Wie het beste debatteert zegt niets over wie de beste ideeën en plannen heeft
In de media lijkt politiek soms wel erg op voetbal. Politieke verslaggeving gaat over wie er scoort en wie niet, wie mooie schijnbewegingen maakt en wie de beste sliding. Over winnaars en verliezers. Over de ander door de benen spelen en die ene briljante actie in het strafschopgebied. Over of de trainer niet eens vervangen moet worden en wie zich al warm loopt langs de zijlijn. Maar politiek is geen voetbalwedstrijd.
Politiek gaat over de keuzes die we maken, hoe we ons land besturen, over ideeën, visies, idealen. Monty Phyton liet al eens op een briljante wijze zien wat er gebeurt als je grote denkers, filosofen in dat geval, op een voetbalveld zet. Wie kent de scène niet van de Grieken tegen de Duitsers? Veel gewandel, al peinzend en in diepe gedachten verzonken, weinig doelpunten. Omgekeerd levert het becommentariëren van politiek als ware het een voetbalwedstrijd ook weinig op. Het is een zwaktebod van journalistiek en media. In plaats van inhoudelijk in te gaan op de plannen van verschillende partijen en de kritiek daarop van andere partijen wordt gekeken wie de beste one-liner had, wie het meeste humor en wie een zwak moment.
Feitelijk schieten we daar helemaal niets mee op. Wie het beste debatteert zegt niets over wie de beste ideeën en plannen heeft. En zelfs niet over de steun daarvoor in het land. Iemand kan best wat debattechnieken aardig onder de knie hebben en dus goed kunnen ‘scoren’ maar tegelijk vrijwel geen plannen of ideeën van enige waarde hebben. Of plannen die als ze worden uitgevoerd leiden tot een dictatuur of andere ellende. Juichen om diens debattechnieken is ronduit stuitend. Het is als het verslag doen van een oorlog door bewonderend te schrijven over de nieuwste wapens die gebruikt worden zonder oog te hebben voor de slachtoffers, en voor de geopolitieke ontwikkelingen en gevolgen.
Wat zou het een verademing zijn als het debat, ook in de media, weer over de inhoud zou gaan. Het zou de bewoners van de Haagse kaasstolp (inclusief journalisten) wel eens kunnen verrassen hoeveel mensen in het land hierop zitten te wachten. Genoeg stof om over te praten. Over de zorg, eerlijk delen, economie en werkloosheid, klimaatverandering en noem maar op.
In die zin is het mooi te zien wat de campagne voor een nationaal zorgfonds doet: een discussie op gang brengen over de zorg, het eigen risico, de rol van de markt, en of het systeem niet veel anders, beter, kan. Het onderwerp overheerste ook de algemene beschouwingen in de eerste termijn van de eerste spreker. Maar in het nieuws hoorde u daar weinig over terug, daar ging het alleen over dat ene moment dat Emile Roemer na een lang debat en na al talloze malen op de cijfers in te zijn gegaan, even een zwak moment had. Sportjournalistiek! Ondertussen liep in de echte wereld de teller van het aantal mensen dat het nationaal zorgfonds steunt op. Het maatschappelijke debat gaat dus nog wel even door en laat zich niet vangen in de vraag wie de beste debater is. Want politiek is geen voetbalwedstrijd.