Het besef moet er zijn dat de VVD niet alleen onbetrouwbaar is gebleken als coalitiepartner, maar ook dat het goed is voor de democratie dat ze een keer niet aan de knoppen van het landsbestuur zitten.
In maart schreef ik hier, in ons gedeelde hoekje van het internet, over de aanwezige kans dat Nederland richting een ´Vivaldicoalitie´ gaat. In de laatste alinea van datzelfde stuk stelde ik echter dat mijn persoonlijke voorkeur uitgaat naar een andere coalitie. Een coalitie zonder die partij die al vijftien jaar lang regeert. Een coalitie zonder die partij die tweederde van haar bestaan in de regering heeft gezeten (52 jaar van 77-jarig bestaan, 20 van de laatste 30 kabinetten). Een coalitie zonder die partij die van inhoudsloze machtspartij onder een visieloze premier is getransformeerd naar inhoudsloze kopie van haar rechts-populistische uitdagers.
Kortweg, een coalitie zonder de VVD. Die hoop leek een tijd weinig realistisch, maar nu die partij zichzelf in de politieke afgrond heeft gestort, met niemand lijkt te willen regeren, en CDA-leider Henri Bontenbal de gematigde, tevreden Nederlander voor zich lijkt te winnen, zou het toch ineens kunnen.
Het is overigens wonderlijk hoe de VVD de dans van electorale teloorgang zo lang heeft kunnen ontspringen. Over premier Rutte en zijn ´teflonlaag´ is al genoeg gezegd en geschreven, maar ook hoe de VVD het telkens voor elkaar heeft gekregen dat niet zij maar hun coalitiepartners door het ijs zakten is bijzonder. PVV, CDA, PvdA en tot slot mijn eigen partij. Allemaal gingen ze in zee met de VVD, en allemaal kwamen ze er uiteindelijk slechter uit.
In 2021 ging het heel even anders. Er tekende zich al bepaalde tijd een ¨Rutte-moeheid¨ af in de samenleving, met als gevolg dat D66 met ´Nieuw Leiderschap´ vijf zetels won waar het credo binnen de partij altijd ´regeren is halveren´ is geweest. Wat als mijn partij direct na die verkiezingen, zoals tijdens het 1 april-debat, andere keuzes had gemaakt. Hoe zou het politieke landschap er nu uit hebben gezien?
Afijn, het is nu dus zover. De VVD heeft zichzelf, in ieder geval voorlopig, buitenspel gezet. Met een impopulaire partijleider, een historisch laag zetelaantal in de peilingen en eigenlijk geen enkele geloofwaardigheid meer om de problemen die het deels zelf heeft veroorzaakt op te lossen, bestaat er een kans op een ander kabinet. Maar wat voor kabinet dan?
Ik doe graag nogmaals een schot voor de boeg. Met een knipoog zeg ik er maar meteen bij beschikbaar te zijn als (in)formateur. Het zal een coalitie van vijf partijen moeten zijn, te weten CDA, GL-PvdA, D66, SP en CU. Een coalitie waar SP-leider Jimmy Dijk wel raad mee weet, gezien zijn ervaring in Groningen. Tevens een coalitie die qua politieke smaken doet denken aan de rooms-rode coalities van vlak na de Tweede Wereldoorlog.
Ik hoop overigens dat mijn eigen partij open staat om deel te nemen aan zo'n coalitie. Van Mierlo wilde met Paars de eeuwige macht van het CDA (en haar voorlopers) doorbreken. Dat is uiteindelijk gelukt. Nu heeft het CDA sinds Paars enorme ups en downs gekend, maar de constante factor was juist de VVD, die niet lager dan 22 zetels behaalde en eigenlijk altijd regeerde op Balkenende IV na. Het besef moet er zijn dat de VVD niet alleen onbetrouwbaar is gebleken als coalitiepartner, maar ook dat het goed is voor de democratie dat ze een keer niet aan de knoppen van het landsbestuur zitten. Om in de woorden van Rob Jetten te treden: een coalitie zonder de VVD, het kan wél.
Op het moment van schrijven heeft zowel de Vivaldicoalitie als de hier voorgestelde sociaal-christelijke coalitie geen meerderheid in de peilingen. Zoals Peter Kanne bij Pauw & De Wit heeft uitgelegd bestaat er echter een reële kans dat CDA en GL-PvdA tegen de verkiezingen strategische stemmers weten te trekken.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.