Politici, bestuurders en ambtenaren lezen zo te zien weinig of niets, behalve (samenvattingen van) krantenartikelen en rapporten, gezien hun structurele gebrek aan kennis
De Boekenweek is al even voorbij. Wat werd er geklaagd over ontlezing. Maar het gaat veel verder dan verveelde jongeren die gapend op hun mobiel staren. Mijn generatie, die vlak na de oorlog is geboren, leest gemiddeld minder dan die van onze ouders, onze kinderen weer minder dan wij enzovoort, enzovoort.
Politici, bestuurders en ambtenaren lezen zo te zien weinig of niets, behalve (samenvattingen van) krantenartikelen en rapporten, gezien hun structurele gebrek aan kennis. Net als u en ik hadden zij het oktober vorig jaar verschenen De ontdekking van Urk van Matthias M.R. de Clercq kunnen lezen. Vlak na de verschijning van het boek kregen wij de Urker brandstichting in de GGD-teststraat, daarna het eindejaarse vuurwerkmatten, gevolgd door de avondklokrellen. Wat een agressie en wat een geweld! Wat een slappe reacties van de SGP-burgemeester en de door reformatorische partijen gedomineerde gemeenteraad!
De lezer van De Clercqs boek had dit alles al van een grote afstand zien aankomen, inclusief het structurele wegkijken van de Urkers. Zijn merkwaardigste wegkijkende Urker is overigens een hoogleraar aan de Amsterdamse universiteit, de criminoloog Dirk Korf. Die past het woke discours toe op de Urkers. Er is volgens hem niets bijzonders aan de hand, maar vanwege het ‘afwijkende’, reformatorische karakter van de bevolking doet de rest van Nederland aan othering jegens Urk. De Clercq trekt zich hier niets van aan. Volgens hem is Urk een reformatorisch Sodom en Gomorra: er bestaat geen tegenstelling tussen het steile geloof enerzijds en anderzijds het exorbitante gebruik van drank en drugs onder jongeren – ze lijken zelfs in zee te gaan met de mocro-maffia – en de grootschalige visfraude. Er bestaat, witte, grijze en zwarte vis. Populair is omkatten van vis die onder de quota valt, naar een soort daarbuiten.
De Clercqs grote revelatie is het gigantische Urker industrieterrein, een internationale vishub. Urker bedrijven kopen overal ter wereld vis in. Op alle vijf de continenten. Al die ‘wereldvis’ exporteren ze weer, verwerkt en wel, naar alle windstreken. Rederijen en vliegtuigmaatschappijen zijn Urk dan ook erg dankbaar. Hierin is de visindustrie een spiegel van de Nederlandse agro-industrie, die door import, verwerking en export, de tweede ter wereld is, na de VS. Geïnspireerd door de boeren zeggen de vissers dan ook: ‘De zee is van ons’.
Ik verkeerde in de veronderstelling dat Urker vissers hun oogst naar de visafslag in hun dorp brachten. De praktijk is echter dat de kotters in IJmuiden, Harlingen, Lauwersoog, Eemshaven, Delfzijl, het Duitse Cuxhaven, het Deense Thyborøn en het Franse Boulogne-sur-Mer liggen en dat de vis met vrachtauto’s naar Urk wordt vervoerd. Een deel van de Urker schepen vaart overigens onder Belgische, Britse of Deense vlag. Zoals ook een groeiend deel van de visfabrieken in buitenlandse handen komt en steeds meer arbeiders uit Oost-Europa en elders afkomstig zijn.
Mijn eerste reactie op het boek van De Clercq was, vooral gezien het massale wegkijken, dat er onmiddellijk een regeringscommissaris voor Urk moet worden benoemd. Niet vreemd. Drie jaar geleden kwam er een voor Sint-Eustatius, een eiland net als Urk ooit, op basis van de ‘Tijdelijke wet taakverwaarlozing’. Tot voor kort was de regeringscommissaris aldaar de drukbezette christendemocraat Marnix van Rij.
Een boek dat evenmin is gelezen door ambtenaren en politici is het eind vorig jaar verschenen ook Oorlogen & oceanen van Erik Ader. Ik kocht het omdat ik aan een project bezig ben over het protestantse verzet tegen de Duitsers, waaraan de vader van de auteur, een predikant, deelnam en werd gefusilleerd. Ook omdat ik altijd geïnteresseerd blijf in zijn broer, de geheimzinnige kunstenaar Bas Jan Ader, die ooit tijdens een performance-boottocht op de Atlantische Oceaan verdween.
Interessant, maar eigenlijk gaat Oorlogen & oceanen over de jaren 1985-2014, waarin de auteur diplomatieke functies vervulde in het Midden-Oosten. Ook later ging hij weer in Israël kijken (waarheen zijn vader in 1936 was gefietst!). Ader presenteert een haarscherpe analyse van de Israëlische regeringspolitiek sinds de Oslo-akkoorden van 1993. Waarna de Likud-kabinetten van meet af aan enerzijds mooi weer speelden naar het buitenland en tegelijk actief stimuleerden dat het bezette deel van het Palestijnse gebied systematisch werd ingenomen door joodse kolonisten. Tegen alle internationale verdragen in – ook met de EU en VS. Daarbij werden zelfs adviezen van het Israëlische leger en de veiligheidsdiensten genegeerd die opriepen tot het serieus nemen van de tweepartijenstaat. Daarnaast werden door de regering volgens Ader bewust allerlei positieve ontwikkelingen binnen Hamas genegeerd of zelfs ontkend. De gewezen diplomaat is ook uiterst bezorgd over de groeiende invloed van religieuze zionisten binnen strijdkrachten en regering.
Tragisch dat kennis en inzicht van een ervaren diplomaat geen enkele invloed hebben op de Nederlandse Israël-politiek. Ons land blijft, net als de VS onder Biden, pal achter het Beloofde Land staan. Stiekem wel blij dat Netanyahu eindelijk plaats moest maken. Maar wie Ader heeft gelezen, weet helaas ook dat de nieuwe regering onder de rechtse politicus Naftali Bennett geen enkel perspectief biedt.