Een aantal mensen publiceerde op VrijLinks een open brief aan Het Parool, onder wie bekende columnisten als Nausicaa Marbe, Aylin Bilic, Rob Hoogland, Keyvan Shahbazi, Eddy Terstall en Geerten Waling. De schrijvers uiten scherpe kritiek op de publicatie van lezersbrieven in Het Parool over columnist Theodor Holman. Volgens hen bevatten de brieven geen inhoudelijke kritiek, maar plegen ze persoonlijke aanvallen op Holman, een veroordeling van zijn thematiek en een inperking van zijn vrijheid als columnist.
In de ingezonden brieven worden ernstige beschuldigingen geuit, waaronder het goedpraten van genocide en het aanhangen van een ‘gestoord wereldbeeld’. Er wordt zelfs een ongepaste vergelijking gemaakt met Holocaustmethoden. De schrijvers vinden dat Het Parool hiermee journalistieke grenzen overschrijdt, de onafhankelijkheid van columnisten ondermijnt en de diversiteit aan meningen schaadt.
Hieronder geef ik een inhoudelijk argument dat de schrijvers van de open brief menen te missen:
Als ik de columns van Theodor Holman lees, voel ik dezelfde verwondering als vroeger bij de Mini-playbackshow. “Waarom regent het,” vroeg presentator Henny Huisman en een kleuter verzon: “De regen houdt zich met zijn handen aan de wolken vast en als hij moe wordt laat hij los.” Net zo redeneert Holman over onderwerpen waar hij geen verstand van heeft en waarvoor hij niet eens dertig seconden de moeite neemt om iets te googelen. Daarom noem ik hem een googeloze columnist zoals er meer rondlopen, columnisten die hun verzonnen beweringen niet via de zoekmachine controleren.
Uit de wetenschapsfilosofie kennen we het probleem van onderdeterminatie: voor elk fenomeen bestaan oneindig veel verklaringen. We kunnen een theorie maken over de Big Bang maar even goed aannemen dat een Designer de wereld vijf minuten geleden heeft geschapen inclusief de bewijzen voor de oerknal. De wetenschapper zoekt als sport de beste uitleg. De goede columnist doet hetzelfde over maatschappelijke fenomenen. Hij kiest uit talloze lezingen het meest waarschijnlijke verhaal, gebaseerd op zorgvuldig gekozen feiten. De googeloze columnist daarentegen heeft lak aan feiten en kiest niet de plausibelste verklaring, maar die welke zijn politieke agenda dient.
Een schrijnend voorbeeld is Holmans verdediging van martelen. In 2014 publiceerde het Amerikaanse Congres een rapport over martelingen tijdens de oorlog tegen terreur. Vier dagen later schreef Holman: “Mag een staat opdracht geven tot martelen? De staat heeft het primaat van het gebruik van geweld. Als je in een oorlog mag doden mag je ook martelen. Het is een wapen.”
Het klinkt logisch maar het klopt niet. In het volkenrecht geldt een absoluut verbod op marteling. Het is een jus cogens-norm, een fundamenteel principe waarvan niet mag worden afgeweken. In Nederland wordt marteling bestraft met levenslang of een celstraf tot dertig jaar.
Sinds 2024 is het zelfs verboden om oorlogsmisdaden te ontkennen, vergoelijken of bagatelliseren. Uit een zoektocht in LexisNexis blijkt dat Holman minstens 42 keer over marteling heeft geschreven. Regelmatig legitimeert hij het, bijvoorbeeld: “Alles is geoorloofd om te winnen. Ook kinderen martelen.” Of in een fictieve soldatenbrief: “Dus u begrijpt dat ik ze moet martelen, anders lopen we in hun val, schieten ze ons neer of martelen ze ons als ze ons gevangennemen.”
Toen het nieuws naar buiten kwam over de Israëlische gevangenis Sde Teiman (waar gedetineerden meldden langdurig te zijn vastgeketend in stressposities, geëlektrocuteerd, afgeranseld en verkracht) koos Holman opnieuw voor rationalisatie. Hij gebruikte kille logica als camouflage, bedoeld om het medelijden bij lezers uit te schakelen.
Wanneer het gaat om Westerse of Israëlische martelingen, legitimeert Holman ze alsof het onvermijdelijke natuurkrachten zijn, zoals de zwaartekracht. Marteling wordt door hem genormaliseerd als een menselijk verschijnsel in oorlogssituaties: genetisch bepaald, bijna biologisch onvermijdbaar. Het voorkomen van marteling in gevangenschap beschouwt hij als praktisch onuitvoerbaar. Kort gezegd: Holmans boodschap is "get used to it."
Holmans stijl verandert zodra anderen, zoals Iran of Poetin, martelen. Dan vervangt hij kille taal door plastische beschrijvingen, bedoeld om walging, haat en angst op te wekken. Deze martelingen veroordeelt hij wél. Zijn afkeer van moslims verklaart zijn hypocrisie. Zelf schreef hij: “Geef mij maar 60.000 joden of 60.000 christenen. Geef me 60.000 kinderen of 60.000 atheïsten. Maar liever hier geen islamieten.”
Ook over genocide redeneert Holman als een kleuter. Hij stelt dat Israël geen genocide kan plegen omdat men de Gazanen niet doodt omdat ze Palestijnen zijn. Daarom, concludeert hij, is er geen genocide. Wie anders beweert zou lijden aan Jodenhaat.
Maar talrijke juristen met meer gezag spreken hem tegen. De voormalige president van het Internationaal Strafhof, Chile Eboe-Osuji, zegt: “In the modern history of international law, individuals have been prosecuted and convicted of genocide for saying and doing much less than what Israel’s leaders are accused of saying and doing in relation to Gaza.” William Schabas, een van de belangrijkste genocide-experts ter wereld, stelt dat er “een zeer sterke grond” is om Israëls acties als genocide te kwalificeren. Het ECCHR concludeert na gedegen onderzoek eveneens dat er sterke argumenten zijn dat Israël genocide pleegt. Ook Amnesty International concludeerde een paar dagen geleden in haar jaarlijkse rapport dat Israël "live-streamed genocide" pleegde. Als Holman het daarmee oneens is, moet hij tenminste de juridische definitie van genocide googelen, niet er zelf eentje uit zijn duim zuigen. In het ideale geval leest hij de argumenten van deze juristen en Amnesty International, in plaats van met ad-hominem en drogredenen op X te reageren.
Naast zijn gebrek aan feitelijke onderbouwing maakt Holman zich schuldig aan de stroman-drogreden. Zijn columns bestaan vaak uit denkbeeldige dialogen. Hij discussieert zogenaamd met vrienden of lezers maar in werkelijkheid weerlegt hij vooral argumenten die waarschijnlijk niemand ooit heeft gemaakt. Hij maakt karikaturen van tegenstanders zodat hij ze makkelijk kan onderuit halen.
Zelf heb ik Holman meerdere keren benaderd met feiten en uitleg over het volkenrecht. Nooit heeft hij mijn argumenten in zijn opiniestukken of mails weerlegd. Dus hij kiest in zijn columns de domste mails die hij krijgt om makkelijk te weerleggen. Of – en dat lijkt het meest waarschijnlijk – hij verzint zijn tegenstanders.
Theodor Holman is volgens filosoof Harry Frankfurt een bullshitter. In zijn essay “On Bullshit” schrijft Frankfurt dat een leugenaar de waarheid kent maar opzettelijk verdraait, terwijl een bullshitter de waarheid volkomen irrelevant vindt. Hij zuigt feiten en verklaringen uit zijn duim en probeert vooral een gewenste indruk te wekken. Bullshitten is bluffen. Bullshit ontstaat vaak uit situaties waarin mensen moeten praten over zaken waar ze weinig van weten. Bullshit is gevaarlijker dan leugens omdat zij de verhouding tot feiten ondermijnt en publieke debatten verandert in gesprekken over een parallel universum, niet over de werkelijkheid. De waarheid verliest zo zijn waarde. Geen wonder dat de bovengenoemde columnisten hun confrère steunen, ze zijn immers zelf ook bullshitters.
In 2024 bracht het Internationaal Gerechtshof zijn advies uit over de Israëlische bezetting. Volgens het Hof rusten er drie duidelijke verplichtingen op alle landen:
Waarom vervullen Westerse landen hun juridische plichten dan niet? Ook bluffende columnisten spelen daarin een rol. Arnold Vonk, oud-opinieredacteur van de Volkskrant, schrijft in zijn boek Effectief opiniestukken schrijven: “Opiniemakers hebben veel macht. De oplossingen die zij aandragen, worden gretig opgepikt door media en politici. Ministers zien zich vervolgens genoodzaakt hun beleid daarop aan te passen.”
Maar die invloed is niet zonder risico. Als opiniemakers hun punt maken met slinkse redeneringen, kunnen ze daarmee legitieme belangen en rechten van anderen ondermijnen. Burgers die door zulke retoriek worden misleid, geven regeringen de ruimte om hun juridische verplichtingen te negeren. Een columnist mag dan veel vrijheid hebben, maar die reikt niet zo ver dat hij daarmee de rechten en vrijheden van anderen kan wegpraten.
Meer over:
mensenrechten, theodor holman, kennis, media, genocide, martelen, het parool, opinie, columnistenMeld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.