Een grijze, troebele sigarettenwolk ter grootte van een bestelbus drijft richting Tanja. ‘Trut’, krijst Tanja, terwijl ze met haar armen wild om zich heen slaat
Op een druk terras in Amsterdam zitten Tanja en Theo. Hij heeft net een broodje bal besteld, zij een salade met geitenkaas. Een tafeltje daarnaast zit Chantal met haar vriend Rob. Ook zij komen een hapje eten.
‘Tanja, kap daar eens mee’, verzucht Theo. Panikerend kijkt hij om zich heen. ‘Verdomme Tanja, er zijn hier mensen aan het eten.’
Chantal is net begonnen aan haar tweede pizzapunt wanneer de sigarettenrook van Tanja in haar gezicht wordt geblazen. ‘Gadverdamme’, brult Chantal met de nadruk op de twee laatste lettergrepen. ‘Doe dat ding eens uit, joh. Ik zit hier te eten.’
Tanja zet haar sigaret stevig aan haar lippen en neemt een flinke hijs. Provocerend blaast ze de rook naar Chantal. ‘De lucht is van iedereen, meisje. Of heb jij deze lucht gekocht? Dan moet je het zeggen, hoor. Dan trap ik ‘m nu nog uit.’
Chantal is even stil. De lucht boven dit terras heeft ze inderdaad niet gekocht. Ontgoocheld kijkt ze naar Rob, die doorgaans niet vies is van een gevatte opmerking, maar nu enkel oog heeft voor zijn grillburger met truffelmayonaise.
Het broodje bal en de salade met geitenkaas worden geserveerd.
Als het zo moet dan kan ze het krijgen, denkt Chantal. Ze vist een pakje Marlboro Gold uit haar handtas en steekt er een op. De rook blaast ze in de richting van Tanja en Theo.
‘Godsamme’, mompelt Theo. ‘Ik zit hier net aan mijn broodje bal. Zie je nou wat ervan komt?’ Hij werpt zijn vrouw een verwijtende blik toe. Tanja zet haar zonnebril af en kijkt de minstens twintig jaar jongere Chantal intimiderend aan. ‘Je hebt de verkeerde uitgekozen, meisje.’
Tanja schuift haar salade voor zich uit en steekt twee sigaretten in haar mond. Haar stoel zet ze naast die van Chantal. Ze is nu dertig centimeter van haar verwijderd. Ze inhaleert diep en blaast de sigarettenrook langzaam uit over de pizza van Chantal.
‘Rob. Rob! Hier, pak aan.’ Chantal geeft Rob drie sigaretten. Zelf propt ze zes sigaretten tussen haar lippen. Ze steekt ze allemaal aan, leunt daarna over de tafel om ook Rob zijn sigaretten aan te steken. Met haar vingers telt ze af: drie, twee, één.
Een grijze, troebele sigarettenwolk ter grootte van een bestelbus drijft richting Tanja. ‘Trut’, krijst Tanja, terwijl ze met haar armen wild om zich heen slaat. Het is te laat. De wolk slokt haar op. Theo kijkt verdwaasd op van zijn broodje bal en ziet zijn vrouw niet meer. Alleen een grote, grijze wolk.
Een minuut later trekt de wolk weg. Tanja is er niet meer. Op haar stoel ligt alleen nog een bonk geitenkaas.