Gemiddelde CBS cijfers schetsen optimisme, maar voor veel Nederlanders is de realiteit schrijnender.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) meldde dat de koopkracht in 2024 gemiddeld steeg met 3,6 procent. Toch ervaren veel Nederlanders een heel andere realiteit. Boodschappen worden duurder, vaste lasten drukken zwaarder en de portemonnee voelt leger. De tegenstelling tussen cijfers en beleving is groter dan ooit.
Waar het CBS rekent met gemiddelden, merkt de consument dagelijks de stijgende kosten van voedsel, energie en wonen. Voor lagere inkomens, die een groot deel van hun inkomen hieraan besteden, voelt inflatie veel harder dan de cijfers suggereren. Het label ‘gevoelsinflatie’ klinkt subjectief, maar voor deze groepen is het ook bittere werkelijkheid.
Door de schaarste op de arbeidsmarkt hebben veel werkenden hun positie kunnen versterken. Hogere lonen en betere voorwaarden bieden een buffer tegen stijgende prijzen. Zij kunnen hun koopkracht nog redelijk behouden.
Voor ondernemers in het midden- en kleinbedrijf is de situatie minder rooskleurig. Personeelstekorten drijven de loonkosten op, terwijl energie- en grondstofprijzen stijgen. Grote bedrijven kunnen prijsstijgingen makkelijker doorberekenen, maar ondernemers in het MKB zien hun marges steeds meer verdampen en hun bestaanszekerheid onder druk staan. Waardoor ze vrijwillig moeten stoppen of gedwongen worden door een faillissement.
Gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden zien hun inkomens nauwelijks meestijgen. Zonder onderhandelingspositie verdwijnt hun koopkracht langzaam. Voor hen is gevoelsinflatie geen gevoel, maar de beste graadmeter van hun feitelijke economische situatie.
Gemiddelde koopkrachtcijfers verhullen diepe verschillen. Werkenden profiteren volop van de arbeidsmarktkrapte, MKB-ondernemers worstelen met oplopende kosten en kwetsbare marges, en gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden moeten rekening houden met een verslechtering van hun bestaanszekerheid. Op papier is de koopkrachtontwikkeling gelabeld als groei, maar in de praktijk voelt het vaak als achteruitgang.
Het Centraal Planbureau(CPB) berekent voor Prinsjesdag de koopkrachtvoorspelling voor het komend jaar voor de verschillende categorieën burgers. Nu de verkiezingscampagne is losgebarsten zullen vanaf Prinsjesdag en in de verkiezingsdebatten daarna deze koopkrachtplaatjes door politici ,als het zo uitkomt, vaak worden misbruikt om kiezers te trekken.
Alleen de burger zelf weet exact wat zijn maandelijkse koopkracht werkelijk is. En die werkelijkheid bepaalt welke politieke partij het dichtst bij zijn eigen feitelijke koopkracht staat en voor die specifieke bestaanszekerheid het meeste perspectief biedt.
Meer over:
koopkracht, politiek, inflatie, tweede kamerverkiezingen 2025, opinie, boodschappenprijzenMeld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.