De afgelopen maanden heb ik me vaker uitgesproken over het Israëlisch-Palestijns conflict. Niet omdat ik een Midden-Oostenexpert ben, maar omdat ik me als mens en hulpverlener verantwoordelijk voel.
Omdat ik geloof dat mensenrechten universeel zijn — niet selectief. En telkens als ik dat doe, voel ik het spanningsveld: de angst om weggezet te worden als antisemiet. Alsof morele betrokkenheid ineens verdacht is geworden. Alsof, zodra je kritiek uit op het gevoerde beleid van de Israëlische regering, jij je schuldig maakt aan jodenhaat.
Laat ik helder zijn: antisemitisme is een reëel en giftig probleem. Het heeft eeuwenlang geleid tot uitsluiting, geweld en uiteindelijk genocide.
Het verdient onze onvoorwaardelijke afwijzing. Maar juist daarom moeten we voorzichtig zijn met het inflatoir gebruik van de term. Want als elke scherpe kritiek op het Israëlische regeringsbeleid wordt geframed als antisemitisch, dan ondermijnen we de strijd tegen écht antisemitisme — en maken we van Israël een staat die boven alle kritiek verheven zou zijn.
Dat is niet alleen ondemocratisch, het is ook moreel onhoudbaar.
De huidige Israëlische regering voert een beleid dat volgens mensenrechtenorganisaties als Amnesty International en B’Tselem neerkomt op systematische onderdrukking van Palestijnen.
De uitbreiding van nederzettingen, het geweld tegen burgers, de blokkade van Gaza — dit zijn geen “interne aangelegenheden”, dit zijn schendingen van het internationaal recht. Daar mogen we iets van vinden. Daar moeten we iets van vinden.
En nee, dat maakt ons geen antisemieten. Het maakt ons betrokken burgers. Mensen die weigeren weg te kijken. Mensen die begrijpen dat solidariteit met Palestijnen niet betekent dat je tegen Joden bent — net zomin als kritiek op het kabinet-Rutte betekent dat je anti-Nederlands bent.
Sterker nog: veel van de belangrijkste critici van het Israëlische beleid zijn zelf Joods. Israëlische veteranen die getuigen over misstanden. Diaspora-Joden die zich uitspreken tegen apartheid. Zij laten zien dat Joodse identiteit en verzet tegen onrecht prima samen kunnen gaan.
Dus laten we ophouden met het criminaliseren van solidariteit. Laten we het debat voeren op basis van feiten, niet op basis van angst. Want als we zwijgen uit vrees om verkeerd begrepen te worden, dan wint het onrecht — en verliest de democratie.
Kritiek op Israël is geen antisemitisme. Het is een uiting van morele moed. En die hebben we vandaag harder nodig dan ooit.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.