Linkse oppositie wil openheid kabinet over bombardementen op IS

Nederland moet de datum, tijd en locatie van zijn bombardementen in de strijd tegen IS vrijgeven zodat beter onderzoek gedaan kan worden naar burgerslachtoffers. Daarvoor pleiten linkse oppositiepartijen SP, PvdA en GroenLinks dinsdag in een Kamerdebat.

De partijen vinden al langer dat het kabinet openheid van zaken moet geven rond de bombardementen en vinden nu ook dat de overige landen in de coalitie tegen IS de gegevens vrij moet geven. Enkele daarvan doen dat al, zoals bijvoorbeeld Canada en Groot-Brittannië. Het Nederlandse kabinet geeft daarentegen geen enkele informatie vrij.

‘Er vallen nu eenmaal burgerslachtoffers. Wees daar gewoon open over,’ zegt SP-Kamerlid Sadet Karabulut in het AD. Ze vindt ook dat het kabinet werk moet uitzoeken of er schadevergoedingen uitgekeerd moeten worden aan slachtoffers of nabestaanden.

Dat het kabinet de kaken stijf op elkaar houdt zou zijn omdat het delen van de informatie te gevaarlijk is en omdat ze willen voorkomen dat de identiteit van de piloot bekend wordt. PvdA-Kamerlid Lilianne Ploumen laat weten dat volgens haar onderzoek die gegevens gewoon gedeeld kunnen worden, onder meer omdat veel coalitielanden ter plekke aanwezig zijn: ‘Daar kun je ook van leren. Stel dat blijkt dat je drie gebouwen verderop had moeten zijn. Dan wil je toch ook weten hoe je die informatie in de toekomst beter kunt verifiëren?’

Tussen 2014 en 2016 en in 2018 nam Nederland deel aan de internationale coalitie in de strijd tegen IS. Nederlandse F16’s bombardeerden in een jaar tijd ongeveer 2100 doelen in Irak en in het noorden van Syrië. Uit onderzoek van het Openbaar Ministerie (OM) bleek dat bij één van deze aanvallen ‘zeker’ burgerdoden zijn gevallen, bij twee andere bombardementen is dat ‘mogelijk’ of ‘zeer waarschijnlijk’. De piloten viel daarbij niets te verwijten, concludeerde het OM.