Wanneer een volk wordt onderdrukt, uit hun huizen wordt gezet en vermoord, zou je verwachten dat de wereld zich unaniem uitspreekt tegen deze misstanden. Maar in het geval van de Palestijnen gebeurt het tegenovergestelde: zij worden verantwoordelijk gehouden voor hun eigen lijden. Telkens wanneer Palestijns leed wordt benoemd, volgt de reflex: “Ja, maar…” – een zinsnede die het onrecht moet nuanceren, bagatelliseren of rechtvaardigen.
De Palestijn is de enige onderdrukte die zich keer op keer moet verantwoorden. Zijn verzet is terreur, zijn bestaan een bedreiging, zijn leed een politiek spel. Wanneer Israëlische kolonisten Palestijnse huizen innemen, is dat “een juridische kwestie.” Wanneer Israël een muur bouwt die Palestijnen opsluit, is dat “voor de veiligheid.” Wanneer Israël met een militaire overmacht duizenden onschuldige Palestijnen doodt, heet het “zelfverdediging.” Maar als een Palestijn zich verzet tegen de bezetting, is het een daad van extremisme.
7 oktober: een gruwelijke daad, maar geen beginpunt
Op 7 oktober 2023 pleegde Hamas een grootschalige aanval op Israël waarbij honderden burgers om het leven kwamen en velen werden ontvoerd. Dit was een brute en verwerpelijke daad, een aanval op onschuldige mensen die nooit had mogen plaatsvinden. De beelden van verbrande huizen, vermoordde families en ontvoerde kinderen zorgden wereldwijd voor afschuw – terecht.
Maar in de nasleep van deze gruwelijke dag is er een framing ontstaan die doet alsof de ellende op 7 oktober begon. Alsof Israël tot die dag een veilige haven was en de Palestijnen plotseling, zonder aanleiding, aanvielen. Dit is een gevaarlijke verdraaiing van de geschiedenis. De realiteit is dat de Palestijnen al decennialang lijden onder een meedogenloze bezetting, dat hun land systematisch is afgenomen en dat geweld tegen hen al generaties gaande is.
Dit rechtvaardigt geenszins wat er op 7 oktober is gebeurd. Maar het is essentieel om te begrijpen dat geweld niet in een vacuüm ontstaat. Palestijnen in Gaza groeien op in een openluchtgevangenis, zonder toekomstperspectief. Kinderen zien hun ouders sterven bij Israëlische luchtaanvallen. Water, elektriciteit, voedsel – alles wordt door Israël gecontroleerd en ingeperkt. Dit is geen excuus voor terreur, maar het is wel een verklaring voor de wanhoop die gewelddadige extremistische groepen als Hamas voedt.
Het omgekeerde narratief
De kracht van propaganda ligt in het omdraaien van de werkelijkheid. In het Israëlisch-Palestijnse conflict is het gelukt om de onderdrukten als de agressors af te schilderen en de bezetter als slachtoffer. Israëlische soldaten die Palestijnse jongeren arresteren, kolonisten die Palestijns land inpikken, en luchtaanvallen die hele gezinnen uitwissen – het wordt allemaal gepresenteerd als noodzakelijk, als een reactie op Palestijns geweld. Maar zelden wordt de vraag gesteld: waarom is er überhaupt verzet?
Dit is hoe bezetting wordt gelegitimeerd. Door de schuld constant bij de Palestijnen te leggen, hoeven de structurele oorzaken niet onder ogen te worden gezien. Men hoeft niet te praten over de blokkades die de Gazastrook veranderen in ’s werelds grootste openluchtgevangenis, over de militaire controle op de Westelijke Jordaanoever, of over de systematische etnische zuivering van Palestijnse dorpen.
De humanitaire gijzeling door Hamas
Tegelijkertijd kan en mag niet worden genegeerd dat ook Hamas de Palestijnen terroriseert. Hamas presenteert zich als de verdediger van de Palestijnse zaak, maar handelt vaak uit eigenbelang, ten koste van de bevolking in Gaza. Sinds hun gewelddadige machtsovername in 2007 heerst Hamas met een ijzeren vuist. Oppositie wordt onderdrukt, kritische stemmen worden het zwijgen opgelegd, en burgers leven in constante angst.
Bovendien gebruikt Hamas de wanhoop van de Palestijnen om zijn eigen macht te versterken. In plaats van een vreedzaam toekomstperspectief te bieden, investeert de organisatie in raketten en tunnels, terwijl de bevolking lijdt onder armoede en een gebrek aan basisvoorzieningen. Dit betekent niet dat Palestijnen geen recht hebben op verzet – maar wel dat ze klem zitten tussen twee onderdrukkers: Israël en hun eigen leiders.
Dehumanisering als wapen
De enige manier om de voortdurende Israëlische onderdrukking te rechtvaardigen, is door de Palestijn te dehumaniseren. Als hij niet als volwaardig mens wordt gezien, is zijn lijden minder erg. Dit zien we terug in de manier waarop over Palestijnen wordt gesproken: als bedreiging, als demografisch probleem, als obstakel voor vrede. Dit is geen toeval, maar een bewust gekozen strategie.
Hetzelfde patroon is zichtbaar in de reacties op humanitaire rampen in Palestina. Als Israëlische burgers worden aangevallen, staat de wereld op z’n kop. Wanneer duizenden Palestijnse vrouwen en kinderen sterven door Israëlische bommen, wordt het afgedaan als een “tragedie” of “collateral damage.” Alsof Palestijnse levens minder waard zijn, alsof hun dood niet dezelfde verontwaardiging verdient.
De leugen van zelfverdediging
Eén van de meest gehoorde rechtvaardigingen voor Israëlisch geweld is dat het land “zichzelf verdedigt.” Maar tegen wie? Tegen een volk dat al decennia onder militaire controle leeft? Tegen gezinnen die uit hun huizen worden gezet? Tegen kinderen die opgroeien in vluchtelingenkampen?
Zelfverdediging impliceert dat er een gelijk speelveld is, maar dat is hier niet het geval. Israël heeft een van de sterkste legers ter wereld, beschikt over nucleaire wapens en wordt gesteund door de grootste militaire macht: de VS. De Palestijnen daarentegen hebben geen leger, geen tanks, geen geavanceerd luchtafweersysteem. Toch wordt van hen verwacht dat ze zich vreedzaam neerleggen bij hun lot.
De vraag die niet gesteld wordt
Elke keer dat een Palestijnse aanslag wordt veroordeeld, wordt er een vraag overgeslagen: Wat dreef deze mensen tot wanhoop? Niemand wordt geboren als verzetsstrijder. Geen kind droomt ervan om een martelaar te worden. Het is de bezetting die dit verzet voedt. Het is de dagelijkse vernedering, het afnemen van land, het doden van geliefden. Wanneer een volk geen enkele uitweg meer ziet, wanneer onderhandelingen keer op keer een illusie blijken, blijft er maar één optie over: verzet.
Dat betekent niet dat elke vorm van verzet moreel verdedigbaar is. Hamas maakt zich schuldig aan oorlogsmisdaden, zowel tegen Israëlische burgers als tegen hun eigen volk. Maar het is hypocriet om alleen Palestijns geweld te veroordelen, terwijl de structurele onderdrukking die het voedt, wordt genegeerd.
Conclusie
De Palestijnen zijn niet de schuldigen in dit verhaal. Ze zijn niet de oorzaak van hun eigen onderdrukking. De wereld moet ophouden met het zoeken naar excuses en eindelijk erkennen dat er een bezetting gaande is. Het voortdurende “Ja, maar…” is niets meer dan een poging om het echte probleem te ontwijken.
Wie werkelijk vrede wil, moet beginnen bij de waarheid: de Palestijn is geen dader, maar een slachtoffer van een systeem dat hem tot een tweederangs mens heeft gedegradeerd. Maar binnen dat systeem zijn ook corrupte en gewelddadige leiders zoals Hamas een obstakel voor een rechtvaardige oplossing. Zolang de Palestijn tussen twee onderdrukkers zit – Israël en zijn eigen leiders – zal er geen echte vrijheid zijn.
Meld je hieronder aan voor de nieuwsbrief van de Joop redactie die binnenkort van start gaat. Wekelijks ontvang je de beste artikelen, opinies en aanraders in je inbox.