De EU heeft 83 miljoen euro vrijgemaakt voor humanitaire hulp aan vluchtelingen in Griekenland. Die hulp is reuze welkom, maar roept ook vragen op bij Griekse en internationale hulpverleners
De grens tussen Macedonië en Griekenland is ruim een maand geleden gesloten, meteen gevolgd door de overeenkomst tussen de EU en Turkije. Samen hebben deze gebeurtenissen de werkelijkheid in Griekenland behoorlijk veranderd, met grote gevolgen voor de hulpverlening. Deze week was ik in Griekenland om de stand van zaken op te nemen.
Nieuwe werkelijkheid Omdat de grens gesloten is, zijn er zo’n 48.000 vluchtelingen van vóór de overeenkomst blijven steken in Griekenland, waarvan ongeveer 10.000 bij de grensovergang in Eidomeni. Deze mensen kunnen asiel aanvragen in Griekenland, of ze kunnen zich inschrijven voor asiel of gezinshereniging in een ander land van Europa (relocatie). De meeste mensen zullen voorkeur hebben voor het laatste. En dat lijkt overzichtelijk: een paar duizend per lidstaat. De praktijk is echter weerbarstig. Er zijn sinds het begin van de vluchtelingenstroom naar Griekenland pas zo’n 1000 vluchtelingen via relocatie naar andere lidstaten gegaan, en er zijn geen tekenen dat het nu harder zal gaan. Griekenland maakt het ook niet makkelijk: inschrijven voor dit programma kan alleen per Skype en het adres is nooit te bereiken. De Syriërs, Afghanen en Iraki’s in hun tentjes in Eidomeni hebben geen flauw idee wat ze nu nog kunnen doen om in veiligheid te komen.
Langblijvers Door de EU-Turkse overeenkomst worden nieuwe vluchtelingen – behalve de evident kwetsbaren – naar een detentiecentrum gebracht. Om niet meteen teruggestuurd te worden naar Turkije, kunnen deze mensen asiel aanvragen in Griekenland waarna ze zich in Griekenland kunnen vestigen. De nieuwkomers willen bijna allemaal asiel aanvragen, al was het maar om tijd te rekken in afwachting van andere kansen. De procedures zijn net – met veel moeite – opgestart en niemand weet hoeveel asielaanvragen doorgezet en gehonoreerd gaan worden. Wel is het voor iedereen duidelijk dat de vluchtelingen die Griekenland tot voor kort alleen als doorreisland beschouwden nu maanden of langer zullen blijven.
Het vooruitzicht van een grote groep langblijvers verandert de eisen aan de opvang. Het peil en de omvang van huisvesting, voorzieningen, onderwijs en psychische hulp moeten veel hoger zijn op het moment dat mensen langer blijven. Met het oog hierop heeft de EU net 83 miljoen euro vrijgemaakt voor humanitaire hulp aan vluchtelingen in Griekenland. De hulp is reuze welkom, maar roept ook vragen op bij Griekse en internationale hulpverleners die ik deze week gesproken heb.
Onwaardig Wat is de meest effectieve manier van de besteding van het geld? De laatste jaren is de roep groot om vluchtelingen geld te geven waar ze zich mee kunnen redden in plaats van hen compleet te verzorgen. Hulp in natura slaat vaak de plank mis, heeft hoge transactiekosten en is onwaardig. Waarom mensen drie keer per dag voor eten in de rij laten staan, als ze zelf boodschappen kunnen doen en koken? Als mensen maar een paar dagen blijven is het prima, maar bij langblijvers is het ongerijmd niet over te gaan op cash-systemen. Tot nu toe is daar geen sprake van. Sommige donoren zijn bang dat het geld gebruikt wordt om smokkelaars te betalen (alsof je die zou kunnen huren met een paar tientjes). Er is een prima techniek ontwikkeld om creditcards met een bepaald bedrag op te laden om in winkels te betalen, zonder dat je cash op kunt nemen. Toch wil de EU hier alleen mondjesmaat en experimenteel mee beginnen.
Alle hulp die ik hier gezien heb kan verbeteren door beter te bouwen op lokale capaciteiten en de eigen kracht van vluchtelingen. Waarom een Nederlands team inschakelen om mensen naar een ziekenhuis te transporteren in plaats van een Griekse taxichauffeur? Waarom een tolk van buiten als je een tolk kunt vinden in de gevluchte gemeenschap. Internationaal moet soms, maar het kan bijna altijd lokaal – zeker in een ontwikkeld land in vredestijd.
NGO’s Waarom loopt de hulp dan niet via Griekse actoren? Hoewel Griekenland vorig jaar wel extra geld heeft gekregen van de EU, met name voor grensbewaking en deels vluchtelingenopvang, gaat de 83 miljoen van nu allemaal naar internationale organisaties: UNHCR, het Rode Kruis en een aantal internationale NGO’s. Er is een verhaal bij, zoals er altijd wel een verhaal bij is als hulp binnen het internationale systeem blijft hangen. De Griekse autoriteiten zouden niet capabel zijn en de lokale organisaties missen de ervaring. Toch is het merkwaardig dat in een tijd dat donoren de mond vol hebben van lokalisering van hulp – zoveel mogelijk gebruik maken van uitvoeringskanalen van lokale overheid en hulporganisaties – hulpgeld in een ontwikkeld land in vredestijd exclusief via dure internationale kanalen wordt besteed. De Griekse overheid, tot op het bot uitgekleed door de Eurocrisis, kan de coördinatie en zijn humanitaire programma nu moeilijk uitvoeren en dan wordt het gebrek aan capaciteit waar de EU zich op beroept vanzelf waar.
Waarmaken Tot slot worden er ook vragen gesteld bij de omvang van de hulp. Zoveel geld en nog meer onderweg, op het moment dat de Europese lidstaten nog steeds de beloften van relocatie moeten waarmaken? Als de 48.000 van voor de 20 maart worden opgenomen in Europa zou er toch niet zoveel nodig moeten zijn? Een aantal mensen die ik sprak vrezen dat de gulheid van Europa een voorschot neemt op het falen van de relocatie. De website van de humanitaire dienst van de EU stelt nadrukkelijk dat het Europese humanitaire programma gestoeld is op humanitaire principes en niet bedoeld is voor migratiepolitiek. Werkelijkheid of wensdenken? De lidstaten van de EU kunnen de komende weken het verschil maken: wordt de hulp een excuus voor politieke nalatigheid, of komen ze hun beloften na om op flinke schaal vluchtelingen via relocatie uit Griekenland of op uitnodiging uit Turkije welkom te heten.