Afgelopen vrijdag presenteerde D66 haar concept-verkiezingsprogramma. Een opmerkelijk voorstel in de democratie-paragraaf: de Senaat moet verdwijnen. De partij die beweert de democratie te beschermen, wil de helft van de Staten-Generaal afschaffen.
De relatie tussen D66 en de Eerste Kamer is altijd al moeilijk geweest. Zo kennen velen de beruchte nacht van Wiegel, waar de VVD-senator het bindend referendum wegstemde. Maar ook andere D66 beloftes vonden hier hun laatste rustplaats: de gekozen burgemeester, de eerste donorwet en de weigering van kinderopvang voor ongevaccineerde kinderen. Vooral democratische hervormingen die D66 niet voor elkaar kreeg, werden door haar achterban niet gewaardeerd. Electorale afstraffing was het gevolg.
Is het afschaffen van de senaat dan puur opportunistisch? Niet per se. Want er zijn goede argumenten voor afschaffing. Zo worden senatoren niet door de kiezer, maar door de Provinciale Staten gekozen. Dit is ondemocratisch wanneer statenleden hun stem aan een andere partij geven. De laatste keer stemde een GroenLinks-statenlid op een Eerste Kamerlid van Volt, nadat ze ruzie kreeg met haar partijgenoten. Tegelijkertijd wisselden coalitiepartijen stemmen uit. Zo stemde een D66’er tijdens Rutte IV op een VVD’er, om als coalitie meer senatoren te hebben. Eén kabinet later zat D66 opeens in de oppositie, maar de VVD niet. De D66’er die op de VVD stemde droeg opeens bij aan het aannemen van Wilders’ iliberale wetten.
Ook belangenverstrengeling is een probleem. Senator zijn is een bijbaan en veel senatoren houden er leuke nevenfuncties op na. Zo zijn veel senatoren bestuurslid van een zorgverzekering, dean van een universiteit of ondernemer in de agrarische sector. Vervolgens moeten zij gaan stemmen over marktwerking in de zorg, bezuinigingen op onderwijs en het uitkopen van boeren. U ziet vast wel waar de schoen wringt.
Toch gaat er flink wat mis bij de realiteitscheck van D66. Zonder Eerste Kamer treedt een wet in werking zodra de Tweede Kamer die heeft aangenomen. Geen check, geen rem, geen laatste toets. Handig voor D66 wanneer er een progressieve meerderheid is, maar gevaarlijk wanneer populisten daar de dienst uitmaken. Laat dat laatste nou net het geval zijn.
Kijk eens naar kabinet-Schoof, maar dan zónder Eerste Kamer. Dan was er niet 1, maar ruim 2 miljard euro bezuinigd op onderwijs. Er was een langstudeerboete van €3000 per jaar ingevoerd. De BTW op boeken, musea en sport ging van 9 naar 21% De stikstofnormen werden soepeler waardoor er nóg minder werd gebouwd. Voorbeelden genoeg. Is dat het Nederland wat D66 voor ogen heeft?
De afgelopen twee jaar was de Eerste Kamer het laatste, flinterdunne dijkje wat Nederland beschermde tegen de populistische grillen van de Tweede Kamer. Ondanks de terechtezorgen om ondemocratische processen en belangenverstrengeling, is die senaat keihard nodig. Het afschaffen van dit instituut is een prachtig cadeau voor populisten zoals Wilders en Van der Plas. Zonder een controlerende Eerste Kamer kunnen zij flinke stappen zetten om Nederland nóg verder stil te zetten.
Het is een absurd plan. Gelukkig kent D66 zelf nog wel een controlerend orgaan: het partijcongres. Daar kunnen leden het concept-verkiezingsprogramma aanpassen om de Nederlandse democratie een beetje in stand te houden. Laten we hopen op een goede uitkomst.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.