In tegenstelling tot wat een vod als de Telegraaf beweert, vraagt de petitie helemaal geen instemming met geweld tegen burgers.
“Erken het recht van de Palestijnen om zich te verzetten tegen de illegale bezetting, ook gewapend.” De petitie Geen Woorden, Maar Daden van Tofik Dibi, Kauthar Bouchallikht en anderen heeft iets blootgelegd waar Nederland zich al heel erg lang achter verschuilt: totale lafheid en morele incompetentie. Niet omdat wat erin staat juridisch niet klopt - integendeel, het recht op verzet tegen bezetting is helder verankerd in het internationaal recht - maar omdat het de boe-roepers dwingt te kijken naar hun dubbele standaard. Wanneer verzet goed uitkomt, noemen we het heldhaftig. Maar als het pijnlijk wordt, met name als het gaat over Palestina, dan wordt er weggedoken, gerelativeerd en wordt het beschuldigende vingertje gewezen naar hen die al zo lang lijden en zij die zich daartegen uitspreken.
Het internationaal recht is volkomen duidelijk. Volkeren die bezet worden, hébben het recht zich te verzetten, ook gewapend. Dat is helemaal geen revolutionaire opvatting, maar een basale juridische realiteit. Resoluties van de Verenigde Naties spreken over het recht van onderdrukte volkeren om zich "met alle nodige middelen" te verzetten tegen koloniale overheersing en bezetting. In 1974 stelde VN-resolutie 3314 expliciet dat níets in het internationaal recht mag worden gelezen als een ontkenning van de legitimiteit van zulke verzetsstrijd. Het Internationaal Gerechtshof verklaarde in 2004 de Israëlische muur op de Westelijke Jordaanoever illegaal, net als dat de nederzettingen illegaal zijn, het decenniadurende militaire bewind over de Westoever illegaal is en de hermetische afsluiting van Gaza illegaal is. Het Gerechtshof onderstreepte het Palestijnse recht op zelfbeschikking. Daar is geen enkele grijze zone of juridisch debat in te vinden.
Toch doet Nederland alsof het allemaal heel erg ingewikkeld is. We eren het Nederlandse verzet tegen de nazi’s met herdenkingen, monumenten, straatnamen en toespraken. We roemen het Franse verzet, de Joegoslavische partizanen, de Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd en Nelson Mandela’s gewapende verzet tegen apartheid. Mandela die toch echt jarenlang op allerlei terreurlijsten prijkte. Allemaal worden ze nu terecht gevierd als vrijheidsstrijders. Allemaal gebruikten ze geweld. En toch durft bijna niemand in Den Haag of Hilversum te zeggen dat ook Palestijnen het recht hebben zich met hand en tand te verzetten tegen hun onderdrukking. Want dan zou je moeten toegeven dat je jarenlang fout hebt gezeten. Dat je selectief bent. Dat je je principes alleen toepast als ze politiek comfortabel zijn.
De Palestijnse strijd begon niet op 7 oktober 2023. Die datum markeert een escalatie, een tragedie, maar geen begin. Wie dat beweert, negeert driekwart eeuw aan geschiedenis. Die negeert1948, de Nakba, de massale verdrijving van honderdduizenden Palestijnen uit hun dorpen en steden. Sindsdien leven miljoenen Palestijnen onder militaire bezetting, in vluchtelingenkampen, achter muren, onder blokkades, zonder basisrechten. Wordt hun geschiedenis en zelfs hun bestaan afgedaan als een verzinsel. De Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem zijn bezet gebied. Gaza is al jaren een openluchtgevangenis, afgesloten van de buitenwereld, gebombardeerd bij het minste of geringste. Kinderen groeien er op zonder drinkbaar water, zonder bewegingsvrijheid en zonder toekomst. Dat is de context. Dat is waar het begon.
Ja, op 7 oktober vielen Hamasstrijders Israël binnen en pleegden gruwelijke aanvallen op burgers. Dat zijn oorlogsmisdaden. Er is geen enkele rechtvaardiging voor het vermoorden van onschuldige mensen. Maar wie op die dag de geschiedenis laat beginnen, kiest er bewust voor zijn kop in het zand te steken. Het geweld kwam niet uit het niets. Het kwam na decennia van blokkades, nederzettingen, militaire aanvallen, landonteigening, huisvernielingen, vernedering, ontvoeringen, executies, en een internationale gemeenschap die jaar na jaar na jaar wegkeek. Alsof Palestijnse levens niet tellen en alsof hun lijden geen gevolgen mag hebben.
In tegenstelling tot wat een vod als de Telegraaf beweert, vraagt de petitie helemaal geen instemming met geweld tegen burgers. Dat xenofobe moslimhaters als Wierd Duk dat luid roept, maakt het nog niet waar. Nationale hitser Geert Wilders plakte op X een levensgrote schietschijf op het voorhoofd van Tofik Dibi. Maar wat de petitie werkelijk vraagt, is iets veel fundamentelers: erkenning van het Palestijnse recht op verzet tegen bezetting. Zoals het verzet van anderen, in andere tijden, met terugwerkende kracht als legitiem wordt erkend. De vraag is dus helemaal niet: keur je geweld goed? De vraag is: ben je bereid om internationale rechtsprincipes toe te passen, ook als dat betekent dat je positie ongemakkelijk wordt? Ook als je dan niet langer Israël blind kunt steunen zonder je eigen geloofwaardigheid te verliezen?
Dat ongemak is precies waarom deze petitie nodig is. Ze legt bloot dat Nederland graag praat over mensenrechten zolang die abstract blijven. Maar zodra er daden worden geëist, zodra er opgeroepen wordt tot politieke consequentie, tot sancties, tot het erkennen van rechten die niet stroken met ons geopolitiek comfort, dan haken we af. Dan zeggen we dat het debat “gepolariseerd” is. Dan is het ineens “een gevoelige kwestie”.
Wat werkelijk gevoelig is, is dat te veel politici en media zwegen terwijl ziekenhuizen in Gaza werden platgebombardeerd. Terwijl scholen instortten bovenop kinderen. Terwijl journalisten doelbewust werden vermoord. Terwijl hele families onder het puin verdwenen. Er waren geen sancties, geen boycots en geen felle woorden. De enige daden die Nederland leverde, waren het blokkeren van VN-resoluties, het wegkijken van oorlogsmisdaden en het bestempelen tot antisemiet van iedereen die zich wel uitsprak tegen de genocide.
En nu, wanneer mensen eisen dat die hypocrisie eindelijk wordt doorbroken, is dat weer controversieel. Weet je wat controversieel is? Dat wij onze eigen heldenverhalen blijven vertellen over verzet in de jaren ’40, maar Palestijnen datzelfde recht ontzeggen in het heden. Vrijheid is blijkbaar iets wat alleen witte Europeanen verdienen. Oekraïne kan niet genoeg wapens krijgen om de illegale Russische invasie af te slaan, en terecht, maar de Palestijnen mogen nog geen zeilbootje met een handvol activisten toelaten.
Het recht op verzet is niet afhankelijk van wie er aan de macht is, of van onze sympathieën. Het is verankerd in het recht. En als dat recht universeel is, zoals we graag beweren, dan geldt het ook voor Palestijnen. Of je dat nu leuk vindt of niet. Als Nederland zegt te staan voor internationaal recht en mensenrechten, als zelfverklaard trots thuisland van het Internationaal Strafhof, dan horen daar consequenties bij. Je kunt niet enerzijds het Nederlandse verzet romantiseren en anderzijds het Palestijnse verzet criminaliseren puur omdat het politiek onhandig is.
De vraag is dus niet of het recht op verzet bestaat. Daar is echt geen enkele twijfel over. De vraag is of Nederland de moed heeft om dat recht werkelijk te erkennen. Ook als dat je eigen wereldbeeld pijn doet. Ook als dat betekent dat je moet stoppen met schijnheilige neutraliteit.
Zonder die moed zijn alle woorden over mensenrechten hol. Dan is je hele rechtsorde een aanfluiting van jewelste. Moreel leiderschap begint bij de waarheid durven uitspreken. Ook - en vooral - als die ongemakkelijk is. Palestijnen - en dan heb ik het over het Palestijnse volk als geheel - hebben het recht op strijd tegen het bezettende leger. Ja, ook gewapend.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.