Het is een van de mooiste oorlogsmonumenten van Rotterdam. Je loopt er vanzelf tegenaan als je vanuit het Centraal Station richting de rivier gaat. Ongebroken Verzet, dat aan de kop van de Westersingel op het Kruisplein staat. Op de rand van de zogeheten brandgrens, die het immense gebied markeert dat de nazi’s op 14 mei 1940 platbombardeerden.
Ik bleef deze week stilstaan bij het beeld dat zijn titel zoveel eer aandoet. Je ziet een persoon op blote voeten, die gevangen heeft gezeten in een kamp, een doek om zijn lijf. Hij staat rechtop maar is uitgemergeld, lichamelijk verzwakt en kijkt naar de hemel, de plek waar hoop zich verzamelt als er op aarde geen plek meer voor is.
Er stond me bij dat de oprichting van het monument, dat vandaag precies 60 jaar geleden officieel onthuld werd door prins Bernhard, gepaard was gegaan met gedoe. Hoe zat dat?
Op de site van Beeldende Kunst & Openbare Ruimte (“Er is geen stad in Nederland met zo veel beeldende kunst in de openbare ruimte als Rotterdam.”) lees ik:
“Dit initiatief van Stichting Rotterdams Verzetsmonument leek een tijdje te conflicteren met andere plannen om een vergelijkbaar monument in de stad neer te zetten. Die plannen liepen op niets uit, maar intussen woedde wel jarenlang een discussie over aan wie dit monument nu precies moest worden opgedragen: aan alleen het illegale verzet? Of aan alle gevallenen?”
Daarom staat het woord ‘verzet’ in kleinere letters op de sokkel dan het woord ongebroken. Echt waar. De discussie over wie er op 4 mei herdacht wordt is eeuwigdurend.
Ik besloot de krantenarchieven in te duiken. Daar leerde ik dat de maker, Hubert van Lith (1908-1977), als een van de grootste Nederlandse beeldhouwers van de vorige eeuw wordt gezien. Ik vrees dat het meer over Nederland dan over mij zegt dat ik dat niet wist. We hebben de mooiste kunst ter wereld maar de kennis of viering daarvan zit collectief op niveau Caroline van der Plas. Dat wil zeggen: niks weten en daar trots op zijn.
Ik scande door de artikelen, belandde diep in de vorige eeuw en het gekke was: het leek wel de krant van vandaag. Een discussie in de jaren ‘60 bijvoorbeeld over het afschaffen van de twee minuten stilte omdat buschauffeurs van de RET zich er toch niet aan hielden en het verkeer voorbijraasde. Debatten in de jaren ‘70 over de deelname van het Palestina Comité aan informatiebijeenkomsten over de Tweede Wereldoorlog. De discussie over herdenken is eeuwiger dan het geheugen.
Ik las dat het monument de opvolger was van een provisorisch monument van hout dat was opgericht op de plek waar nu Rif010 is, de surfplek bij de Markthal. Een eerste schets bestond uit een V bovenop een zuil. De V van verzet en victorie, omgeven door een fontein. Een kunstcommissie maakte bezwaar om te voorkomen dat dit ontwerp permanent zou worden. Te oppervlakkig, te triomfantelijk. Er moest een monument verrijzen dat ook latere generaties zou doordringen van de ernst van de zaak. Daar ontstond natuurlijk weer een rel over. In de gemeenteraad vroeg men zich af of die commissie niet te elitair was, niet te veel in eigen bubbel zat. Ook dergelijke discussies en reacties kennen we nog steeds.
Bijna 60 jaar later blijkt dat de kritiek van de kunstkenners terecht was. Een van de initiatiefnemers stelde dat het uiteindelijke monument ook in de toekomst zal blijven aanspreken "als een uitdrukking van ieder menselijk verzet tegen onderdrukking en tirannie". En ja, "Ongebroken Verzet' dringt nu nog tot je door terwijl de V vermoedelijk niks meer zou zeggen. De bijnaam van het beeld, die ik overigens nooit gehoord heb, werd ‘het litteken’. Veelzeggender misschien nog dan ‘ongebroken verzet’.
Ik dacht er verder over na. Waarom mocht dat monument niet alleen voor het verzet zijn? Al eerder, in 1957, was immers op het Stadhuisplein een beeldengroep ‘voor alle gevallenen’ opgericht. Dat beeld is gemaakt door Mari Andriessen, zelf oud-verzetsstrijder, die ook de Dokwerker in Amsterdam vervaardigde. Ieder jaar vindt er de officiële herdenking bij plaats. Er is verderop in de stad het wereldberoemde 'De Verwoeste Stad' van Zadkine uit 1953, waar indertijd overigens tegen geprotesteerd werd omdat het te modern zou zijn. En er is nog een hele reeks andere monumenten, voor de koopvaardij, de mariniers. Maar nergens een groot monument alleen voor het verzet. Ja, hier en daar een plakkaat of een bescheiden beeld. Zo is er bijvoorbeeld bij de Algemene Begraafplaats een vrouwenfiguur voor de 52 verzetsmensen die in het laatste oorlogsjaar geëxecuteerd werden. Pas 50 jaar(!) na de oorlog kwam er een monument voor de 13.000 uit de stad afgevoerde joden.
Het ontbreken van een groots eerbetoon is opvallend want Nederlanders praten graag over het glorieuze verzet in de oorlog, liefst op een manier alsof ze er zelf bij gezeten zouden hebben. De werkelijkheid was vermoedelijk iets anders. Harde cijfers zijn er niet want het gebeurde immers allemaal 'illegaal' maar er waren tegen het einde van de oorlog naar schatting 50.000 vrouwen en mannen actief in het verzet, ofwel 0,5 procent van de bevolking. Ter vergelijking in Frankrijk wordt dat percentage dan weer op 1 tot 3 geschat.
Daar tegenover stonden onder meer 25.000 Nederlandse mannen die vrijwillig dienstnamen in de Waffen SS van de nazi’s, een aanzienlijk groter aandeel dan in andere landen. De lievelingsbroer van mijn moeder was een van hen, hij sneuvelde op 18-jarige leeftijd aan het Oostfront. Een wat aparte broer van mijn vader werkte tot aan het einde van de oorlog als verslaggever voor de nazi’s. Het werd niet verzwegen maar er werd gewoon amper over gesproken door mijn ouders, die overigens niks moesten hebben van fascisme. Mijn vader verliet zijn geboorteland Argentinië onder meer vanwege zijn afkeer van president Juan Perón, die wel wordt gezien als de uitvinder van het populisme.
Ik moest denken aan een oude buurman in Rotterdam waar ik bij op de koffie ging toen ik een jaar of twintig was en tijdelijk op kamers woonde. We kamen te spreken over de oorlog, zoals dat bij Rotterdammers al snel het geval is als je over de stad praat, en hij begon tot mijn verbijstering op een gegeven moment een klaagzang te houden over het verzet. Vanwege de verzetsdaden namen de nazi’s wraak op de burgerbevolking. Hij gaf het verzet daar min of meer de schuld van. Ik luisterde, zei niks maar dacht ‘jij bent een NSB’er’ en ging niet meer op de koffie.
Dat gesprek ben ik nooit vergeten. Maar wel veranderde in de loop der tijd mijn inzicht er over. Misschien was het verzet wel minder populair geweest dan nu gedacht werd. Misschien waren het niet alleen NSB’ers die er een afkeer van hadden. Het is immers een kenmerk van verzet dat het aversie oproept. Kijk maar naar hoe er wordt gereageerd op protestgroepen, als het tenminste geen boeren zijn. Een kwartiertje vertraging door Extinction Rebellion tegen de vernietiging van de planeet door de fossiele industrie en automobilisten doen alsof ze slachtoffer zijn van terrorisme.
Protestacties worden vaak pas geroemd nadat de overwinning is behaald en onomstotelijk is. Er wordt nu vol respect gesproken over de protesten tegen de wrede, onrechtvaardige Vietnam-oorlog. Indertijd was dat natuurlijk anders. Die demonstraties werden uit elkaar geslagen.
Dat is nog steeds zo. Kijk naar waar het publieke debat rond 4 mei over gaat. Je hoeft geen historicus te zijn om te beseffen dat de Palestijnen toch echt slachtoffer zijn van de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog. Zeg het en je hebt een rel, je wordt verguisd. Want ja, natuurlijk ligt dat gevoelig. Wat er momenteel gebeurt is gewoon onvoorstelbaar. De geschiedenis zadelt ons op met dilemma’s en gevolgen die we het liefst negeren als ze ongemakkelijk worden.
Ongebroken verzet heet het monument in Rotterdam. Er worden kransen gelegd en de helden worden vereerd. Bij dat ongebroken denk je onmiddellijk aan de tegenwerking door de vijand. Misschien moet je ook eens denken aan de weerstand uit eigen gelederen. Verzetsmensen vochten niet alleen tegen de nazi’s, ze moesten ook oppassen dat ze niet door andere Nederlanders verraden werden.
Als verzet geen weerstand oproept, is het geen verzet.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.