De Canadezen roepen op tot een boycot van Amerikaanse producten vanwege de handelsoorlog waar Trump mee dreigde. Die oorlog is overigens weer even uitgesteld, toen de aan media-aandacht verslaafde autocraat z’n portie binnen had. Of de boycot doorzet moet blijken maar ik zou er graag aan meedoen. Of in ieder geval Amerikaanse producten zoveel mogelijk verdringen. Want ze zijn ongezond.
Ik probeer al een aantal jaren de Amerikanisering van mijn leven terug te dringen. Niet vanuit een afkeer tegen het land maar omdat ik niet van monoculturen houd. Als je er op gaat letten is de Amerikaanse invloed immens, vooral in de media en cultuur. En als het geen Amerikaans is dan wel andere vormen van Engelstaligheid die natuurlijk weer sterk beïnvloed worden door… juist.
Met de taal importeer je ook de denkbeelden in je hersens. Dat realiseren mensen zich te weinig. En dan heb ik het over diepe denkbeelden, de ideeën over wie en wat we willen zijn. Het is een van de verklaringen die ik heb voor de zwakte van de linkse beweging in Europa. De Amerikaanse samenleving kent bijvoorbeeld geen solidariteit. Vrijheid is er een individueel begrip. Denken als een Amerikaan staat linkse idealen in de weg.
De Amerikaanse overmacht was voor mij een van de redenen om Frans te gaan leren en meer Franse media te consumeren. En dat ga ik dit jaar ook proberen met Spaans. Het liefst zou ik daarnaast Duits leren maar daar durf ik me nog niet aan te wagen, mede omdat ik het gevoel heb dat ik het toch wel allemaal begrijp. Ik verbaas me er wel over dat Duits zo verdwenen is uit onze cultuur, geen of amper schrijvers, muziek en films.
Maar laat me niet afdwalen. Geen Amerikaanse producten dus. Dat is nog niet zo makkelijk. Amerikaanse modemerken mijd ik al jaren. Nike vind ik een vervelend bedrijf maar onlangs zwichtte ik toch voor een Levi’s aanbieding. Ik loop hard op Hoka, een Frans merk dat helaas in 2013 door Amerikanen is overgenomen. Dus daar moet ik wat anders voor verzinnen als ze versleten zijn. Voor gewone sneakers zweer ik de laatste jaren bij het Franse Salomon en Spaanse Ecoalf.
Ik kijk nooit tv-series en heb zelf geen Netflix dus dat scheelt maar ik zou eigenlijk gewoon over moeten stappen op Nederlandse alternatieven als Cinemember, Pickl. Gelukkig is er nog NPO Start. Ik kijk liever ook geen Amerikaanse films omdat die vaak wel erg leeg zijn. In 7 van de 10 titels gaat het om moord of doodslag en anders is het een comedy met platgeslagen hilariteit of een standaard romance over twee mensen, meestal een hij en een zij. Amerikaanse muziek luister ik nooit op eigen initiatief want die hoor je al overal om je heen.
Een Amerikaanse auto is uitgesloten want dat is een symbool van agressie en asociaal gedrag. Ze zijn gevaarlijk voor de overige verkeersdeelnemers en nemen veel te veel ruimte in beslag. Zo’n Dodge pick up truck is gewoon een Trump op wielen.
In de supermarkt geen Heinz of Hellman's meer. Sowieso probeer ik ultraprocessed producten te mijden en ‘gezond Amerikaans voedsel’ is een contradictio in termini. Maar ik ga nog wel beter opletten of er tussen de andere boodschappen niks zit.
Bij de Starbucks wil ik al langer niet dood gevonden worden omdat het bedrijf weigert belasting te betalen. Wel profiteren van onze samenleving maar er niet aan bij willen dragen. Bij McDonald’s, Burger King en andere Amerikaanse dierenvernietigers kom ik als dierenbeschermer vanzelf al niet.
Dat klinkt allemaal principieel en vastbesloten maar het werkelijke probleem zit natuurlijk in het scherm waar ik dit op tik. Het is niet alleen fysiek van Apple ook de toepassingen zijn veelal Amerikaans. Van Google tot Microsoft. Van Meta tot Bluesky. Van Garmin tot Duolingo. En dat is het probleem. Het is wat dag in dag uit mijn geest voedt.
Komen we daar ooit van af? Kan dat wel? Je zou het misschien niet denken maar de digitale wereld is van origine voor een fors deel ook Europees. Het web is een uitvinding van een Brit die als ambtenaar werkte bij CERN. De voorloper van alle chatapps, IRC, is Fins. Bluetooth is uitgevonden door een Nederlander, net als wifi. Een groot deel van het net draait op Linux, het levenswerk van een Fin.
Er wordt onterecht automatisch snel wat lacherig gedaan over pleidooien om de Europese techwereld te laten bloeien. Er zou een techbevrijdingsbeweging moeten ontstaan die gebruikers verlost van het Amerikaanse (en Chinese) imperialisme. Het lijkt me dat je daar toch wel enthousiasme voor los zou moeten kunnen maken. Iedereen weet dat de toekomst tech is. Nu nog willen dat die Europees wordt.
Met de strijdkreet Make Europe Great Again wil extreemrechts nu de politiek van Trump importeren in Europa. We kunnen beginnen met die Engelstalige slogan van ze af te pakken.
Meld je hieronder aan voor de nieuwsbrief van de Joop redactie die binnenkort van start gaat. Wekelijks ontvang je de beste artikelen, opinies en aanraders in je inbox.