soort genootschap van de zwarte hand.

Die vaardigheden waren mijn sleutel tot de opperbubbel: de Zuidas en ambtelijk Den Haag. In die eerste bubbel had ik het heel snel gezien, ook daar kwam mijn brein niet tot z’n recht. Los van de allesverschroeiende angelsaksische mentaliteit die daar heerst. Let maar eens op als je er loopt: alleen maar jonge mensen en een paar oudjes, de overlevers, de sterksten. Het is een gehaktmolen die draait op een boulevard of broken dreams, vreselijk. Maar ook daarover een andere keer meer.

Den Haag, dat is het bruggetje naar het trappetje. In die bubbel heb ik 15 jaar verkeerd. Op de vierkante kilometer rondom het Centraal Station bevinden zich inmiddels alle ministeries en het parlement. Dat daarvoor waardevolle architectuur van de onlangs overleden architect Carel Weeber moest wijken, ook daarover later meer.

Ik zat daar in diverse torens, letterlijk hoog en droog. Aan de ene kant zag ik Scheveningen en het Vredespaleis. Aan de andere kant gloorde de laagvlakte richting Gouda, met de kranen van Rotterdam aan de horizon. In één van die torens stond een piano met uitzicht op het Malieveld, waar de piepjonge staatssecretaris Mark Rutte naar het schijnt regelmatig op zat te spelen. Hoog boven het volk verheven.

In die torens heb ik meermaals verzucht: wie práát er hier nog met de burgers? Kijk eens daar beneden, op de Herengracht. Daar lopen de mensen voor wie we het doen. Loop er eens heen en vraag ze iets. Dat deed namelijk niemand. Er werd gepraat met ondernemingen en vertegenwoordigers daarvan. Of vertegenwoordigers van burgers. Sterker nog: hoe hoger je aanzien, hoe verder je was van die burger. En hoe ingewikkelder je nota’s. De collega’s aan de telefoon waar burgers, inwoners, belastingbetalers, ménsen naar konden bellen die zaten weggestopt in een aanbouw op de eerste verdieping, de annex geheten, ik verzin dit niet. Zonder weids uitzicht. Maar wel met uitzicht op de altijd donkere binnenplaats en de raamambtenaren aan de overkant. Die dus echt zaten de pasjansen, elke dag, de hele dag. En die collega’s (niet de raamambtenaren) werkten bij, je verzint het niet, de backoffice. Dus niet - Rijnland alert - de frontoffice, de mensen in de voorste linie. Maar in de backoffice. Secundair proces, noodzakelijk kwaad, laagste schalen, minste aanzien.

Op die Haagse vierkante kilometer sprak men heel nuffig over lagere overheden. Daar werden dan provincies of, erger nog, gemeenten mee bedoeld. Brrrrr. Alwaar men diep in den lande laagwaardig uitvoerend werk zat te doen. Jiskefet-taferelen. Ver weg van de Herengracht. Beter niet over praten of zelfs nadenken.

En het mooiste was: zo noemen lagere overheden zichzelf ook, lagere overheden. Met dus de grote impliciete aanname dat waar ik destijds verkeerde, dat dat de hógere overheden zijn. Hoger in aanzien dus. Bataljons ambtenaren in hoge torens die ingewikkelde taal zitten uit te wisselen. Ver ver ver weg van de inwoners van Nederland.

Mag ik de suggestie doen dat we niet meer spreken van hogere en lagere overheden? Maar van theoretische en praktische overheden. Dan hebben we het daarna wel over de waardering…

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.

BNNVARA LogoWij zijn voor