Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Met de VVD als grootste regeringspartij knalde het migratiesaldo door de miljoengrens

  •  
02-09-2025
  •  
leestijd 7 minuten
  •  
4221 keer bekeken
  •  
ANP-530062544

Van eind 2010 tot medio 2024 was de VVD de grootste regeringspartij met veelal een VVD-bewindspersoon als portefeuillehouder immigratie en asiel. Het totale (positieve) migratiesaldo onder deze VVD-bewindspersonen bedroeg ruim 1,1 miljoen.

Ik ben al lange tijd sceptisch over de kwaliteit van (een deel) van onze parlementaire journalistiek én die van onze talkshowredacties. Ik weet, vanaf de zijlijn is het altijd makkelijk om kritisch te zijn. Maar dat rechtse frames door onze politieke redacties maar al te vaak zónder weerwoord worden overgenomen, behoeft geen betoog. Daaronder valt óók het frame als zou migratie toch vooral ‘de schuld’ van links zijn.

Het lijkt me daarom goed om op deze plek, en met het oog op de komende verkiezingen, enkele nuances aan te brengen.

De menselijke drijfveren van migratie
Migratie is van alle tijden. Of het nu gaat om binnenlandse of grensoverschrijdende migratie. De drijfveren van migratie zijn immers universeel en tijdloos: veiligheid, zekerheid en een betere toekomst. Politici kunnen die menselijke drijfveren niet veranderen.

Wat politici wél kunnen doen, is migratie stimuleren en faciliteren óf daarentegen juist proberen te beperken. Zo hebben (de voorlopers van) CDA en VVD arbeidsmigratie vanuit het buitenland naar Nederland geruime tijd gefaciliteerd. En om werkgevers tegemoet te komen, geeft de VVD vandaag nog steeds volop ruimte voor arbeidsmigratie.  

Hoewel we de drijfveren van migratie niet kunnen veranderen, zorgen actuele internationale ontwikkelingen uiteraard wel voor grote schommelingen in de mate waarin mensen besluiten hun geboortegrond te verlaten. Denk aan het uitbreken van een nieuwe oorlog, een economische crisis of het aantreden van een regering die een bepaalde godsdienst of levensovertuiging onderdrukt. Daar hebben politici in Nederland vaak geen directe invloed op, hoewel ze soms wel omstandigheden kunnen helpen creëren die de wens of noodzaak om te migreren verminderen. Denk bijvoorbeeld aan het aangaan van gelijkwaardige handelsrelaties met landen op verschillende continenten. Of het stoppen met de steun aan Israël in de onderdrukking van het Palestijnse volk. En het serieus nemen van klimaatverandering om klimaatmigratie te beperken.

Volgens een in 2008 namens het CBS uitgevoerde analyse door Han Nicolaas en Arno Sprangers, was rond 1800 naar schatting 5 procent van de in Nederland woonachtige bevolking in het buitenland geboren. Vandaag ligt dat percentage iets boven de 15 procent. Bovendien is ons land niet alleen een immigratieland, maar ook een emigratieland. Zo was het migratiesaldo in de negentiende eeuw grotendeels negatief; het aantal emigranten was groter dan het aantal immigranten. Nederlanders emigreerden vooral naar Duitsland, België en de Verenigde Staten. Aan het eind van de negentiende eeuw woonden er zo’n 300.000 in Nederland geboren personen in het buitenland, waarvan rond de 95.000 in de VS.

Ook in de jaren vijftig van de vorige eeuw was er sprake van een negatief migratiesaldo. In deze naoorlogse jaren vertrokken zo’n 350.000 Nederlanders naar onder meer Australië, Nieuw-Zeeland, Canada, de Verenigde Staten en Zuid-Afrika.

Migratie vanaf eind jaren vijftig
Door de krapte die eind jaren vijftig op de arbeidsmarkt ontstond, begonnen Nederlandse bedrijven buitenlandse werknemers aan te trekken uit landen rond de Middellandse Zee, waaronder Griekenland, Italië, Joegoslavië, Marokko, Portugal, Spanje, Tunesië en Turkije. De werving startte eind jaren vijftig en werd in 1973 stopgezet. Dit gebeurde hoofdzakelijk onder verantwoordelijkheid van coalitiekabinetten van de voorlopers van het CDA (KVP, ARP en CHU) plus de VVD. Alleen in 1965 en 1966 maakte niet de VVD, maar de PvdA gedurende negentien maanden deel uit van een kabinet.

Toen de Spaanse en Italiaanse economieën in de jaren zeventig begonnen aan te trekken, keerden veel Spaanse en Italiaanse arbeidsmigranten weer terug naar hun geboorteland. Maar dat gold niet voor Turkse en Marokkaanse arbeiders. Nadat het kabinet-Den Uyl - samengesteld uit PvdA, D66 plus voorlopers van CDA en GroenLinks - in 1973 een wervingsstop instelde voor buitenlandse werknemers uit landen rond de Middellandse Zee, was legale arbeidsmigratie vanuit onder meer Turkije en Marokko nauwelijks meer mogelijk. Toch nam de immigratie uit die landen na 1973 fors toe door gezinshereniging en in latere jaren gezinsvorming.

Immigratie uit Suriname kwam al sinds het begin van de jaren zestig op gang als gevolg van de slechte economische situatie aldaar. De piek in de Surinaamse immigratie was er in 1975 als gevolg van de met het kabinet-Den Uyl overeengekomen Surinaamse onafhankelijkheid. In dat jaar vestigden zich een kleine 40.000 Surinamers in Nederland.

Rond het midden van de jaren tachtig nam de asielmigratie in omvang toe, aanvankelijk met een oververtegenwoordiging uit Oost-Europese landen, in latere jaren gevolgd door vluchtelingen uit onder meer Somalië, Ethiopië/Eritrea, Afghanistan, Iran, Irak, Syrië, Jemen en recentelijk uiteraard Oekraïne. En als gevolg van de Schengenverdragen kunnen honderden miljoenen Europeanen zich inmiddels vrij en zonder grenscontroles binnen Europa verplaatsen voor wonen, werken en studeren. Dat heeft uiteraard veel invloed op de relatief hoge (positieve) migratiesaldo’s van deze eeuw.

Migratiesaldo’s in recente jaren
Volgens de hiervoor genoemde CBS-analyse van Han Nicolaas en Arno Sprangers bedroeg het aantal immigranten in de periode 1796 - 2006 bij benadering 7,3 miljoen. Het aantal emigranten in deze periode kwam globaal uit op 6,7 miljoen. Per saldo hebben zich in de twee eeuwen voorafgaand aan 2006 dus zo’n 600.000 personen een plaats in de Nederlandse samenleving verworven.

Kijken we naar het positieve migratiesaldo van 2006 tot en met vorig jaar, dan ligt dat met ruim 1,2 miljoen meteen fors hoger. Dat hoge cijfer wordt uiteraard mede veroorzaakt door het vrije verkeer van personen binnen de EU.

In de periode waarin de VVD als grootste regeringspartij de meeste invloed had, lag het positieve migratiesaldo - van 2011 t/m 2024 - op 1.153.000. Stellen we de lens scherp op de jaren 2013/2024 - waarin een VVD-bewindspersoon in het kabinet verantwoordelijkheid droeg voor de portefeuille asiel en immigratie - dan hebben we het over een positief migratiesaldo van 1.109.000.

Migratie zit in de menselijke natuur. Politici kunnen de mate van immigratie en emigratie beleidsmatig bijsturen maar niet voorkomen. De circa 127.000 Oekraïense vluchtelingen die zich momenteel in Nederland bevinden, hadden we niet kunnen voorzien. Tegelijkertijd zien we dat van de huidige circa 5 miljoen eerste en tweedegeneratie biculturele inwoners hooguit 14% een vluchtelingenachtergrond heeft. Bij de overige 86% speelt politiek beleid dus een wat grotere rol. Waaronder Schengen.    

Leggen we de nadruk op het immigratie-, integratie- en zogenaamde vreemdelingenbeleid vanaf het eerste CDA/VVD-kabinet-Van Agt in 1977, dan zien we dat in de 48 jaar tót vandaag, de VVD als regeringspartij circa 40 jaar in het centrum van de macht stond en het CDA ongeveer 34 jaar. Niet alleen waren (de voorlopers van) CDA en VVD dus grotendeels verantwoordelijk voor de werving van gastarbeiders tussen eind jaren vijftig en 1973, ook in de 48 jaar ná het kabinet-Den Uyl zijn VVD en CDA dominant geweest in het vormgeven van het immigratie- en integratiebeleid. 

De enige bewindspersoon met een negatief migratiesaldo - meer emigratie dan immigratie - was overigens ook een VVD’er, Rita Verdonk, zo’n twintig jaar geleden. Alleen werd zij daarbij juist weer fors ‘geholpen’ door de scherpe migratiebeperkende maatregelen die haar voor deze portefeuille verantwoordelijke voorganger had genomen, PvdA’er Job Cohen.  

Hoe de immigratie en emigratie de komende jaren en decennia zal verlopen, is moeilijk te voorspellen. Wel leidt de economische ontwikkeling in Oost-Europese landen ertoe dat de Oost-Europese migratie naar Nederland mogelijk afneemt; zo is de migratie vanuit Polen naar Nederland praktisch tot stilstand gekomen.  

Omdat ook de economische ontwikkelingen in veel niet-Europese landen sneller gaan dan in Nederland, is het niet onwaarschijnlijk dat op enig moment ook weer een periode zal aanbreken waarin de emigratie uit ons land groter is dan de immigratie. Want niet alleen is migratie van alle tijden, ook wisselen positieve en negatieve migratiesaldo’s elkaar door de eeuwen heen af. 

Hoewel de migratiesaldo’s vandaag nog steeds positief zijn, neemt de wens tot emigratie vanuit Nederland naar het buitenland de laatste tijd toe. Ik zie dat zelf in de praktijk van mijn eigen vakgebied van inclusieve marketing en communicatie. Zo levert het voor Nederlandse adverteerders bereiken van Marokkaanse Nederlanders via advertising op Marokkaanse huizensites momenteel erg veel impressies op. Anders gezegd: veel Marokkaanse Nederlanders oriënteren zich op een woning in Tanger of een andere Marokkaanse stad. Met alleen voor Nederlandse IP-adressen zichtbare advertenties op huizensites uit Marokko bereiken we voor onze opdrachtgevers dus veel Marokkaanse Nederlanders.  

Migratiecijfers gedomineerd door arbeidsmigranten
Soms is het uitbreken van een oorlog binnen of buiten Europa er de oorzaak van dat er tijdelijk een groot aantal oorlogsvluchtelingen onze kant opkomt. Maar in de meeste jaren worden de migratiecijfers toch vooral gedomineerd door arbeidsmigranten en de daaruit voortkomende vervolgmigratie.

Het door rechtse politici en in de media veelal herhaalde frame dat migratie toch vooral de ‘schuld’ van links is, is daarom volstrekt onjuist. Sinds het eind van de jaren vijftig hebben CDA (KVP, ARP, CHU), VVD, PvdA, D66, Christen Unie en in zeer beperkte mate DS'70, PVV, BBB, NSC, LPF en PPR (opgegaan in GroenLinks) als regeringspartijen bijgedragen aan het ontwikkelen van migratiebeleid. Alle huidige en vroegere regeringspartijen dragen dus voor een deel verantwoordelijkheid voor de naoorlogse migratie, alleen geldt dat voor VVD en CDA veel meer dan voor de andere partijen.       

En omdat de ervaring leert dat VVD en CDA vaker hun oren te luisteren leggen bij het bedrijfsleven, is er op basis van de resultaten uit het verleden geen reden te veronderstellen dat de migratie naar Nederland onder een eventueel komend VVD/CDA-kabinet lager zal zijn dan onder een door GroenLinks-PvdA geleid kabinet.

Het omgekeerde is waarschijnlijker. 

Meer over:

opinie, migratie, vvd
Delen:

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.

BNNVARA LogoWij zijn voor