Vanmorgen was het eerste nieuws dat ik las het bericht dat het in het zuiden van Nederland 10 graden warmer wordt dan in het noorden. Dat komt door de wind die vanaf vandaag uit het noorden waait. Ik kon, als noorderling, een glimlach niet onderdrukken. Noordenwind is goed. Zuidenwind is slecht.
Ten noorden van mijn woonplaats ligt het dal van de Drentse Aa, daarna dun bevolkte delen van Groningen en de Wadden en nog wat verder hebben we de “schaars bewoonde” Noordzee. Daar varen wel wat vervuilende schepen rond, maar het valt qua vervuiling in het niet met het zuiden. Ten zuiden hebben we het Roergebied, België, Zuid-Nederland en de Randstad. En dat zijn enkele van de meest vervuilende regio’s van Europa. Op droge zonnige dagen, die we nu al een hele tijd hebben, wil je als noordelijke Nederlander liever niet dat de lucht vanuit het zuiden naar het noorden waait.
Ik nader de 60. En ikzelf, en mensen om mij heen, krijgen steeds vaker de rekening gepresenteerd van een leven vol stress, ongezond eten, roken, drinken en leven in een vervuild milieu. Kankerdiagnose is niet leuk maar allang niet meer bijzonder. Inmiddels ken ik ook mensen met Parkinson, sinds kort zelfs ALS en daarnaast vaak de meest vreemde klachten zonder duidelijke oorzaak. Goede overheden moeten altijd ondankbaar schipperen tussen de belangen van bedrijven en burgers. Maar de laatste decennia lijkt de keuze te vaak in het voordeel van bedrijven uit te vallen. Denk aan Tata Steel, Schiphol, bewerkt voedsel, bestrijdingsmiddelen en natuurlijk de stikstofdiscussie die nog steeds niet is opgelost. Voor ons nationaal inkomen, de staatsschuld en in het algemeen materiele welvaart is die aanpak zeer goed geweest. Voor sommige burgers is het financieel heel goed geweest. Maar de kast van Nederland ligt vol met lijken en de stank is niet meer te harden.
Het is in Nederland niet eenvoudig om actuele feiten over ons leefmilieu te krijgen. Het RIVM heeft een meetnetwerk maar het is niet erg fijnmazig. Ik vermoed dat een malafide ondernemer op een weiland naast mijn dorp alle overtollige mest uit Nederland en alle in ons land beschikbare gifstoffen zou kunnen uitrijden en het netwerk van het RIVM zou het niet opmerken. Ook zijn er particuliere initiatieven zoals “meten = weten” en gemeenten/provincies doen af en toe tijdelijke projecten. En dat terwijl het in deze tijd niet meer erg complex zal zijn om een landelijk fijnmaziger permanent netwerk te maken. Ieder gebouw heeft immers stroom en internet en voor de eenvoudige fijnstofmetingen zijn tegenwoordig van de plank meetinstrumenten te koop. Daarnaast zijn er voldoende burgers die als vrijwilligers mee zouden willen helpen met een mobiele meter aan een fiets of om monsters te verzamelen. Waarschijnlijk zou Europa zelfs dolgraag subsidies geven voor een gedegen aanpak dat als voorbeeld voor grote delen van de EU kan dienen.
Ook als ik die metingen niet heb, zegt mijn neus al veel. Als ik ’s ochtends op de fiets naar de nabijgelegen stad fiets, langs de drukke lokale weg, ruikt het de hele rit naar uitlaatgassen van de passerende auto’s. Ik zie de gassen niet, maar ik ruik ze niet voor mijn lol. Als een oude of slecht afgestelde diesel me passeert, wordt de stank erger. Een scooter die met veel lawaai inhaalt, ruik ik 200 meter verder nog. En dat is één lokale Drentse weg van 6 kilometer. Je zou er maar wonen. Of nog erger, je zou maar langs een van de vele veel drukkere wegen in Nederland wonen! We zien regelmatig onderzoeken die PFAS aantonen tot in onze eigen tuinen en microplastics tot zelfs in het meest intieme, de vrouwelijke baarmoeder, toe. Er is meer dan genoeg reden voor de overheid om nieuwe stappen te zetten. Of anders gezegd: niet eindelijk stappen zetten is grove nalatigheid richting ons de burgers van Nederland.
Gisteren las ik op een Joop een verhaal over een groep bewoners bij Sevenum die proberen de bollenteelt in hun omgeving te stoppen vanwege al het gif dat er gespoten moet worden. Bollen, waaronder ook uien, vergen inderdaad veel spuitwerk om mooie verkoopbare producten te krijgen. De overheid laat het toe en burgers moeten zelf voor bescherming zorgen. In de kop van Drenthe zijn omwonenden samen met een grote groep artsen bezig met hetzelfde. De artsen zien te veel zieke omwonenden van bollenvelden waaronder zelfs jonge kinderen met kanker. Ze luiden de noodklok over de bollenteelt. Maar hoeveel moeten gewone burgers ondernemen en financieel kunnen dragen om er een zaak van te maken die de aandacht van politici krijgt die in hun plicht verzaken?
Als we het hebben over het klimaat, gaat het vaak over complexe wereldwijde klimaatpatronen. Dat onderwerp hangt als een molensteen om de nek van Nederland. Voor teveel Nederlanders zijn wereldwijde problemen een stap te ver om zich mede verantwoordelijk te voelen. Maar de vervuiling die wij zelf veroorzaken is een andere zaak. Dat is wat wij zelf doen en wat wij onze directe medeburgers aandoen. Verbetering ligt binnen iedereens handbereik ook al is het door iets simpels als vaker de auto laten staan of producten die de wereld extreem vervuilen in de schappen te laten liggen.
Het wordt tijd dat de overheid een belangrijke beslissing ten behoeve van de burgers neemt. Laat de overheid aan het RIVM de onafhankelijke taak geven om een goed dekkend meetsysteem te maken. Een systeem die mij als burger vertelt als er in de buurt van mijn huis veel vervuiling is of als er veel rotzooi uit andere delen van mijn land rond mijn huis dwarrelt. Om AI-modellen te maken die voorspellen hoe de luchtkwaliteit zich bij heersende winden en weersystemen ontwikkelen. AI modellen die mij vertellen waar de vervuiling in mijn omgeving vandaan komt. En laat ze de gevonden informatie voor medische doeleinden koppelen aan ziektebeelden in regio’s. Gewoon om te informeren zodat wij en specialisten onze verantwoordelijkheid voor elkaar kunnen nemen.
Dat is enger dan je zou denken. Want wat als je ziek bent of een gehandicapt kind hebt en plotseling een verband ziet met vervuiling in je omgeving? Hoeveel emotie roept dat op? Wat als je ziet dat je zelf verantwoordelijk bent voor de tegenslag van anderen door wat jij zelf doet of hebt gedaan? De reacties kunnen heftig zijn. Maar het alternatief, niets doen, is ook geen goede oplossing. Het laat burgers, zoals de mensen uit Sevenum, de kop van Drenthe, de omwonenden van Tata steel en de burgers bij Schiphol aan hun lot over. En geeft mensen blijvend de kans om hun kop in het zand te steken ten koste van zichzelf, hun geliefden en anderen. Ook ongemakkelijke waarheden kunnen beter naar buiten komen want anders wordt het gewoon een nieuw lijk in de al stinkende kast.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.