Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Pas als de oorlog in Suriname erkend wordt zal ik in Nederland de vrijheid vieren

  •  
Gisteren
  •  
leestijd 6 minuten
  •  
2116 keer bekeken
  •  
ANP-485776598

Het probleem was dat de internationale gemeenschap in het geval van Suriname alle signalen heeft genegeerd.

Op 4 mei gedenken. Op 5 mei vieren. Het einde van de Tweede Wereldoorlog. Nederland Gedenkt en Viert. In Engeland en België gedenken ze en vieren ze het einde van de Eerste Wereldoorlog. Ook de Russen gedenken en vieren op 9 mei. In Gaza, Darfoer en Jemen hopen ze eens te Gedenken en te Vieren.  

In Suriname zeggen de mensen dat er nooit oorlog is geweest… een groep noemt alleen 8 december. Toen belangrijke, elite mensen werden vermoord.  De rest van de slachtoffers waren typisch jong, arm en beslist geen elite.

Wat een omissie! En wie beweert dat er wel degelijk sprake is geweest van een oorlog… wordt weggehoond. Want “hoezo herdenken”? “En wat wil je vieren? Wil je vieren dat je in die achteruitkijkspiegel blijft gluren, soms”?

Oorlog in mijn systeem
4 mei 2025, half zeven. Ergens in Nederland. Het avondeten staat op tafel. Die vermaledijde motorfiets van die klootzak van de overkant staat voor de zoveelste keer deze week uren stationair te draaien. Diep ademhalen en rustig dooreten. Ik wil de tikken voor een EMDR-sessie aanzetten. Maar het lukt me niet om met mijn poten in het hier en nu te staan...

Ik ben weer terug in het ouderlijk huis. Paramaribo-Zuid. Maart 1981. Ik ben al maanden niet naar school geweest. Een totale black out - alweer - voor de zoveelste keer. In het aardedonker klinkt het loeien van de sirenes super dichtbij. Net als het droge knallen van de uzi’s. De Militaire Politie die voor de deur van ons huis op zijn motor zit. De motor die urenlang stationair draait…

De penetrante geur van brandende kaarsen en kerosine die een eeuwig bivak heeft gevonden in mijn neusgaten. Met de moed der wanhoop probeer ik wat vierkantsvergelijkingen op te lossen in het zwakke schijnsel van de olielampjes. Als de telefoon het doet bel ik even met een vriendin. Mijn ouders willen eigenlijk niet dat ik met haar omga. Ik weet bijna zeker dat haar ouders ook zeggen dat ze op haar woorden moet letten want misschien ben ik ook een verklikker. En wie pech heeft om verraden te worden heeft echt vreselijk dikke pech. Drie jongens uit de buurt zijn na een avondje stappen nog steeds niet thuisgekomen. Jonge vrouwen die als neukpoppen van hand tot hand gaan. Eentje wordt vermoord gevonden in een shortstay-motel in Noord. De avondklok biedt de militairen de mogelijkheid om zich te ontdoen van vijanden en tegenstanders. Op vaste avonden van de week bellen er mensen met het verzoek of “we allemaal een kaarsje willen branden voor hen die op dit moment worden begraven”.

Die ellendige militairen! De hele economie is kapot en het sociale leven is ontwricht.  

De Surinaamse lente stierf in zijn moederschoot
De oorlog begon met een conflict: onderofficieren die een vakbond eisten, en, daarop de regering naar huis stuurden. Een staatsgreep die achteraf geïnstitutionaliseerd bleek door de Nederlandse kolonel Valk. Het leger zou orde op zaken stellen en zich daarna terugtrekken in de kazernes. Loze beloften en valse verhalen. Ondertussen werd een oorlogsbureaucratie opgezet. Een censuuragentschap, en een propagandamachine waar de Duitse nazi’s nog een puntje aan kunnen zuigen. De bevolking werd gemobiliseerd en in volkscomités georganiseerd. De oren en ogen van de militairen. Buren en kennissen werden zo in de gaten gehouden en, indien nodig, aangegeven. Er werd een volksmilitie opgericht. Burgers die militaire training kregen en werden bewapend.

De Nationale Militaire Raad spreekt steeds over ‘de vijand’. Huurlingen. Gestuurd door de kolonisator en de CIA, zeggen ze op de radio. Hierlingen! bromt de straat stellig.

Binnenlands gewapend conflict
“De staatsgreep was noodzakelijk! Het kon niet langer zo doorgaan. Arron en zijn corrupte bende moesten verdwijnen”. Drie korte zinnen. Drie levensgrote leugens.  Zo begon het non-international armed conflict (NIAC) in Suriname. Het Internationale Strafhof definieert een NIAC als een binnenlands gewapend conflict waarbij gewapende machten of krachten - het leger, rebellen en of andere combattanten -, arbitrair geweld gebruiken tegen ongewapende burgers.

In het geval van Suriname was de situatie - zeker in het begin - zeer lastig inschatten. Was er sprake van een conflict? Het was toch een ‘vreedzame machtsovername’? Zonder bloedvergieten. Breed gesteund door het volk. In 2024 stelde het Internationale Rode Kruis dat een binnenlands gewapend conflict inderdaad lastig te kwalificeren is, omdat er in dergelijke situaties typisch sprake is van een spill-over effect: diverse gewapende groepen, diverse staten, allerlei internationale en nationale organisaties die tussendoor rondhuppelen.

The Rome Statute, het statuut waarop het Internationale Strafhof is gegrondvest, heeft in artikel 7 en 8, voornoemde juridische ambiguïteit ondervangen door de focus te leggen op het omschrijven van situaties waarin nationale gewapende troepen of het leger, arbitrair geweld gebruiken eigen burgers. Hierbij moet men denken aan muilkorven, mishandelingen, verkrachtingen, vernielen van haven en goed, oppakken en opsluiten, martelen en moord.

Terwijl de wereld toekeek
De oorlog duurde van februari 1980 tot 1992. De eerste slachtoffers vielen reeds in de eerste uren van de staatsgreep. Er vielen meer dan 1000 doden. Vele, vele gewonden en vermisten. En meer dan 300.000 vluchtelingen. Dit alles gebeurde terwijl de wereld toekeek.

Het probleem was dat de internationale gemeenschap in het geval van Suriname alle signalen heeft genegeerd. Het feit dat Suriname een ex-kolonie was van Nederland heeft de situatie zelfs verergerd. De Nederlandse regering zou de zaken in de gaten houden en ingrijpen als het nodig was. Tenminste dat was de afspraak. De intelligence-afdeling van de Nederlandse Ambassade heeft lange tijd de situatie gebagatelliseerd. Men bleef Bouterse, en cum suis, accommoderen en paaien.

Toen de eerste meldingen van mensenrechtenschendingen door Nederlandse media werden gepubliceerd bleef het stil.

Eva Essed-Fruin vertelde dat haar man Frank pas vrijkwam na bemoeienissen van het hoofdkantoor van Amnesty International in Londen. “Niemand wilde helpen”, zei ze. Wie geen netwerk had bleef gewoon vastzitten. Bram Behr in 1981, en daarna, Redgan van Sauers in 1987, hebben hun ervaringen in Devil (de gevangenissen in de kelder van het Fort Zeelandia) opgeschreven. De feiten staan op schrift. Niemand die beweren kan dat ze nicht haben gewusst.   

Wat de oorlog doet
De geschiedenis zien als een achteruitkijkspiegel. Je moet maar durven.

Wie geconfronteerd wordt met de realiteit van oorlog en geweld weet dat oorlog ontmenselijkt. Het berooft mensen van de mogelijkheid om een menswaardig leven te lijden. Toen. En ook vandaag.

Als de oorlog in Suriname aanvangt zit ik in 6 vwo. De eerste tentamens worden uitgesteld. Mijn beste vriendin en haar familie zijn met achterlating van huis en haard gevlucht naar een ver oord. Pas in 2008 vinden wij elkaar terug via Facebook. Voor de oorlog werk ik als DJ en omroeper van dienst bij de radio. In september 1981 worden we uit de lucht getrokken. We krijgen allemaal een spreekverbod opgelegd.

Thuis zeggen ze dat ik dankbaar moet zijn. “Vo wat”? Dat ons huis nog niet beschoten is? Of omdat die lagadisa (leguaan, verrader) van een buurman Dicky de B. ons nog niet als subversief heeft aangemerkt”?

Ik kan niet weg. Ik ben vanaf 1982 stateloos. Ik besluit mee te doen met het verzet. Er volgt een run-in met de autoriteiten. Dat ik het vandaag allemaal kan navertellen is een wonder.

Ik zie kans om te vluchten. Beurzen om verder te studeren. Promoveren. “Professor worden”. Allemaal gelukt. Maar de oorlog? Die leeft nog steeds in mij. Elke dag. En de EMDR-therapie? Die helpt maar mondjesmaat.

Gedenk ik op 4 mei alle slachtoffers van alle oorlogen, bekend en onbekend. Ik gedenk en hoop dat die oorlog in Suriname die tien jaar lang duurde ooit eens officieel erkend zal worden als te zijn een oorlog. En pas als dat gebeurt zal ik hier in Nederland op 5 mei de Vrijheid vieren.

Meer over:

opinie, suriname, oorlog
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.

BNNVARA LogoWij zijn voor