Woensdag staat de Tweede Kamer voor een kans om te laten zien dat ze het verschil kan maken. Of in ieder geval te laten zien dat ze nu wel oplet tijdens de debatten over miljarden euro’s aan overheidssubsidies (SDE++) voor zogenoemde CO₂-afvang bij biomassacentrales (BECCS, Bio-Energy with Carbon Capture and Storage). Twee keer werd dit debat al uitgesteld. Een opluchting voor de industrie. Geen debat, geen lastige vragen, gewoon ontvangen. Nu ligt de beslissing toch op tafel, en de vraag is glashelder: investeren we miljarden in een omstreden technologie met twijfelachtig rendement, of steken we dat geld in klimaatoplossingen die écht het verschil maken?
Op papier klinkt BECCS aantrekkelijk: biomassa verbrandt, CO₂ wordt afgevangen en opgeslagen, en voilà – negatieve emissies. In de praktijk echter is het veel minder rooskleurig. Biomassa veroorzaakt uitstoot door houtkap, verwerking en transport. Voor de CO₂-afvang en opslag is 30% procent van de door houtverbranding opgewekte energie nodig. De installaties zijn kostbaar, grootschalig en het rendement onzeker. We zouden miljarden kunnen uitgeven aan een technologie waarvan het klimaatvoordeel vooral theoretisch is.
Wel een Ferrari maar geen benzine
De biomassa zelf veroorzaakt natuurschade aan bossen en versterkt de uitstoot door houtkap, transport en verwerking. De installaties moeten nog gebouwd worden en zijn peperduur en het rendement? Onzeker. Alsof je een Ferrari op de kop hebt getikt, alleen is de benzine niet voorradig.
De werkelijke cijfers
Cijfers maken de problematiek concreet. Een afvanginstallatie van 10 ton CO₂ per uur bij 8.000 vollasturen kost €4,48 miljoen per jaar, oftewel ruim €67 miljoen over 15 jaar. Het SDE++-budget van 2024 bedroeg €11,5 miljard, waarvan €7,5 miljard daadwerkelijk werd toegekend. In 2023 namen CCS- en biomassa-gerelateerde projecten een groot deel van de aanvragen voor hun rekening, ruim €7,6 miljard.
Internationaal variëren de kosten van BECCS per ton CO₂ van $60 tot $250, terwijl natuurlijke oplossingen zoals herbeplanting gemiddeld $65–108 per ton kosten. Deze cijfers illustreren het dilemma: een groot deel van het al beperkte klimaatgeld dreigt nu te verdwijnen in een technologie waarvan het effect onbewezen en dus onduidelijk is, terwijl bewezen alternatieven en oplossingen binnen handbereik zijn.
Met andere woorden: dit is geen experiment voor hobbyïsten maar een dure gok met publiek geld. In plaats van miljarden in een bureaucratisch rookgordijn op te lossen kunnen we de pot met geld beter gebruiken voor bewezen en natuuropbouwende oplossingen: bos- en natuurherstel en uitbreiding, energiebesparing, geothermie en een circulaire economie.
Nog zoveel vragen zijn onbeantwoord, namelijk hoeveel CO₂ besparen deze installaties werkelijk? Hoe verhoudt deze miljarden investering zich tot andere bewezen oplossingen voor klimaat en natuur? En, bijvoorbeeld, waarom wordt klimaatbeleid dat expliciet door een motie is afgewezen toch opnieuw op de agenda gezet?
Het is dus nu aan de Kamer om woensdag dat advies kritisch te toetsen en de motie kracht bij te zetten. Uitstellen of wegkijken betekent dat de kalender het beleid bepaalt, en niet de volksvertegenwoordigers. Het debat is daarom veel meer dan een formele bespreking. Het is een toetssteen: heeft de Kamer nog grip op klimaatbeleid, of laten we industriële lobbygroepen bepalen waar miljarden naartoe gaan?
Rookgasfilters en ongefundeerde beloften
Laat woensdag daarom geen formaliteit zijn. Vraag door. Eis onderbouwing. Wees eerlijk over wat werkt en wat een illusie is. Het klimaat verdient beter dan dure rookgasfilters en ongefundeerde beloften van negatieve emissies die in werkelijkheid het tegenovergestelde produceren: meer rook. Het moment is nu. Laat de keizer zijn kleren aantrekken of leg hem bloot. Het is tijd voor een duidelijke keuze.
Meer over:
, , ,Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.