Niet alleen de Tweede Kamer, maar ook de Eerste, de Provinciale Staten en de gemeenteraden dienen de vinger aan de pols te houden
Gebrek aan eigendunk kan men de Tweede Kamer niet verwijten. Ze heeft de 25e april tot Dag tegen het Antisemitisme uitgeroepen omdat ze op die datum – afgelopen donderdagavond – hierover debatteerde. Uitkomst: er komt een Catshuisoverleg van politiek en maatschappelijke organisaties om een strategie te bespreken. Elk jaar zal de Kamer op de 25e april de balans opmaken. Yesilgöz en van der Burg moeten uitzoeken of je het verkrijgen van het Nederlands staatsburgerschap afhankelijk kunt maken van een getekende verklaring waarin de gegadigde belooft het joodse leven te beschermen.
De Kamer is voor het allergrootste gedeelte fel tegen antisemitisme gekant maar laat met dat laatste verzoek toch weer zien niet vrij te zijn van racistische en xenofobe smetten. Waarom immers zou je uitsluitend nieuwkomers in dit land vragen “het joodse leven te beschermen”. Zijn geboren Nederlanders dan genetisch immuun tegen antisemitisme? Met dit verlangen valt de Kamer door de mand. Consequent zou zijn dat niet alleen nieuwkomers maar ook alle Nederlanders van achttien jaar en ouder wordt gevraagd zo’n verklaring te tekenen. En anders word je over de grens geflikkerd of zo. Over de sanctie worden we het wel eens met zijn allen.
De Kamer is echter niet consequent. Daarom is het urgent elk jaar op een vaste dag een groot debat te houden over racisme en discriminatie met Catshuisoverleg na. Dat van het verzoek aan Yesilgöz en Van den Burg is klein bier. Racisme, vreemdelingenhaat en discriminatie zijn tot in de haarvaten van het parlement doorgedrongen. De bestaansreden van de grootste partij is afkeer van moslims en diezelfde afkeer vindt men in mindere mate bij andere politieke formaties. Dat wordt allemaal heel gewoon gevonden. Dat komt in de debatten ongegeneerd tot uiting zonder dat de voorzitter ingrijpt. Die heeft trouwens zelf nogal wat discriminatoire uitspraken op zijn naam staan.
Het is dus noodzakelijk dat de Dag tegen het Antisemitisme wordt geflankeerd door een Dag tegen het racisme met alles erop en eraan.
Daarmee ben je er nog niet. Genderdiscriminatie is een groeiend fenomeen in ons land. Dit verschijnsel verdient ook zijn eigen dag met Kamerdebat, Catshuisoverleg en alle bijbehorende parafernalia. Het is er wijd verbreid genoeg voor.
De jaarlijkse debatten hoeven niet tot de Tweede Kamer beperkt te blijven. De Eerste Kamer – die zich zo graag chambre de reflexion noemt is door zijn karakter geknipt hierover te debatteren.
En als ik gemeenteraads- of statenlid was, zou ik mijn collega’s vragen op dezelfde dagen als het nationale parlement van gedachten te wisselen over antisemitisme, racisme en genderdiscriminatie. Het is essentieel ook op lokaal niveau de vinger aan de pols te houden.
En dan zijn er natuurlijk drie verklaringen die elke Nederlander van achttien jaar en ouder dient te ondertekenen: dat hij het joodse leven zal beschermen, dat hij het leven van iedereen zal beschermen ongeacht ras, religie of afkomst. En nog een over gender en seksuele geaardheid. Drie dagen, drie verklaringen. Zeg niet dat het dan dubbelop wordt. Wie drie papieren tekent op drie verschillende momenten raakt dieper doordrongen van de betekenis.
Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin ook al is de laatste put nu dicht.
Beluister Het Geheugenpaleis, de wekelijkse podcast van Han van der Horst en John Knieriem over politiek en geschiedenis. Nu: het komende energieschandaal