Wetenschappers luiden de alarmbel over de tot nu toe onderschatte milieuschade veroorzaakt door honden. Uit recent Australisch onderzoek blijkt dat de beste vriend van de mens veel ingrijpender gevolgen heeft voor natuur en milieu dan meestal wordt erkend.
Het onderzoek gepubliceerd in Pacific Conservation Biology onthult dat honden niet alleen directe schade aanrichten door het verstoren en doden van wilde dieren, maar ook indirect via vervuiling van waterwegen en bijdragen aan CO2-uitstoot. In Australië blijken aanvallen op pinguïnkolonies zelfs zo ernstig dat ze kunnen leiden tot het volledig verdwijnen van deze populaties.
Een andere verontrustende ontdekking is dat vlooien- en tekenmiddelen giftige stoffen bevatten die in het water belanden en kritieke organismen doden. Ook hondenpoep blijkt kwalijker dan gedacht door hun schadelijke effect op bodemchemie en plantengroei.
De onderzoekers wijzen ook op de enorme ecologische voetafdruk van de dierenvoedingsindustrie, die een landoppervlak beslaat dat tweemaal zo groot is als het Verenigd Koninkrijk.
Professor Bill Bateman, een van de wetenschappers, benadrukt dat het onderzoek niet bedoeld is om hond en baasje te veroordelen. "Honden bieden enorme voordelen voor onze mentale en fysieke gezondheid. Ze spelen zelfs een rol in natuurbehoud," zegt hij. De oplossing ligt volgens de wetenschappers vooral bij verantwoordelijk eigenaarschap: honden aan de lijn houden in natuurgebieden, afstand bewaren tot kwetsbare diersoorten, en kiezen voor duurzamer hondenvoer. Of zoals Bateman het bondig samenvat: "Raap in ieder geval de hondenpoep op."
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.