Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Morele moed is geen extremisme

  •  
25-06-2025
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
3004 keer bekeken
  •  
katipiri

We beoordelen geweld op wie het pleegt en op wie het gericht is. Maar wie geweld van westerse bondgenoten benoemt en daar consequenties aan wil verbinden wordt in het Nederlandse debat al snel weggezet als radicaal. Het is een reflex die niet alleen de morele helderheid vertroebelt, maar ook de politieke verantwoordelijkheid op z’n kop zet.

Dat zagen we de afgelopen anderhalve jaar bij studenten die opriepen tot een wapenstilstand in Gaza. Ze werden afgeschilderd als activisten, vandalen en extremisten. Hun inhoudelijke zorgen over de verwoestingen in Gaza werden genegeerd.

Dat geldt ook voor de oproepen van maatschappelijke organisaties als Amnesty International, Oxfam Novib, PAX, Save the Children, Artsen zonder Grenzen en The Rights Forum. Zij dringen al maanden aan op actie en eisen (net zoals de studenten) een permanent staakt-het-vuren, sancties tegen Israël en vrije toegang voor humanitaire hulp. Hun autoriteit is onmiskenbaar, en toch blijven ze grotendeels afwezig aan de talkshowtafels op de Nederlandse televisie. Alleen door aanhoudende maatschappelijke druk hebben zij enkele politici in beweging gekregen.

Onlangs diende Kati Piri namens de GroenLinks-PvdA-fractie een motie in voor een tijdelijk wapenembargo tegen Israël na diens aanval op Iran. De voorspelbare verontwaardiging van rechtse partijen volgde snel. Opmerkelijker was echter de oproep van acht prominente oud-PvdA’ers — onder wie Job Cohen, Lodewijk Asscher, Ad Melkert en Gerdi Verbeet — om afstand te nemen van de motie. Dit is een poging tot ondermijning van de rol van de leden die een dag later met 83 procent steun achter de motie bleken te staan.

Dat was een veelzeggende verschuiving van het rechtsgevoel bij de jongere generatie. In plaats van hen serieus te nemen verschoof de aandacht van de media naar het verdriet van een van de critici. Zij toonden een huilende Gerdi Verbeet en portretteerden de partijleden als een juichende menigte die zou zijn geradicaliseerd en kritiek de mond snoerde. Maar waren het niet juist deze prominenten die een dag eerder een erg ondemocratische stap hadden gezet door het partijbestuur te pressen om afstand te nemen van de motie?

De inhoud van de motie raakte ondergesneeuwd. Ook dat was onthullend. Elke poging om moreel leiderschap te tonen, wordt consequent geframed als extremisme — een manier om niet alleen de inhoud onder het tapijt te bezemen, maar ook om de verantwoordelijkheid af te schuiven. De media gaan daarin niet vrijuit. In tegenstelling tot de berichtgeving over Oekraïne is zij lauw wanneer het om Gaza gaat en is haar loyaliteit aan zowel de Nederlandse politieke elite als aan Israël blind

De filosoof Judith Butler noemt dit een ‘hiërarchie van rouwbaarheid’: wiens leven telt mee in onze verontwaardiging en wiens leven niet? In dit geval geldt: wie onze bondgenoot is, krijgt empathie. Wie daaronder lijdt, wordt politiek zoveel mogelijk onzichtbaar gemaakt. En wie die ongelijkheid benoemt of de acties van de bondgenoot ter discussie stelt, wordt op een lagere trede van legitimiteit geplaatst als ‘verdacht’, ‘radicaal’ of als ‘buitenstaander’. Ook dat is een hiërarchie en wel één van spreekrecht en geloofwaardigheid, waarin morele helderheid wordt afgestraft en kritiekloze loyaliteit wordt beloond.

Dat discours wordt actief bewaakt door rechtse partijen, prominente oud-politici en grote delen van de media. Deze coalitie is gevaarlijk omdat het heeft bijgedragen aan een collectieve stilzwijgendheid over wat mensenrechtenorganisaties intussen als een genocide kenmerken. Het heeft er toe geleid dat Nederland politiek en moreel verlamd is geraakt. De motie van Kati Piri was en is in deze context geen provocatie, maar een noodzakelijke breuk met die verlamming.  

We willen een democratische rechtsstaat zijn én wapens blijven leveren aan staten die mensenrechten met voeten treden en de democratie ondermijnen. We zeggen mensenrechten te verdedigen, maar zwijgen als bondgenoten het internationaal recht schenden. Sterker: we kunnen Israël zelfs manen om terughoudend te zijn maar blijven wapens leveren om alle schendingen van het internationaal recht harteloos te kunnen blijven plegen.

Wie zich uitspreekt tegen onrecht verdient geen verdachtmaking maar steun. Een rechtsstaat is pas geloofwaardig als zij ook het evidente onrecht durft te benoemen en te begrenzen. Daar is niets extreems aan, dat is het minste wat zij kan doen.

Delen:

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.

BNNVARA LogoWij zijn voor