Anders dan rechtse politici en media durft Rob Jetten zondagmiddag wel Buitenhof wel te benoemen wie er verantwoordelijk waren voor het geweld tegen politieagenten en journalisten in Den Haag: “extreemrechtse gekken en fascisten”.
Na de vernielingen aan het D66-partijkantoor voelt hij zich strijdbaar, mede dankzij de steunbetuigingen die uit het hele land ontving. “We gaan dit niet normaliseren en accepteren.”
Jetten steunt het voorstel van Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA) voor een Kamerdebat over de extreemrechtse geweldsorgie in Den Haag. Hij memoreerde dat journalisten, wetenschappers, politici en politieke partijen al langer worden bedreigd. Jetten wees op de demonisering van Sigrid Kaag en Frans Timmermans. “Iedereen moet veilig campagne kunnen voeren.”
Jetten had geen goed woord over voor de pogingen van rechtse politici als Eelco Heinen om te doen alsof het geweld van zaterdag apolitiek was. “Het waren geen mensen die ‘hup ADO’ riepen”, legde hij uit. “Ze hadden het over het ‘terugveroveren van Nederland’, ze gebruikten teksten die in de Tweede Kamer worden uitgesproken.”
De kritiek van Heinen noemde Jetten “niet serieus te nemen”. De D66-leider riep nog maar eens in herinnering dat VVD-politici altijd vooraan staan om protesten voor Gaza en het klimaat keihard te veroordelen.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.