De intensieve bombardementen van de VS en Israël op Houthi-doelen in Jemen hebben tientallen burgerslachtoffers geëist. Experts zeggen ondertussen dat de aanvallen er niet in zijn geslaagd de rebellen te verzwakken.
Eind april werden bij een vermoedelijke Amerikaanse luchtaanval op de hoofdstad Sana'a vier huizen weggevaagd, waarbij minstens 11 mensen omkwamen, waaronder hele gezinnen. Sinds maart heeft de VS volgens het Pentagon meer dan duizend doelen gebombardeerd. De aanvallen treffen echter vooral burgerdoelen en woonwijken.
Mohamed Althaibani, een 72-jarige Amerikaans staatsburger die al veertig jaar in Jemen woont, spreekt tegenover The Guardian van bombardementen op gebouwen die al kapot waren: "Er is niets meer over om te bombarderen. De raketten zijn meer waard dan de gebouwen die ze raken."
Ook Israëlische aanvallen op de luchthaven en een elektriciteitscentrale in Sana'a troffen burgerdoelen. De bombardementen verergeren de humanitaire crisis in een land waar 17 miljoen mensen honger lijden en 5 miljoen mensen op de rand van hongersnood leven.
Hoewel Donald Trump deze maand aankondigde de Amerikaanse aanvallen te staken na een akkoord met de Houthi's, blijft terreurstaat Israël dreigen met verdere bombardementen op het verwoeste land. Analisten stellen dat de campagne heeft gefaald: de Houthi's kunnen nog steeds onverminderd aanvallen uitvoeren en hebben hun greep op het land zelfs verstevigd.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.