De missie van historicus-socioloog Üngör, om ons tijdens Zomergasten drie uur lang te gidsen naar de wereld van genocide en om het denken en het voelen hierover van verdieping te voorzien, was een waardige. Ik denk dat hij hierin gedeeltelijk is geslaagd, ook mede dankzij Griet op de Beeck die deze keer liet zien dat ze wel degelijk een dienstbaar interviewer kan zijn: subtieler deze keer en vanuit oprechte verwondering vragen stellend, ruimte makend voor de gast in plaats van de eigen invulling voortdurend naar voren willen schuiven zoals in de voorafgaande afleveringen. Missie geslaagd dus, maar toch ook niet helemaal.
Het aangrijpende van het als land, als volk, als gezin, als individu getroffen worden door de genocide-gehakmachine van genadeloze politieke leiders en hun handlangers, ging inderdaad onder de huid van de kijker zitten. Maar alleen als de kijkers wel bleven zitten, bleven kijken. Ik heb zo’n vermoeden dat het voor velen too much was, alsmaar meereizen met de ellendige beelden van het islamofascisme in Iran, naar de Armeense genocide in Turkije, naar de Holocaust en het vernietigingskamp Sobibór, naar Palestina, naar Syrië. Pas na een diepdonkere reis van anderhalf uur gunde Üngör ons wat lucht, wat komedie, wat muziek. Inmiddels waren velen al afgehaakt, vermoed ik.
Ik zat samen met mijn geliefde op de bank naar deze Zomergasten te kijken. Twee Iraanse ballingen in Nederland, met het diepe besef dat dit een waardige TV-avond was en nodig ook. Het was nodig om de blik van de kijker in dit veilige, welvarende land open te zetten naar de pijn van de wijde wereld. Om de universele empathie te vergroten in dagen van de opkomst van de xenofobie, het provincialisme en het nationalisme. Toch werd het zelfs ons te monotoon. Dat had alles te maken met wat onvoldoende uit de verf kwam: de noodzaak om naast de feiten en wetenschappelijke duiding van de feiten, de wezenlijke, aanraakbare en ontroerende gestalte van dat grootste leed van de genocide tot leven te brengen aan de hand van de kunsten en aan de hand van cultuur. En, ik zou ook graag eerder en meer voorbij hebben zien komen dat het ondervinden van een dergelijk groot leed de overlevenden weliswaar met vele littekens opzadelt, maar vaak ook hun blik op het leven scherper maakt. Zij zien waar het leven echt over gaat. Zij herdenken en eren de gevallen dierbaren en kapotgeschoten Heimat door het leven intens te vieren. Het was er even, in de wodka-proost die de leider van de opstand van vernietigingskamp Sobibór en zijn oude maatjes brachten aan gevallen kameraden en in de klaagzang (ik haat deze Nederlandse benaming van hymnes van melancholie, maar vooruit) van de Jezidi-man. Maar het was voor veel kijkers too little too late, ben ik bang.
Ik had Üngör bij het componeren van zijn avond meer liefde en aandacht van de redactie van Zomergasten gegund. In tegenstelling tot de drie voorafgaande gasten – allen gepokt en gemazeld in hoe het medium TV en de beeldtaal werken – had de man van de wetenschappelijke artikelen echt een betere begeleiding nodig om te voorkomen dat deze nobele reis niet ondragelijk zou worden voor velen.
Laat mij even inzoomen op dat wat mij het meest nabij stond uit het donkere register dat Üngör opende, om te verduidelijken wat ik het meest heb gemist in deze aflevering.
Bij het openingsfragment van hoogleraar Üngör (de Nederlandse speelfilm van Kaweh Modiri, Mitra) kwam ondergetekende, oud-vluchteling uit Iran, in een tijdmachine terecht. Terug naar het Teheran van begin jaren tachtig, de meest duistere jaren in de hedendaagse geschiedenis van Iran. Het bij aanvang van het fragment gezellig ogend tafereel van een Teherans feestje veranderde rap tot een griezelige scène: een agressieve inval van de geheime dienst, politiek verraad van een gevangene die medestrijders aanwees, gewelddadige arrestatie van volwassenen en intimidatie van het kind.
Ik herbeleefde dat benauwde gevoel dat als een zwaard van Damocles boven het hoofd van vele vrijzinnige gezinnen in Iran, zoals het onze, hing in die jaren (en dat zwaard sloeg vaak ook genadeloos toe). Het door Üngör gekozen fragment gaf een rake weergave van de sfeer in die jaren. De fascistisch variant van het islamisme was in die jaren bezig de concurrenten in de postrevolutionaire jaren een kopje kleiner te maken, nadat een brede coalitie van liberalen tot aan communisten en islamisten de laatste Sjah omver had geworpen. Ongetwijfeld herbeleefden veel kijkers met een Iraanse achtergrond dat benauwende duistere gevoel met mij mee.
Toch moest ik vrijwel meteen ook aan een ander tafereel denken. Een tafereel vol licht en troost, zij het ontroerend troostrijk licht. Een tafereel dat ik de Zomergasten-kijker ook had gegund, een fragment dat de lange rit met reisgids Üngör wat dragelijker maar ook inspirerender had gemaakt.
Het gaat mij om het jaarlijkse tafereel dat ik graag omdoop tot Het Perzische Kerstdiner der Lage Landen. Een goede vriendin, die ik, mijn geliefde en de kinderen als mijn grote zus beschouwen, organiseert al drie decennia een alternatief kerstdiner. Het is begonnen toen ze nog niet lang in Nederland was en ontdekte dat bij veel Iraanse vluchtelingen, net als bij haar, juist op momenten als de Kerst het ontbreken van de bijhorende warme familiekring, de pijn van de ballingschap en het gemis van de Heimat het hardst voelbaar was. Zij begon daarom met een kerstdiner om samen met de Iraanse lotgenoten een hartverwarmende kring te laten ontstaan.
Ruim dertig jaar later is die kring behoorlijk uitgedijd. Hij past amper nog in haar toch behoorlijk grote woonkamer. Er zijn levenspartners bijgekomen, kinderen en inmiddels ook vele kleinkinderen. De voertaal wisselt tussen Nederlands, Perzisch en Engels. Sommige vrienden zijn inmiddels gemigreerd naar een ander land, hebben een Nederlandstalige of Engelstalige partner, en de meeste kinderen verstaan amper Perzisch. Er wordt vorstelijk gekookt en gulzig geschonken (u bevindt zich onder links-seculiere Iraniërs). Maar het politieke, het activistische zit nog diep in het DNA van dit diner. Er wordt gepassioneerd gedebatteerd, over politieke ontwikkelingen, in Nederland, in Iran, en het Midden-Oosten en elders in de wereld. Ook de laatste politieke moppen over wannabe-grote leiders gaan rond, over Wilders, Trump of Khamenie. Het is nog altijd een politiek-geëngageerde, maatschappijkritische kring. Toch blijft het ontstaansverhaal van dit alternatieve kerstdiner vooral in het leven dankzij iets heel anders: het samen zingen. Zo wordt de geschiedenis doorvoeld door kinderen en kleinkinderen.
Wat ter tafel komt aan liederen is behoorlijk gevarieerd. Nostalgische eeuwenoude liederen gebaseerd op de poëzie van Hafez, Rumi en andere grootheden uit de rijke dichterlijke historie van de Perzische taal. Maar ook populaire liefdesliedjes. En ook altijd, altijd, liederen die de jonge politieke activisten in die donkere jaren tachtig van Iran over strijd voor gelijkheid en vrijheid zongen. Liederen over gevallen kameraden, over vertrapte bloemen, maar ook over de wederopstanding van hoop, telkens als de zon opkomt.
Liederen die zij ooit als jonge activisten zongen tijdens de lange wandelingen in de bergen van Iran, waar de muren geen oren en ogen hadden, waar zij even niet de hete adem van het islamistisch fascisme in hun nek voelden. Vaak wordt na zo’n lied tijdens deze kerstdiners geproost. Soms gaat met de proost de naam van een geëxecuteerde broer of doodgemartelde zus rond. Vaker wordt stilzwijgend het door de dictatuur vermorzelde leven van een gevallene herdacht.
Dit kerstdiner heeft alles, vreugde en verdriet, het leven vieren en de slachtoffers eren van dat grote Iraanse drama, dat Üngör wat mij betreft volstrekt terecht als een genocidaal geval definieert. Er vallen tranen, maar er wordt ook hardop gelachen. Het is een levenslustig samenzijn. Ook de in het veilige en welvarende westen opgegroeide kinderen en de kleinkinderen, die weinig hebben meegekregen van het donkere verleden, voelen het vitale en tegelijkertijd ontroerende hiervan. Menig kind heeft rond de puberteit en als jongvolwassen geen zin in het familie-kerstdiner. Maar ik heb tot mijn verbazing met mijn eigen kinderen en die van anderen meegemaakt dat ze – al hadden ze vaak voor de latere avond hun eigen plannen – Het Perzische Kerstdiner der Lage Landen niet willen missen. Een warm kampvuur dat zij graag nog lang zien branden.
Ik had ons, de kijker maar ook de hooggeleerde Üngör zelf, meer representatie van dat gevoel, dat kampvuur, gegund in zijn waardige Zomergasten-verhaal.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.