Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen.

Meer burgerschap en persoonsvorming in de klas, en minder ruimte voor artikel 23

  •  
Gisteren
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
1211 keer bekeken
  •  
ANP-442073166

Al langere tijd loop ik rond met de gedachte dit op te schrijven. Even zo lang heb ik getwijfeld – liever blijf ik op de achtergrond. Maar naar aanleiding van een recent onderzoek van Nieuwsuur over ‘Botsende grondrechten in religieus onderwijs’ wil ik toch graag mijn ervaring delen.

Als lerarenopleider levensbeschouwing en burgerschap op de pabo zie ik dagelijks hoe hard het nodig is dat burgerschap en persoonsvorming een stevigere plek krijgen in het onderwijs. Gelukkig is er recent een wetsvoorstel aangenomen dat van de burgerschapsopdracht een meer verplichtend karakter maakt.

We leven in een tijd waarin maatschappelijke spanningen voelbaar zijn. Wat zich wereldwijd afspeelt, vindt zijn weg naar het klaslokaal. Kinderen groeien op in een wereld waarin verschillen niet alleen normaal zijn, maar steeds zichtbaarder worden. Juist daarom moet het onderwijs ruimte bieden voor gesprek, voor begrip, voor ontmoeting.

Dat begint al bij kleuters. In mijn colleges staat de dialoog centraal: oefenen in luisteren, vragen stellen zonder oordeel, verschillen onderzoeken. Het gaat niet om het herzien van meningen – die op jonge leeftijd vaak nog grotendeels de mening van de ouders zijn – maar om het verbreden van de blik.

In de praktijk blijkt dat lastiger dan het lijkt. Studenten komen met voorbeelden die me zorgen baren:

  • “Wij mogen op onze openbare school het woord ‘kerst’ of ‘Jezus’ niet gebruiken.”
  • “De school heeft een christelijke grondslag, dus de ramadan bespreken we niet.”
  • “De directeur raadde af om LHBTIQ+ bespreekbaar te maken, uit angst voor boze ouders.”
  • “Laat het Jeugdjournaal over het Midden-Oosten maar zitten; dat ligt te gevoelig.”

Wat opvalt: deze terughoudendheid komt allang niet meer alleen van religieuze scholen. Ook op openbare scholen heerst verwarring en angst over wat besproken mag worden. Niet vanwege de leerlingen – die zijn vaak open en nieuwsgierig – maar door de druk van ouders of het bestuur.

Met als argumenten: ‘Wij zijn een christelijke school, dus wij bespreken geen andere religieuze feesten.’ ‘Wij zijn een openbare school en vieren geen kerst, want dat doe je op een christelijke school.’

Is de grondslag werkelijk de identiteit van de school? Of wordt die gebruikt als dekmantel uit angst voor reacties van ouders?

Hier schuurt iets fundamenteels. Terwijl we van scholen verwachten dat ze een afspiegeling van de samenleving zijn, wordt hun geregeld de ruimte ontnomen om die samenleving ook écht bespreekbaar te maken. Een belangrijke oorzaak ligt in de manier waarop we omgaan met artikel 23 van de Grondwet: de vrijheid van onderwijs.

Ooit bedoeld om diversiteit te beschermen, wordt dit artikel tegenwoordig te vaak ingezet om het gesprek over diezelfde diversiteit te vermijden. In hoeverre is de school de aangewezen plek om vanuit één religieuze grondslag op te voeden, terwijl we van leerlingen een open, onderzoekende houding verwachten?

Nederland anno 2025 is niet langer het land van de verzuiling. Ouders kiezen zelden nog voor een school op basis van religieuze overtuiging, maar eerder vanwege praktische zaken: locatie, kwaliteit, sfeer. Onze samenleving is multicultureel, digitaal, spiritueel, atheïstisch en religieus, individualistisch en verbonden. Precies dat vraagt om onderwijs dat kinderen voorbereidt op die diverse samenleving.

Zolang scholen zich kunnen blijven beroepen op artikel 23 om verschil uit de weg te gaan, blijft echte burgerschapsvorming onmogelijk.

Het recht op vrijheid van onderwijs mag nooit de vrijheid tot denken, ontmoeten en samenleven beperken. Scholen zouden geen opvoeders van één wereldbeeld moeten zijn, maar oefenplaatsen voor dialoog en ontmoeting. Plaatsen waar kinderen leren dat verschillen erbij horen. Waar jongeren leren dat er meerdere verhalen bestaan – en dat die naast elkaar kunnen bestaan. En juist kinderen kunnen dat zo goed!

Laat ik helder zijn: er zijn gelukkig veel scholen waar dit al gebeurt. Docenten die met hun klassen lastige thema’s durven verkennen en  die ruimte maken voor verschil. Juist ook op scholen met een religieuze grondslag waar het wel verschillende religies of belangrijke grondrechten worden besproken.

Maar de paradox blijft: de overheid vraagt scholen om burgerschapsonderwijs te geven, terwijl datzelfde onderwijs via artikel 23 kan worden beperkt. Dat is vragen om een sleutel die niet op het slot past.

Het is tijd om artikel 23 opnieuw tegen het licht te houden. Niet om vrijheid af te nemen, maar om ruimte te creëren. Want zonder die ruimte blijft burgerschap in de klas iets wat we op papier wensen – maar in de praktijk ontwijken.

Delen:

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.

BNNVARA LogoWij zijn voor