Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Laat niet Groenland of Canada maar Nederland de 51e staat van Amerika worden

  •  
18-02-2025
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
1909 keer bekeken
  •  
ANP-326718330

Op een dag word je wakker en hoor je dat Donald Trump Groenland wil kopen. Even later blijkt dat hij ook wel oren heeft naar Canada. De reacties in Europa zijn voorspelbaar: hoongelach, verontwaardiging, een overdosis morele superioriteit. Een ordinaire onderhandelaar uit de VS die zomaar soeverein grondgebied wil claimen—het is een belediging voor onze beschaafde wereldorde.

Maar als de eerste verontwaardiging wegebt, blijft er een ongemakkelijke vraag achter: waarom zou Groenland daar eigenlijk niet voor kiezen? Wat heeft Europa, en bij uitbreiding het Westen, Groenland nog te bieden behalve bureaucratische doolhoven en morele preken? We prijzen onszelf als het toonbeeld van vooruitgang, maar wat betekent dat als we het niet langer kunnen omzetten in invloed en daadkracht?

Laat het een gedachte-experiment zijn. Wat als Nederland de Europese Unie verlaat en zich aansluit bij de Verenigde Staten? Absurd? Zeker. Onmogelijk? Misschien. Maar wie durft te beweren dat de toekomst van Europa minder absurd is dan dit voorstel?

Ooit was Europa het kloppende hart van vooruitgang. De Verlichting, de industriële revolutie, de uitvinding van de stoommachine, de opkomst van moderne democratieën—het waren Europese innovaties die de wereld vormgaven. Maar ergens in de twintigste eeuw verloor Europa zijn vitaliteit. Het werd een vergrijzend continent, een verzameling natiestaten die hun ambitie verruilden voor stabiliteit, hun ondernemersgeest voor regelgeving.

Er wordt niets wezenlijks meer uitgevonden. De grote doorbraken in kunstmatige intelligentie, sociale media en biotechnologie komen niet uit Parijs of Berlijn, maar uit Silicon Valley en Shenzhen. Europa's technologische inbreng in de wereld is verwaarloosbaar. We zijn toeschouwers geworden bij onze eigen achteruitgang, zonder de moed om toe te geven dat het Westen allang niet meer het centrum van de wereld is.

Wat Europa nog wél produceert, is regelgeving. Een eindeloze reeks wetten, richtlijnen en verordeningen. Het is een continent dat een ziekelijke verslaving heeft ontwikkeld aan controle en beheersing. Iedere nieuwe ontwikkeling is niet een kans, maar een dreiging die moet worden ingekaderd, beperkt, gereguleerd. In Brussel werkt een leger ambtenaren dag en nacht aan het perfectioneren van de hamsterkooi waarin we mogen rennen.

Sociale media? Een gevaar voor onze privacy. AI? Een bedreiging voor de arbeidsmarkt. Ondernemerschap? Risico’s voor consumenten. Europa is als een verstikkende opvoeder die zijn kinderen verbiedt om naar buiten te gaan, bang dat ze hun knieën zullen schaven. En terwijl het zich verliest in moreel verheven monologen over verantwoordelijkheid, trekken andere landen zich er niets van aan en stormen ze met duizelingwekkende snelheid vooruit.

We praten in Europa graag over de toekomst. We maken groene plannen, digitale strategieën, ethische richtlijnen. Maar het zijn woorden zonder daden. Achter de façade van vooruitgang schuilt een diepe angst voor verandering. Het liberalisme dat ooit een bron van vrijheid was, is verworden tot een dogma waarin geen tegenspraak wordt geduld. Wie zich niet conformeert aan de heersende normen—over klimaat, migratie, identiteit—wordt uitgesloten, niet met dwang, maar met een stille maar vernietigende sociale correctie.

Ondertussen worden de problemen waar we wél iets aan zouden moeten doen genegeerd. De EU is economisch zwakker dan ooit, afhankelijk van Amerikaanse technologie en Chinese productie. Onze defensie is een grap, volledig afhankelijk van de NAVO, oftewel Amerika. We presenteren onszelf als wereldmacht, maar we kunnen nog geen luchthaven draaiende houden zonder stakingen en chaos.

Onze geopolitieke invloed is nog slechts een projectie van het verleden. China koopt halve economieën op, Afrika kijkt niet langer naar Europa voor investeringen, en de opkomende economieën van India en Zuidoost-Azië hebben geen boodschap aan Brusselse moraliteit. Ze spelen het spel van de macht, en ze winnen. Europa speelt niet eens mee.

Amerika als reddingsboei?
En dan is er dat vreemde idee: wat als we Europa de rug toekeren en ons aansluiten bij Amerika? De voordelen zijn duidelijk: een sterke economie, toegang tot technologische innovatie, minder bureaucratische wurggrepen. Daar komt bij dat Amerika, ondanks zijn politieke instabiliteit en sociale polarisatie, een maatschappij heeft die draait op het principe van wie niet sterk is, moet slim zijn—een ethos van pionierschap en ondernemerschap dat innovatie stimuleert en individuen en bedrijven dwingt om kansen te grijpen. Dit was ooit ook de kern van de Nederlandse identiteit, maar wordt in Europa steeds verder verstikt door regelgeving en risicomijding.

In Amerika is falen een les, een tussenstap naar succes. Je valt, staat op en probeert opnieuw. In Europa is falen een doodvonnis—een bureaucratisch moeras waarin je vast komt te zitten. In Amerika word je afgerekend op wat je creëert, in Europa word je beoordeeld op hoe goed je binnen de regels blijft. Innovatie betekent daar durven ontwrichten, hier betekent het een vergunningstraject van vijf jaar.

Is het dan werkelijk zo’n gek idee om ons aan te sluiten bij een systeem dat tenminste nog beweegt? Misschien is Amerika’s onstuimigheid beter dan de traagheid van de Europese Unie, die al decennia geen grote beslissingen meer durft te nemen. Europa is als een oude intellectueel die in zijn leunstoel mijmert over de betekenis van het leven, terwijl de wereld buiten verandert. We praten, filosoferen, wijzen met het vingertje—maar handelen doen we niet.

Moeten we dan werkelijk Europa verlaten en Amerika omarmen? Misschien niet. Maar we moeten wél de illusie loslaten dat Europa op de goede weg is. De EU heeft zichzelf opgelegd een morele grootmacht te zijn, zonder economische, technologische of militaire ruggengraat. We wanen ons de wereldwijde scheidsrechter, maar niemand luistert. We denken dat onze regels richtinggevend zijn, maar buiten Europa worden ze genegeerd. We presenteren ons als gidsland, terwijl we niet eens onze eigen samenlevingen kunnen beschermen tegen interne desintegratie.

We kunnen blijven doen wat we doen: reguleren, controleren, moraliserend de wereld vertellen hoe hij zich moet gedragen. We kunnen onze rol als ethische politieagent blijven spelen, zonder in te zien dat niemand ons nog serieus neemt. Of we kunnen iets anders proberen. We kunnen weer iets bouwen. We kunnen het Europese project ontdoen van zijn verstikkende bureaucratie, de regelzucht temperen en innovatie niet als een bedreiging zien, maar als een kans. We kunnen weer een continent van pioniers worden, in plaats van een continent van papierwerk.

Maar als we dat niet doen, zal de keuze straks niet meer aan ons zijn. Dan zullen de grootmachten van deze wereld ons een plek toewijzen: als museum van vergane glorie, als speeltuin voor bureaucraten, als een voorbeeld van hoe een continent zichzelf irrelevant maakte – keurig gereguleerd, tot het bittere einde.

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je hieronder aan voor de nieuwsbrief van de Joop redactie die binnenkort van start gaat. Wekelijks ontvang je de beste artikelen, opinies en aanraders in je inbox.

BNNVARA LogoWij zijn voor