Kernenergie is een cynische vertragingstactiek.
Het kabinet gaf dit weekend toe dat nieuwe kerncentrales 30 miljard of meer aan subsidie kunnen gaan kosten. Dat is al gauw een trotse 5.000 euro per gezin. Goede argumenten waren altijd al schaars, de nadelen niet. En toch stoomt deze onzalige kernboot verder. Wat weet het kabinet wat u (en wetenschappers, milieu-experts, ingenieurs en economen) niet weten?
Kernenergie is al decennia uit de gratie. De hoop op onbeperkte schone energie in de jaren ’50 en ’60 werd de kop ingedrukt door de rampen in Three Mile Island, Tsjernobyl en Fukushima. Het radioactieve afval blijft zich maar opstapelen, en kerncentrales zijn mooie doelen voor terroristen. Vele landen besloten hun centrales vervroegd te sluiten.
Het bouwen van nieuwe centrales werd helemaal taboe. Een volle 95% van de Italianen stemden tegen in een referendum. Bedrijven durfden niet te investeren zonder astronomisch dure subsidie en garanties. Het enige voordeel van nukes, dat ze betrouwbare basislast leveren, is juist een extra kostenpost geworden nu duurzame energie steeds vaker een negatieve stroomprijs geeft. Als een kerncentrale economisch al verantwoord is, dan alleen als hij constant draait om de vaste kosten te dekken. Duurzaam en kernenergie gaan niet samen. Duurzaam hebben we al — en steeds meer — en dus hebben we batterijen en waterkrachtopslag nodig in plaats van een kernblok aan ons been.
Goedbedoelende mensen die denken dat kerncentrales de planeet kunnen redden, vergeten dat die dingen pas in de jaren ’40 zullen draaien, als het meezit. Maar onze stroom moet volgens internationale afspraken al over tien (of maximaal vijftien) jaar volledig CO₂-vrij zijn. Tegen de tijd dat ze er zijn, zijn ze niet meer nodig. Althans, als we ons aan de afspraken houden.
En dat verklaart de koers van het kabinet. Toen het dacht dat er geen subsidie bij hoefde, waren nieuwe nukes al een slecht plan. Nu blijkt dat er enorme subsidie bij moet, niemand het durft te bouwen en het decennia gaat duren. En toch houdt het kabinet vol. De reden is simpel. Kerncentrales zijn vaporware: een product dat nog niet bestaat, maar aangekondigd wordt om concurrentie te ontmoedigen.
Rechtse partijen krijgen zo hun zin. Investeringen in duurzame energie worden ontmoedigd door de dreiging van kerncentrales. Dat zorgt ervoor dat fossiele centrales nog een paar jaar extra winst kunnen maken. Ieder uitgesteld sluitingsjaar telt — en telt flink. Door kerncentrales te presenteren als redding van het milieu kan de regering doen alsof ze netjes en wettig probeert milieutargets te halen, zonder dat daadwerkelijk te willen of te doen. Kiezers die vallen voor grote technologische gebaren in plaats van noodzakelijke maatschappelijke veranderingen worden op hun wenken bediend, net als natuurlijk de lobby voor wie veranderingen duur zijn.
Vertragen is de lijm van de Nederlandse politiek. Het milieu, de wet én de kiezers willen weinig stikstof, geen PFAS, geen Parkinson, geen klimaatchaos, geen vliegherrie, geen volkerenmoord, en wel schone lucht om te ademen. Maar de belangen waar grote politieke partijen naar luisteren — of door zijn opgericht — willen dat niet. Zo ontstaat keer op keer de politieke draaimolen van gedogen, metingen achterhouden, liegen in rapporten, rechtszaken, halve wetsaanpassingen, en/of nutteloos bedelen bij Brussel. Met als kroon op het werk van de minister natuurlijk “verder onderzoek” en een “nieuwe commissie”. Alles behalve het aanpakken van het probleem, want dat wil de werkelijke achterban niet.
En zo is de cirkel rond. De kerncentrale is geen energieproject, maar een politieke vertragingstactiek vermomd als toekomstvisie. De klok tikt door richting onomkeerbare, ontwrichtende klimaatchaos. Daaraan iets doen gaat niet gebeuren — en dus kiezen Wilders en Yeşilgöz voor een fantasieproject. Een dure, trage, risicovolle manier om niets te hoeven doen. Vaporware in beton gegoten.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.