Twee weken geleden aten Mary en ik goed in Café de la Paix in Ramallah, met zachte muziek op de achtergrond. Toen kwam er een bericht binnen op Facebook. Een vriend van Mary uit Gaza schreef dat hij misschien voor de laatste keer met zijn dochter Nathalie in Moskou zou spreken. Hij had al een week niet gegeten. “Mensen praten over soemoed,” schreef hij, “maar wat betekent soemoed nu nog, als je tegen gekken vecht? Er is vuur in de lucht, op de weg—overal.” Hij verwachtte spoedig dood te gaan in deze genocide. Ik vraag me af wat hij nu denkt, een paar dagen later—al voelen die dagen als jaren.
Op tv kijken we naar duizenden Palestijnen die geduldig teruglopen over een kapotte weg naar Gaza-Stad, de stad die ze net hadden verlaten. Ze keren terug naar een gebied dat door de VN nog steeds als hongersnoodzone is aangemerkt, zonder enige voorzieningen. De meesten gaan terug om te zien of hun huizen nog overeind staan. En de meesten zullen teleurgesteld zijn: ongeveer 90% van de huizen in Gaza is verwoest of onbewoonbaar.
Oudere Palestijnen worden herinnerd aan de lange stromen mensen tijdens de Nakba van 1948, toen gezinnen gedwongen werden hun huizen te verlaten. Nu keren mensen terug—maar naar wat? Al Jazeera meldt dat velen bereid zijn een tent op te zetten bovenop het puin van hun huizen. Een journaliste zegt dat ze zich met elke nieuwe golf van verwoesting nog sterker met haar land verbonden voelt, en steeds minder geneigd is het te verlaten.
Dat is Palestijnse soemoed—standvastigheid, vasthouden aan het land. Het wordt soms vertaald als ‘veerkracht’, maar dat dekt slechts een deel van de betekenis. Soemoed heeft zowel een tijds- als een plaatsdimensie. Het betekent standhouden door de tijd heen—met geduld en vastberadenheid. En het betekent ook letterlijk standhouden op het eigen land, al kan het ook verwijzen naar het vasthouden aan de Palestijnse identiteit, overal, tegen de verdrukking in.
De recente wereldwijde Soemoed Flotilla die koers zette naar Gaza bracht het begrip opnieuw onder de aandacht. Ook in de sociale wetenschappen krijgt soemoed meer aandacht. Ik las studies over de soemoed van vissers in Gaza (voor de oorlog) en van vroedvrouwen in de regio Ramallah. Elk voorbeeld laat zien hoe volharding niet iets abstracts is, maar iets wat geleefd wordt—in dagelijkse daden van zorg, opoffering en continuïteit.
Mensen denken vaak dat soemoed een individuele houding is, maar het is diep sociaal. Je hoeft alleen maar te kijken naar Gaza’s vrijwillige burgerbeschermingsteams—mensen die dag en nacht werken, slachtoffers onder het puin vandaan halen, gewonden naar het ziekenhuis brengen, buurten waarschuwen wanneer ze moeten vluchten. Ongelooflijke vormen van solidariteit tussen buren.
Toch kan soemoed alleen slagen met internationale steun en solidariteit—door flotilla’s, demonstraties, belangenbehartiging en sociale bewegingen in het buitenland. Alleen een bredere wereldwijde inzet kan westerse regeringen ertoe brengen om te kiezen voor een echt proces van internationalisering—niet een koloniaal project onder Trump, maar een proces waarin Palestijnen zelf en de Verenigde Naties een centrale rol spelen.
De Nederlandse radio vraagt me hoe Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever kijken naar de mensen in Gaza. Ik denk dat mensen hier deels verlamd zijn door de beelden die via televisie en sociale media uit Gaza komen. In werkelijkheid is het zo dat bijna niemand op de Westoever de afgelopen dertig jaar toestemming heeft gekregen om Gaza te bezoeken.
Ondertussen zitten Palestijnen op de Westoever zelf gevangen in een economische overlevingsstrijd. Reizen tussen steden is problematisch, en zowel de economie als de Palestijnse Autoriteit storten in. Door gebrek aan geld voor lerarensalarissen draaien de openbare scholen hier nog maar drie dagen per week.
Toch denk ik dat soemoed mensen hier helpt om op een dieper niveau te absorberen wat er in Gaza gebeurt. Een programma van Al Jazeera liet een boer op de Westelijke Jordaanoever zien die letterlijk op zijn land geboren werd—zijn moeder had geen tijd om naar huis te gaan om te bevallen. Zijn gezicht is getekend door diepe groeven. Hij herbouwde zijn huis nadat het door het leger was verwoest, maar nu hebben kolonisten zijn waterreservoir vernietigd en weet hij niet hoe hij moet overleven. Onuitsprekelijk verdriet—en toch een onbreekbare wil om door te gaan.
Misschien is dit ook wat soemoed nu betekent—niet alleen vasthouden aan het land, maar ook aan elkaar, om verder te kunnen met leven.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.