Hier mag Wendy van Dijk in haar rol als Ushi gierend uit de bocht vliegen met een tenenkrommende imitatie van een Japanse vrouw
In de huidige discussies over racisme, discriminatie en uitsluiting van etnische minderheden in Nederland en andere westerse samenlevingen wordt zelden gesproken over personen van Aziatische afkomst – laat staan dat hun stem in die discussies gehoord wordt. Het is daarom verfrissend dat ook Nederlandse media verschillende malen hebben bericht over de steeds luider klinkende stem van Aziatische Amerikanen die kritiek uiten op de Amerikaanse film- en televisiesector vanwege ondervertegenwoordiging, stereotiepe rollen en whitewashing. NRC (26 oktober) en Vrij Nederland (27 oktober) schreven hier vorige week nog over naar aanleiding van het verschijnen van de comicverfilming Doctor Strange.
De ‘Aziatische’ kritiek op Hollywood past in een veel bredere trend van Aziatische Amerikanen die zich steeds luider en duidelijker uitspreken tegen allerlei vormen van racisme en uitsluiting. Twee weken geleden publiceerde The New York Times onder de hashtag #thisis2016 een video waarin Aziatische Amerikanen vertellen over hun ervaringen met alledaags racisme. De video ging in een mum van tijd viral en leidde op sociale media tot vele duizenden reacties van vooral Aziatische Amerikanen die hun eigen ervaringen met racisme beschreven. Dit protest van met name jonge Aziatische Amerikanen past in de traditie van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging. Steeds vaker betuigen Aziatische Amerikanen op sociale media ook hun steun aan bijvoorbeeld de Black Lives Matterbeweging en nemen zij deel aan protesten tegen politiegeweld. Afgelopen zomer was er ook het onder Aziatische Amerikanen veelbesproken Letters for Black Lives, een open brief waarin jonge Aziatische Amerikanen hun oudere familieleden uitleggen waarom het belangrijk is om solidair te zijn met Black Lives Matter.
Yellowface Wat betreft het bewustwordingsproces ten aanzien van discriminatie, stigmatisering en uitsluiting van personen van Aziatische afkomst, loopt Nederland achter op de VS. Dat is duidelijk merkbaar in de film- en televisiesector. Zeker, in de VS is de representatie van Aziatische Amerikanen in film en televisie gebrekkig, maar er is op dat vlak ook sprake van positieve ontwikkelingen. Zo zullen weinig Amerikaanse film- of televisiemakers het nu nog in hun hoofd halen om een witte acteur in ‘yellowface’ te laten opdraven. Dat dat racistisch is en dus not done , begrijpen zij al jaren.
In Nederland is dat besef nog niet doorgedrongen tot het relatief gesloten, witte bolwerk dat Hilversum is. Hier mag Wendy van Dijk in haar rol als Ushi gierend uit de bocht vliegen met een tenenkrommende imitatie van een Japanse vrouw. Van Dijks yellowface is volledig gebaseerd op racistische en Oriëntalistische aannames over Japanners. Hetzelfde geldt voor een recente tv-commercial van de Nederlandse snoepfabrikant Look-O-Look waarin een witte acteur in yellowface figureert als Japanse sushi-chef.
Aan stereotiepe personages gespeeld door Aziatische Nederlanders zelf is in Nederlandse film- en televisieproducties ook geen gebrek, ‘zelfs’ de progressieve VPRO heeft daar last van. Dat moet dus veranderen, Aziatische Nederlanders zouden vaker voor niet-stereotiepe rollen moeten worden gecast. Het excuus van de producenten en castingbureaus is echter steevast ‘ze zijn er niet’ en ‘we kunnen ze niet vinden’. Maar ironisch genoeg weten zij Aziatische Nederlanders wél te vinden wanneer ze iemand nodig hebben om een gebrekkig Nederlands sprekende restauranthouder of sluwe zakenvrouw van Aziatische te spelen.
Eigen initiatief Aziatische Nederlanders lopen zelf echter ook achter op Aziatische Amerikanen. Het is duidelijk dat zij voor structurele verandering van hun representatie in Nederlandse film- en televisieproducties voorlopig niet hoeven te rekenen op de sector zelf. Aziatische Nederlanders moeten daarom het heft in eigen handen nemen. Naar voorbeeld van Aziatische Amerikanen zoals de youtubers van Wong Fu Productions en filmmaker Justin Lin (nu een succesvolle Hollywoodregisseur) zouden zij zelf (online) films, series en vlogs moeten produceren die voorzien in meer diverse representaties van personen van Aziatische afkomst. Dat laatste is van belang omdat representaties in media en cultuur bepalend zijn voor onze culturele assumpties over personen van Aziatische afkomst en hun plek in de Nederlandse samenleving.
Nederlanders van Aziatische afkomst moeten dus zelf een actievere rol spelen in de productie van media en cultuur. Dat betekent bijvoorbeeld ook dat zij vaker zullen moeten kiezen voor opleidingen die op media en cultuur zijn gericht in plaats van traditionele ‘veilige’ opleidingen zoals bedrijfskunde en informatica. In de Nederlandse context kunnen Aziatische Nederlanders wat dat betreft een voorbeeld nemen aan onder andere Marokkaanse en Surinaamse Nederlanders. Die kiezen veel vaker dan Aziatische Nederlanders voor een carrière in de media- en cultuursector en voor daaraan gerelateerde opleidingen zoals de filmacademie, de toneelschool, media- en cultuurwetenschappen en journalistiek.
Die hogere participatiegraad heeft – ondanks de structurele typecasting, ondervertegenwoordiging en uitsluiting waar ook zij nog steeds mee worden geconfronteerd – de laatste jaren geleid tot een grotere zichtbaarheid van Surinaamse en Marokkaanse Nederlanders in de Nederlandse media- en cultuursector. Dat is vooral hun eigen verdienste en niet van de sector: dankzij hun vasthoudendheid, doorzettingsvermogen en groeiende aantallen wordt het voor de sector steeds moeilijker om mediamakers van Surinaamse en Marokkaanse afkomst te negeren.
Zichtbaarheid Dat zichtbaarheid in media en cultuur in onze hedendaagse gemedieerde samenleving hand in hand gaat met zichtbaarheid in het publieke debat, mag geen verrassing heten. Dat geldt ook voor de zichtbaarheid van Surinaamse en Marokkaanse Nederlanders in media en cultuur en het publieke debat. Het steeds breder gedragen protest tegen Zwarte Piet (en de daarmee geassocieerde ‘tweede antiracistische golf’) is daar een goed voorbeeld van. Een hogere participatiegraad van Aziatische Nederlanders in Nederlandse media en cultuur kan dus ook de opmaat zijn naar een grotere zichtbaarheid van hen in het publieke debat en de strijd tegen racisme en uitsluiting – precies wat nu dus gaande is onder Aziatische Amerikanen.
Dat daar onder jonge Aziatische Nederlanders ook behoefte aan is, kan worden afgeleid uit de observatie dat ook zij de Aziatisch Amerikaanse filmpjes en andere acties die racisme aan de kaak stellen driftig delen en bespreken op sociale media. Ook zij zijn kritisch over het alledaags racisme waar zij mee worden geconfronteerd. Maar om hun stem luid en duidelijk te laten horen in het publieke debat is zichtbaarheid in Nederlandse media en cultuur onontbeerlijk.
Belangrijke Aziatisch Nederlandse initiatieven zoals Nr. 39 met rijst, EastWest en CinemAsia lieten in 2013 al van zich horen naar aanleiding van racistische opmerkingen van Holland’s Got Talent jurylid Gordon gericht aan een Chinese deelnemer. Maar nu is het ook tijd dat het kritische geluid vanuit Aziatische Nederlanders ook een structurele plek krijgt in Nederlandse media en cultuur, denk aan een Aziatisch Nederlandse tafelheer/dame of terugkerende tafelgast in DWDD. Het is nu tijd voor Aziatisch Nederlandse equivalenten van Sylvana Simons, Abdelkarim El-Fassi en Nasrdin Dchar.