Nu burgers dankzij een zieligheidscampagne van de agro-industrie de lobbypartij BBB aan de macht hebben gebracht, is het tijd voor de volgende stap: de sector meer ruimte geven voor het gebruik van gevaarlijke bestrijdingsmiddelen in het milieu. Bestrijdingsmiddelen leveren immers meer 'productie' en dus meer winst op. Nadeel is wel dat burgers, zoals omwonenden, er ernstig ziek van kunnen worden. Daarom dienen die lastige omwonenden bezwaren in tegen bijvoorbeeld het gebruik van dergelijke middelen bij de kweek van sierbloemen op velden in de buurt van woonwijken.
De bestrijdingsmiddelen leveren het risico op ongeneselijke ziektes als bijvoorbeeld Parkinson op. De rechter verbiedt in sommige gevallen het gebruik als de risico's te groot zijn. Ondertussen pleiten critici voor een verbod op verdachte bestrijdingsmiddelen in bijvoorbeeld de bloementeelt omdat die sector immers geen voedsel produceert. Dat soort gezonde argumenten vormen een groeiende bedreiging voor de lucratieve branche.
Vier ministeries willen nu dergelijke onrust bij de bevolking over chemische middelen gaan bestrijden met een reclamecampagne. De agro-industrie heeft daar in het verleden zeer veel succes mee geboekt. Zo denken hele grijze volksstammen dankzij de campagnes van Joris Driepinter dat een mens koeienmelk nodig heeft. Op soortgelijke manier moet er ook minder gedacht worden aan veiligheid als het gaat om het gebruik van bestrijdingsmiddelen.
Die focus op veiligheid gaat de rijksoverheid inmiddels te ver, zo blijkt uit een opvallende zet van vier ministeries. Zij vroegen vijf reclamebureaus om een voorzet hoe de discussie is te kantelen. Ja, veiligheid is van groot belang, benadrukken zij in de aanbestedingsbrief. Maar die term wordt nu vaak ‘in absolute zin geïnterpreteerd’, zo staat in de opdrachtomschrijving. “Absoluut veilig is zo’n middel natuurlijk niet”, legt een woordvoerder van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) uit. “Het blijven stoffen die gericht zijn op het bestrijden van een plaag of het beschermen van een gewas tegen schadelijke organismen en zijn daarmee inherent schadelijk. Bedoeld wordt dat bij gebruik volgens de voorschriften er geen onaanvaardbare risico’s optreden.” De opdracht aan de reclamebureaus is ‘een nieuwe kernboodschap’ op te stellen, ‘die uitlegt hoe het beoordelingssysteem van bestrijdingsmiddelen bijdraagt aan het beschermen van burgers tegen de mogelijke negatieve effecten van die middelen’.
Trouw legt uit dat de toelating van chemische bestrijdingsmiddelen wordt geregeld door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Cgtb). Dat is een zogeheten zelfstandig bestuursorgaan dat valt onder verantwoordelijkheid van de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) - nu een BBB'er maar de invloed van de industrie is altijd al groot geweest. Zo worden middelen beoordeeld op basis van onderzoeken die door de fabrikanten zijn aangeleverd. Het college doet zelf geen onderzoek. Als andere instanties of wetenschappers op eigen initiatief onderzoek gedaan hebben, kan dat wel meegenomen worden maar critici stellen dat dat te weinig gebeurt. Zo moest de rechter er recent nog voor zorgen dat nieuwe, onafhankelijke onderzoeksresultaten meegenomen werden in de beoordeling van een gevaarlijk middel van chemiegigant BASF dat wordt ingezet om schimmels te vernietigen.
Een ander bekend voorbeeld is glyfosaat. Een ongekend zware lobby van de industrie heeft ervoor gezorgd dit omstreden middel dat 'onkruid' kapotmaakt gewoon rondgespoten kan blijven worden in de natuur.
Burgers worden zich steeds meer bewust van de schadelijke gevolgen van bestrijdingsmiddelen. De mede door BBB geleide overheid ziet dat als een 'imagoprobleem' en wil daar wat aan doen. Van een gunstig imago kweken heeft de boerenlobby heel veel verstand.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.