“Bent u ermee bekend dat ex-politici een zeer royale wachtgeldregeling krijgen”, zo begonnen de Kamervragen die Geert Wilders en Hero Brinkman (beiden PVV) in 2010 aan de minister van Binnenlandse Zaken stelden.
De twee extreemrechtse Kamerleden maakten zich boos over het wachtgeld dat de kort daarvoor opgestapte ministers en staatssecretarissen van PvdA-huize ontvingen. “Deelt u de mening dat nu Wouter Bos en alle andere voormalige PvdA-bewindslieden uit zichzelf – vrijwillig – het kabinet hebben verlaten, zij verwijtbaar werkloos zijn?”, schuimbekten Wilders en Brinkman.
Vijftien jaar later zijn het de bewindslieden van de PVV die vrijwillig het kabinet hebben verlaten. Zij zijn, om met Wilders te spreken, “verwijtbaar werkloos”. En toch ontvangen zij wachtgeld.
Wat zou Wilders daarvan vinden? In 2010 dit: “Deelt u de mening dat zij af zouden moeten zien van hun riante wachtgeld, aangezien de hardwerkende burger ook geen recht op een uitkering heeft als er sprake is van verwijtbare werkeloosheid?”
Fleur Agema, Dirk Beljaarts, Barry Madlener, Marjolein Faber, Reinette Klever, Zsolt Szabó, Vicky Maeijer, Ingrid Coenradie en Chris Jansen weten dus wat hen te doen staat: ze moeten hun wachtgeld terugstorten en zich direct bij het UWV melden.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.