Het moment dat zijn zusje werd geboren, veranderde mijn zoon in een monster. Hij was twee jaar oud, en had tot dan toe een prinsheerlijk leventje kunnen leiden waarin wij als twee lakeien klokje rond voor hem klaarstonden.
Tot daar ineens een klein, hulpbehoevend mormel zijn huis infiltreerde en eindeloos veel aandacht opeiste. Het was voor hem een omwenteling van jewelste, eentje die zijn hele jonge bestaan deed schudden op zijn grondvesten. Nu is twee is op zichzelf al niet perse een makkelijke leeftijd en dit bracht niet het beste in hem naar boven.
U kunt zich zelf misschien wel een voorstelling maken van hoe dat er in de praktijk uitziet. Veel gehuil en gegil, veel NEE en veel, veel vragen om aandacht. Of nou ja, vragen, zeg maar gerust: aandacht krijsend opeisen. En dan vooral van mij, zijn moeder. En dan het liefste als ik net een baby aan een borst had hangen. We zijn nu tien maanden verder en ik kan er inmiddels om lachen. Maar toen zijn zusje net geboren was, kon ik hem wel iets aandoen. En dan niet op een lichtvoetige manier, nee, er waren momenten dat ik zin had om hem van de trap te smijten.
Ik kan het helaas niet leuker maken dan het is. Het goede nieuws is dat er niemand van de trap werd gegooid. Toegegeven, er is weleens geduwd en net iets te hardhandig opgetild en een enkele keer heeft hij een (schone!) luier in zijn gezicht gesmeten gekregen.
Volgens de therapeut bij wie ik me ijlings had gemeld, geschrokken van mijn eigen gewelddadige impulsen, was het allemaal niet zo vreemd. Een combinatie van slaaptekort, (heel veel!) hormonen en een rommelige, bij tijden gewelddadige jeugd, waren een zeer logische verklaring. Het zou vanzelf beter worden en om de scherpe randjes eraf te halen zou mediteren kunnen helpen. Oh ja en ik moest veel over mijn bevalling vertellen, dat zou opluchten.
Ik bevroedde dat er toch méér was wat ik kon doen, dus schreef ik me in voor een veertiendelige ouderschapscursus, die, erg fideel, in Rotterdam voor al haar inwoners door de gemeente wordt betaald.
En dat brengt me tot het doel van dit verhaal: ik wil graag aan iedereen vertellen dat een ouderschapscursus een geschenk uit de hemel is. Het is te ingewikkeld om hier uit te leggen wat ik allemaal heb geleerd, maar de basis is aandacht. Een kind dat elke dag, minstens 10 minuten échte, volle, ongebreidelde aandacht krijgt, transformeert zienderogen van een zeurderig kutkind naar een tevreden exemplaar. Echt. Zo makkelijk is het. Natuurlijk is er meer, zoals ongewenst gedrag zoveel mogelijk negeren en gewenst gedrag veel (!) complimenteren. Met alleen al die drie stappen ligt er een solide basis, die een huishouden uit de strijdstand kan katapulteren.
Die cursus heeft me gered. En ik denk mijn zoon ook. En het mooie van veertien weken lang, elke dinsdagavond twee uur lang met wildvreemde andere ouders leren en ervaringen uitwisselen, is het gevoel dat je er niet alleen voor staat. Zelfs de naarste of gênantste momenten, die je vervullen met het specifiek soort intergenerationeel schaamtegevoel dat voor ouders lijkt uitgevonden, blijkt volstrekt herkenbaar en inwisselbaar. Iedereen gaat door dezelfde shit. Ook na de cursus houd je die verankerde wetenschap en het maakt alle ellendige meteen iets lichter.
“Opvoeden kun je niet leren”, verkondigde mijn schoonmoeder afgelopen kerst, na een paar glazen rode wijn. Dat is dus precies het soort ouderwetse onzin die meer schade doet dan goed. Want er zijn al niet veel situaties die ouders uitnodigen om zich kwetsbaar op te stellen. Natuurlijk wordt er wel een beetje geklaagd her en der, maar de norm is toch dat we allemaal moeten doen alsof het HEEL GOED GAAT. Ook als we het gevoel hebben dat we verzuipen. Het idee dat opvoeden een natuurlijke, intuïtieve, bijna mystieke aangeboren vaardigheid is, helpt daarbij niet.
Bij ons verbeterde de sfeer in huis aanzienlijk. Ik benoemde en erkende ál zijn gevoelens en uiteindelijk stopte mijn zoon met vragen of zijn zusje terug in de buik mocht. Hij vindt haar geloof ik zelfs, vooralsnog, een aanwinst.
Gaat dan alles goed hier? Natuurlijk niet. Hij zegt af en toe ‘godverdomme’, want dat heeft hij van mij geleerd. Toen hij niet langer een bron van frustratie was, richtte ik al mijn gifpijlen (want nog steeds dat slaaptekort en die ellendige jeugd) op mijn vriend. Daar ben ik pas onlangs mee gestopt, ook een tip voor wie een betere sfeer wil in huis: stop met zeuren.
Maar het gaat wel beter. Ik heb het gevoel dat we het tij op tijd hebben weten te keren. En ik denk dat dit belangrijk is. Voor kinderen die moeten dealen met een baby in huis (ik heb een hardnekkig vermoeden dat mijn oudere zus hier nog steeds niet overheen is, bijvoorbeeld). Maar uit alle verhalen van de mede-cursisten weet ik inmiddels dat de loopgravenstrijd tussen ouders en kinderen in elke fase kan opdoemen.
Er gaat veel onnodig mis in de opvoeding van kinderen en het is mijn heilige overtuiging dat we zoveel ellende kunnen voorkomen als mensen meer kennis en praktische handvatten zouden hebben. Mijn moeder sloeg mij en mijn oudere zus regelmatig, vanuit onvermogen en omdat het ook maar was wat haar ouders deden. Het was trouwens niet alleen slaan, het was manipuleren, kleineren, treiteren, tegen elkaar opjutten en ik kan nog wel even doorgaan. Ik neem haar dat niet kwalijk, wist zij veel. Maar ik ben intens dankbaar dat ik die vicieuze cirkel van geweld heb kunnen doorbreken. Dus! Wees als ik. Trek je stoute schoenen aan en doe een ouderschapscursus! (Of krijg helemaal geen kinderen, dat is nog goed voor het milieu ook. Maar als je het dan toch doet, doe het dan goed.)
(PS: Ik volgde de cursus Pittige Jaren van Twinkeltje Opvoedondersteuning en heb veel gehad aan de boeken van Philippa Perry en Thomas Gordon.)
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.