Oog om oog, tand om tand.
Minister Faber houdt niet van tegenspraak of discussie. Daarom probeert zij haar asielbeleid door te drijven met een algemene maatregel van bestuur en daarna een crisiswet. Zo wordt de volksvertegenwoordiging buitenspel gezet. Premier Schoof steunt haar met dit streven en de coalitiepartijen ook.
Ten overvloede: een crisiswet is bedoeld voor zaken als oorlog en epidemieën, niet voor bestuurlijke knelpunten. Op zo'n manier kun je alles wel een crisis noemen en waarschijnlijk is dat ook de bedoeling van dit zo rechtsstatelijke kabinet. Een algemene maatregel van bestuur raakt de praktische uitvoering van een wet. De site parlement.com geeft als voorbeeld de toevoeging van twee producten aan de lijst van verboden want verslavende middelen, tenminste als ik het goed begrijp want de formulering is wel heel technisch.
Schoof en Faber gebruiken crisiswet en algemene maatregel van bestuur in essentie om de democratie opzij te schuiven. Dat bedreigt ons aller vrijheid.
Je hebt namelijk kans dat minister Faber, die in het kabinet zit namens een dictatoriaal geleide partij of liever gezegd namens een politiek ondernemer, dat deze bewindsvrouwe school maakt. Een dag of wat terug sloot minister Femke Wiersma van Landbouw in een interview niet uit dat het bij haar ook zo ver zal kunnen komen.
Vandaar dat hier onmiddellijk paal en perk aan moet worden gesteld. De oppositie kan dat want het kabinet heeft in de Eerste Kamer maar dertig van de 75 zetels achter zich. Dat valt een beetje op te hogen met de vijf stemmen van FvD, SGP en de oude mensen maar je krijgt daarmee nog geen meerderheid.
Ook de kabinetten-Rutte beschikten meestal niet over een meerderheid in de Eerste Kamer. Toch leverde dat haast nooit problemen op omdat je met bepaalde concessies kunt voorkomen dat de oppositie je voorstellen in de Senaat laat sneuvelen. Maar dat hoeft niet.
Het volgende moet gebeuren. Zo lang dat van die algemene maatregel van bestuur en die crisiswet niet van tafel is, weigert de oppositie elke concessie aan het kabinet. Alles wordt in de Senaat meteen afgestemd. Elke minister krijgt niet alleen in de Tweede maar ook in de Eerste Kamer een motie van wantrouwen aan de broek die door de meerderheid wordt aangenomen.
Hierover zal groot gejammer worden aangeheven: wij zullen te horen krijgen dat de Eerste Kamer hier niet voor is bedoeld maar zich alleen met de kwaliteit van de wetgeving hoort bezig te houden. En dat soort taal meer. Het antwoord hierop luidt: algemene maatregelen van bestuur en crisiswetten zijn niet bedoeld om naar believen democratische besluitvorming buitenspel te zetten. Willem I gebruikte dit middel ooit om een koninklijke dictatuur uit te oefenen. Thorbecke heeft daar een grote stok voor gestoken door een systeem te ontwerpen waarin ministers verantwoording afleggen aan een gekozen parlement. Dit is het kernstuk van de vrijheid in Nederland.
Minister Faber tast die aan. Zij moet leren normaal te doen. Dan doet de oppositie het ook.
En anders zal dit kabinet door de Eerste Kamer naar huis worden gestuurd. Het is kiezen of delen. Oog om oog, tand om tand.
Het is te hopen dat de oppositiepartijen stevig genoeg zijn om de democratie te verdedigen nu het erop aan komt.
Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin zeker nu de laatste putten toch niet dicht blijken. Tevens noem ik de PVV een extreemrechtse partij.
Beluister Het Geheugenpaleis, de wekelijkse podcast van Han van der Horst over politiek en geschiedenis. Nu: emotie als politiek instrument.