Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen.

Om Nederland te laten meedoen in de wereld moet het roer om

  •  
15-10-2025
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
5272 keer bekeken
  •  
ANP-522627889

Nederland prijkte in 2003 nog op de eerste plek van de ranglijst betrokkenheid bij ontwikkelingslanden van de Amerikaanse denktank Centre for Global Development. Nu staan we 13de, en met aangekondigde bezuinigingen zullen we nog verder kelderen.

Decennialang was Nederland een baken van internationaal engagement. We liepen voorop in mensenrechten, eerlijke handel en ontwikkelingssamenwerking. Nederlanders doneerden gul en staken de handen uit de mouwen. De Rode lijn-demonstraties laten zien dat – als organisaties het goed aanpakken – Nederlanders nog steeds te mobiliseren zijn. Maar deze demonstaties zijn een uitzondering op de regel: voor internationale solidariteit nemen publieke middelen, particuliere giften, vrijwilligerswerk, politieke aandacht en burgerparticipatie al jaren af.

Deze impopulariteit van internationale solidariteit komt ook omdat degenen die zich daarvoor inzetten (politici, wetenschappers, vrijwilligers, beleidsmakers) te veel in het verleden zijn blijven hangen. Terwijl de wereld om ons heen en Nederland radicaal veranderd zijn, is het verhaal over waarom Nederland internationaal actief zou moeten zijn - en hoe we dat doen – nauwelijks veranderd.

Dat is geen triviale kwestie. Historisch gezien was onze internationale betrokkenheid geen toeval. Na het verlies van Indonesië moest Nederland zijn buitenlandbeleid opnieuw uitvinden. Zonder harde macht kozen we voor moreel leiderschap. Politiek omarmden zowel christendemocraten als sociaaldemocraten internationale solidariteit. Kerken, jongeren en maatschappelijke organisaties trokken samen op. Er werd naar Nederland opgekeken en het lukte ons bijvoorbeeld gemakkelijk om in de VN-veiligheidsraad gekozen te worden, wat nu niet meer het geval is.

Deels komt het navelstaren door externe factoren, zoals de opkomst van populisme wereldwijd. Maar het is te makkelijk om daar de schuld neer te leggen. De sector die zich richt op internationale samenwerking heeft te weinig ingespeeld op drie ingrijpende maatschappelijke veranderingen: individualisering, immigratie en digitalisering. Deze trends hebben Nederland blijvend veranderd, maar veel organisaties, beleidsmakers en politici werken nog met strategieën uit de vorige eeuw.

Wat nodig is, is een toekomstgerichte agenda die het Nederland van 2025 omarmt zoals het is: geïndividualiseerd, divers en online. Voor hernieuwde mondiale betrokkenheid moeten politiek, maatschappelijke organisaties en burgers samen opnieuw naar de tekentafel. De nieuwe agenda draait om drie pijlers: Democratie, Diaspora’s en Digitalisering — de 3D’s.

Een nieuw verhaal koppelt internationale samenwerking aan de verdediging van democratie en vrijheid. Met de opkomst van autoritaire wereldleiders, ook in de Verenigde Staten, zien Nederlanders dat het nu menens is. Waarden zoals de vrijheid van meningsuiting koesteren Nederlanders voor zichzelf, maar we gunnen ze zeker ook anderen.

Daarnaast moet Nederland zijn kracht in diversiteit beter benutten. In onze grote steden heeft inmiddels de meerderheid van de inwoners een migratieachtergrond: een enorme bron van kennis, netwerken en talen. Toch zijn deze groepen nog grotendeels afwezig in de internationale samenwerking sector, waarvan het leiderschap bovendien nog te wit is. De diasporagemeenschappen moeten een drijvende kracht worden voor Nederlands internationale gezicht.

Ten slotte dient de internationale samenwerking sector een digitale omslag maken. Waar internationale betrokkenheid, zoals de hulpacties na rampen, ooit zichtbaar was op televisie en in de krant, is ze nu vrijwel onzichtbaar online, helemaal voor jongeren. Nieuwe vormen van communicatie zijn nodig: niet langer top-down, maar via horizontale netwerken waarin mondiaal bewustzijn samen wordt gecreëerd.

Een doorstart van de Nederlandse internationale betrokkenheid is niet alleen een morele noodzaak, maar ook in ons eigen belang. In een wereld die steeds sterker met elkaar verbonden is, kan een klein, welvarend land als Nederland zich geen afzijdigheid veroorloven. Pandemieën, biodiversiteitsverlies en oorlogen maken internationale samenwerking en solidariteit noodzakelijk. Als het beter gaat met de wereld, gaat het beter met ons.

Juist nu de verkiezingen naderen, is het moment daar om opnieuw te bepalen welke plaats internationale solidariteit in ons nationale zelfbeeld verdient. Daarbij moeten we niet terug naar de solidariteit van het verleden – veel opkomende landen willen dat niet eens meer – maar moeten we door naar internationale samenwerking die past bij de 21ste eeuw. Terug naar de tekentafel dus.

Prof. Dirk-Jan Koch aanvaardt de leerstoel als Network Professor in International Development Practices aan het International Institute of Social Studies in den Haag (Erasmus Universiteit) op 16 oktober met een oratie getiteld: ‘The Rise & Fall of Dutch Commitment of Development. What next?’. Dirk-Jan Koch is tevens secretaris-directeur van de Adviesraad Internationale Vraagstukken.

Delen:

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.

BNNVARA LogoWij zijn voor