Wij mensen voelen ons onvolmaakt en onvolledig en, hoewel we weten dat het nooit helemaal zal lukken, verlangen en streven we naar een situatie die die onze directe rationele en emotionele belangen ver overstijgt. Om daar te komen kunnen we de bestaande monotheïstische religies omarmen zoals het christendom, jodendom en islam of we voegen ons bij de twee erfgenamen van de Franse Revolutie, liberalisme of socialisme.
Valkuil bij zowel deze religies als de seculiere ideologieën is dat een overijverige deelname kan leiden tot dogmatisme en fundamentalisme terwijl een afstandelijke verlichte houding kan leiden tot vervluchtiging van de kernboodschap. Ergens tussen die twee uitersten kan de balans gevonden worden.
De kern van die balans is het bevorderen van liefdevolle betrokkenheid naar medemensen en je onvermoeibaar inzetten voor rechtvaardigheid, gelijkheid, vrede en harmonie. Geloof je in geen van deze religies c.q. ideologieën dan kan je altijd nog terecht bij de Franse atheïstische filosoof Albert Camus. Camus gaat er van uit dat het leven absurd is en dat elk reiken naar een allesomvattende religie of ideologie in feite een vlucht is met als doel de barre werkelijkheid van het zinloze bestaan te ontlopen. Maar juist omdat we geen onderdeel zijn van een allesomvattend idee, zijn we zelf verantwoordelijk voor het scheppen van een leefbare aarde en een menswaardige samenleving. Zijn romans en zijn filosofische artikelen kenmerken zich door een hartstochtelijke beroep op mensen om, tegen de absurditeit in, zich in te zetten voor vrede en te strijden tegen elk onrecht.
In zijn meest bekende roman “De Pest” is de hoofdpersoon een arts die in Algerije terecht gekomen is in een epidemie van de builenpest. Hij zou nog op tijd kunnen ontsnappen maar kan het niet over zijn hart verkrijgen om zijn lijdende medemensen in de steek te laten. Zonder veel resultaat verlicht hij het leed van de slachtoffers, redt een enkeling van de dood en wonder boven wonder overleeft hij en kan hij gezond en wel terug reizen naar Frankrijk.
Nog duidelijker komt zijn levensvisie uit in zijn filosofisch essay “de mythe van Sisyphus”. De legendarische Griekse held Sisyphus krijgt van de goden de opdracht een grote steen de berg op te wentelen. Als de steen echter boven is, smijten de goden de steen weer terug en moet Sisyphus helemaal opnieuw beginnen. Een illustratie dus van volkomen zinloosheid. Maar, zegt Camus in het nawoord, blijf die steen naar boven wentelen want ooit zal hij in balans halverwege blijven liggen. Ook bij hem dus, ondanks de zinloosheid van het bestaan, een gepassioneerd pleidooi voor menswaardigheid.
Het vurige verlangen van mensen naar een wereld waarin de (bijna) volmaakte situatie ontstaat van waarheid, schoonheid en liefde geeft mij en ik hoop een ieder die dit leest weer moed.