Hulpverleners in Gaza in koelen bloede geëxecuteerd door Israëlische militairen

De Palestijnse hulpverleners die door Israëlische troepen zijn gedood en negen dagen geleden in Gaza in een massagraf werden begraven, zijn in koelen bloede geëxecuteerd. Dat blijkt uit verklaringen van artsen. De slachtoffers waren aan hun handen of benen vastgebonden en hadden schotwonden in hun hoofd en borst.

Dr. Ahmed al-Farra, een arts in het Nasser medisch complex in Khan Younis, verklaarde: "Ze hadden hun handen vastgebonden zodat ze niet konden bewegen en zijn toen gedood." Een andere getuige, een medewerker van een internationale hulporganisatie die deelnam aan de berging van de lichamen, bevestigde tekenen van meerdere schotwonden en vastgebonden ledematen.

De moordpartij vond plaats op 23 maart in de al-Hashashin wijk van Rafah, toen ambulancepersoneel van de Palestijnse Rode Halve Maan en reddingswerkers naar de locatie van een luchtaanval werden gestuurd. Twee hulpverleners werden gedood toen hun ambulance onder vuur werd genomen, waarna dertien anderen werden gedood nadat zij waren uitgezonden om de lichamen van hun collega's te bergen.

Volgens de VN werden de ambulances en andere voertuigen samen met de lichamen van de doden door bulldozers onder het zand begraven, in wat een poging lijkt te zijn geweest om de moorden te verhullen. Recente beelden tonen verpletterde VN-voertuigen, ambulances en een brandweerwagen die in het zand waren begraven.

Deze getuigenissen voegen zich bij een groeiende hoeveelheid bewijs dat wijst op een ernstige oorlogsmisdaad. Het Internationaal Strafhof heeft in november arrestatiebevelen wegens oorlogsmisdaden uitgevaardigd tegen premier Benjamin Netanyahu en iens voormalige minister van Defensie Yoav Gallant.